Nadat de taart naar binnen gespateld was, de cadeau's uit de verpakking gerukt, de jongens een kleine tafeldiscussie gevoerd hadden over het beroep van advocaat - vriend N. had zijn toekomst uitgestippeld: eerst naar de UofA en dan naar Harvard en dan zou hij lawyer worden want die verdienen wel 60 dollar per minuut voor praten. "Oh" zei vriend B. "dus dan praat ik gewoon tegen mijn moeder en krijg ik een hoop geld". - renden ze weer naar de kelder.
Wij vroegen ons af waarom we eigenlijk bedacht hadden dat er een programma nodig was. En het weer in oktober was trouwens geen klap beter dan in november. Het was 6 graden maximaal, met flinke windstoten en donkergrijze wolken. (Ik zag al hoe de combinatie van verkleumde vingers en een krachtige windstoot ons naar de eerste hulp zou voeren). Gelukkig was er geen tijd voor vragen. Vriend W. werd om 12.15 hier weer opgehaald want die moest nog met de scouting een nacht tussen de dinosauriers slapen. Wij hesen ons om diezelfde tijd in de jassen en gingen op pad naar de bushalte. Daar kwam om 12.39 bus 9. Altijd een succesnummer want door strategisch gekozen plekken in de bus maakt een groep jongetjes hier al snel een achtbaan van. 5 minuten later stapten we uit en begonnen aan een korte wandeltocht naar de Queen Elizabeth Compound, in een obscuur stukje Edmonton waar de echte Edmontoniers doorgaans nog nooit geweest zijn.
10 minuten later waren we op de plek waar om 13.00 uur onze cursus zou beginnen. Klaarblijkelijk zijn ouders doorgaans niet zo punctueel als wij (!) want er moest nog een en ander opgebouwd worden. De jongens en het kleine zusje maakten van de kans gebruik en doken meteen, gewapend met stokken, achter de green shacks, oude karren, skatebanen, afvaltonnen en andersoortige rotzooi van de gemeente dat voor het winterseizoen hier opgeslagen wordt.
Loeiend als misthoorns moesten we ze weer overal vandaan slepen om ze te leren boogschieten. Het begon met een instructie.
Waarna ze dan ook echt hun doel mochten proberen te raken.
En zelfs het kleine zusje mocht meedoen evenals de moeder van het feestvarken (maar daar hebben we geen foto van).
Om ca. 14.00 werd vriend E. opgehaald want die moest vandaag nog zwemmen bij een tweede feestje. Papa O. schoot voor de lol ook nog een paar pijlen af. Onderwijl begonnen de vingers toch wel wat te verkleumen, en kleurden de mondjes langzaam blauw. Maar, echte organisatoren als wij zijn, hadden we in de ochtend al de rode Jeep inclusief chocolademelk, bekers, hotdogs, pannen, lucifers en chocoladechipskoekjes ter plekke gebracht. Echter, ehhh een ding waren we vergeten, en dat was de campingbrander. Hoppetee, snel ging Alexander op pad. De jongens en het kleine zusje doken weer snel achter de schuurtjes en verdwenen in het bos.
Om 14.15 stond de brander als vanouds te pruttelen en rond 14.25 konden we warme chocolademelk en hotdogs serveren.
En daarna konden we langzaam ontspannen. Er werd nog wat geklommen in het touwenparcours, de ouders kwamen een voor een aangewandeld, een paar klommen er ook nog in het touw, we babbelden nog wat na, het zonnetje brak door en tegen 15.45 stapten we weer in de rode Jeep en reden, met een behoorlijk voldaan gevoel, weer naar huis. Daar hebben we nog wat taart naar binnen gewerkt, een paar worstjes opgewarmd, twee afleveringen van de Zevensprong gekeken en, toen de kinders diep lagen te slapen, nog Two Lane Blacktop gekeken, een existentiele roadmovie van net voor mijn tijd. Zie hier de trailer.
dus volgend jaar geen programma, gewoon proberen de kelder niet kwijt te raken.
BeantwoordenVerwijderenTrouwens, ik hou mijn blog weer bij, maar er gebeurt niets met de verwijzing