Een uurtje later hebben we een shelter ingenomen bij Warden Lake in het Tongass Forest, waar we onze eerste ochtend in Alaska weggeregend zijn, schaakspel op tafel, marshmellows aan stokken en hout, vers gehakt, huizenhoog opgestapeld. Hier gaan we de volgende uren zitten. Het regent. Ik pak mijn Weir of Hermiston (1896) van Stevenson, op de een of andere manier bijzonder passend bij ons, hier, in deze hut.
Als het donker is, stoppen er ineens een paar auto's. Locals, zoveel is ons duidelijk. Het blijkt de lokale jeugd te zijn die deze plek, tussen bergen over het water, uitverkoren heeft voor hun fourth-of-July-vuurwerk. Lokale jeugd deinst nergens voor terug en vuurpijlen worden zo uit het handje gelanceerd. Onze hut, onze shelter, onze bunker, is omgeven door rook, kruitlucht, gillende keukenmeiden en knallers.
Af en toe rennen we, tussen de knallen en flitsen door, naar de Jeep om iets op te halen of weg te brengen. Bij een van deze tochtjes lukt het me niet om de achterklep open te krijgen. Morgen bij daglicht maar eens beter kijken. Een paar uurtjes later is het zover en rijden we de boot op en varen dan, als toeristen ditmaal, weer naar Canada.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten