Een cruciaal aspect van taalverwerving is dat het zo dynamisch is, zeker wanneer het plastische jonge breintjes betreft. Niet makkelijk voor de arme onderzoeker die gedwongen is om stappen en stadia te missen. Natuurlijk, de wetenschap staat voor niets en met wat fantasie en statistische opblaastrucs kunnen er hele mooie curves in de vorm van een U of een S te voorschijn getoverd worden. Maar sappelen blijft het.
Afgelopen vrijdag besefte ik echter dat wij, vergeleken met de onderzoeker van een uitstervende taal, in grote luxe verkeren. Kinderen worden aan de lopende band gemaakt. Missen we een stap van kind1 dan kunnen we altijd nog kind2 op het juiste moment bij de lurven grijpen. En kinderen mogen misschien niet de makkelijkste proefpersonen zijn - ik herinner me een testsessie waarbij ik een mooi testhoekje gecreeerd had voor 1-op-1 sessies toen 20 peuters over de barricades begonnen te klimmen - maar ze zien toch ook wel weer de lol in van vanalles. De vrijdagmiddaglezing ging over resonant sounds such as English 'y', but pronounced with a "catch in the throat", en dat dan in uitstervende talen in het Noordwesten van Canada. Er is hier veel van dit soort onderzoek, omdat er een hele hoop geisoleerde nederzettingen ziijn waar de morfologische rijkdom onaangetast is. Luister hier naar mijn favoriete verhaal over de goede kanten van de sneeuwschoen, in een Noordwest variant van het Cree. Je hoort precies wanneer er door de sneeuw rondgesloft wordt. Een specialist kan waarschijnlijk ook nog het soort sneeuw identificeren, aan de hand van het ritme.
Stel je begint vol goede moed aan je promotieonderzoek over resonant sounds such as English 'y', but pronounced with a "catch in the throat" in het St'át'imcets. En dan blijken er nog maar drie sprekers te zijn, waarvan 2 broer en zus en allen boven de 70. Na het trekken van je aselecte steekproef, met het telefoonboek in de hand, blijft er 1 spreker over, waarvan je mag hopen dat die zijn tanden nog heeft. Woehaaa, ze zien je al aankomen bij de high-profile journals. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Helaas zijn er niet alleen maar bijzonder weinig sprekers maar ook nog bijzonder weinig woorden met de onuitsprekelijke klank in de onuitsprekelijke taal. Kleine kinderen laat je in zo'n geval een plaatje van de WUG zien, en zegt Dit is een WUG. Prima! Hartstikke leuk, een WUG. Maar deze aselect getrokken spreker op leeftijd neemt zijn taal serieus, en elk niet-bestaand woord is fout. Exit experiment. Uiteindelijk zit er niets anders op dan te accepteren dat de studie van uitstervende talen een soort van paleontologie is, zoals een van mijn collega's hier suggereerde.
Ondertussen maken de taalverwervers zich er zeker niet met een Jantje van Leien vanaf. Ik hoorde dat een collega taalonderzoeker in Australie met een bus rondtoert op zoek naar 1 en 2-eiige tweelingen, waarvan binnen elke groep ook nog de helft een taalstoornis moet hebben en de helft niet. Effe denken: Op een bevolking van 20.600.856 is 1 op de 250 1-eiig = 82403. Ze zeggen wel dat 10% van de 2 jaar oude kinderen zo'n taalstoornis heeft, maar met 7 is 80% weer uit de problemen, en dan komt men wel op 1% van de algemene populatie, schijnt het. Bij onze 1-eiige populatie zouden dat er 824 zijn, maar wel verspreid over allerlei leeftijden. Gezien de laatste resultaten uit Oxford wordt waarschijnlijk ook nog een vergelijking met autistische 1-eiigen en 2-eiigen getrokken, en niet te vergeten het eventuele cummulatieve effect van taalstoornis en autisme. Nu zouden er in Australie zo'n 280 autistische 1-eiige tweelingen moeten zijn (maar: wederom geen correctie voor leeftijd), waarvan er dan 2,8 taalgestoord zijn. Ha! Nu komen we in de buurt van onze 70-jarige spreker van de onuitspreekbare klank in uitstervende taal X. Een laatste punt ter overweging: De taal die onderzocht wordt bij deze Australische 1-eiige autistische taalgestoorde tweelingen is Engels. De taalstoornis in kwestie uit zich met name in inflectionele morfologie, waar, zoals we allen weten, het Engels uitzonderlijk rijk aan is, bijna niveau Zuidafrikaans (ik loop, jij loop, hij loop, wij loop, jullie loop, zij loop). Ik kan niet anders zeggen dan Petje Af!
zondag 30 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten