zondag 22 februari 2009

Het verschil tussen nacht en dag


Gisternacht droomde ik dat we in een land waren, op de vlucht voor gevaar. Het gevaar kondigde zich aan door hard rennende blaffende zwarte honden; het gevaar zelf waren entiteiten die de pest verspreidden. Als ze eraan kwamen, was het lot bezegeld. We waren gevlucht naar een paar leegstaande huizen aan de rand van een bos. Ik kwam mijn broer tegen. Hij had zijn kinderen in een luchtballon naar Engeland, over het water, gestuurd. Wij hadden onze kinderen bij ons. Ze zaten in Rebecca's blauwe slee die ik boven mijn hoofd droeg. Toen hoorden we honden blaffen, en zagen ze als een gevaarlijke tornado aankomen. A. rende hard het bos in. Ik was vertwijfeld, want of het bos een goede keuze was, dat betwijfelde ik en ik kon niet hard genoeg rennen met de kinderen boven mijn hoofd om A. bij te houden. De twijfel duurde en ik stond stil. Het gevaar kwam eraan. Een moment later was ik alleen, op dezelfde plek en in dezelfde situatie, en twijfelde of ik hoop moest hebben of moest wanhopen. Het gevaar kwam, ik stond stil, de wekker piepte.





Na dit hartslagversnellende avontuur stond de zondag in het teken van tobogganing, een burger bij de A&W en Jakob's vioolworkshop met afsluitend concert in de St. Paul.



1 opmerking: