Het blijkt de American Dipper te zijn, de enige zangvogel die als watervogel geclassificeerd is, zo vertelt ons een gids van een paar andere wandelaars. Sluiten zingen en zwemmen elkaar uit dan?, vraag ik me af. Hoe zou Darwin dat verklaren? Het is een leuk bedrijvig vogeltje, dat driftig een stukje zwemt en dan ineens onder water verdwijnt. Als we verder lopen, ligt er een vers omgevallen boom op het pad, die, we zijn er na enig overleg zeker van, er op de heenweg niet lag. Het is precies de plek waar we, toen we aan het water stonden, ook het geknak hoorden. Na A bij B gevoegd te hebben, concluderen we dat het geknak de een voor een afknappende wortels waren en dat we, enerzijds gelukkig (lijfsbehoud) anderzijds jammer (nieuwsgierigheid), net het omvallen gemist hebben.
Net voor we het bad instappen wandelt een mevrouw in badpak met muts ons tegemoet. Er drijven mensen in de baden terwijl de lifeguards met wanten, dikke jassen en mutsen op, bekers koffie in de hand, aan de rand alles in de gaten houden en soms een stapel sneeuw in het koudste bad (8 graden) schuiven. Deze keer is het koude bad echt koud, en het warmste bad (39 graden, recht uit de berg) daardoor extra tintelend. Het uitzicht op de bergen wordt ons gedeeltelijk ontnomen door sneeuwwolken en door de invallende schemering terwijl Russen, Canadezen, Japanners, Fransen en Nederlanders dampend dobberen. De chauffeur van een log truck vraagt ons of we het dorpje in Noorwegen kennen waar zijn grootmoeder vandaan komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten