Ik prentte mezelf in dat vooroordelen tot wereldoorlogen leiden, eerste oordelen fout zijn, elke mens in vrijheid leeft, dit een uitzonderlijke mogelijkheid voor participerende observatie zou kunnen zijn. Onderwijl probeerde ik vanuit een ooghoek - oogcontact zou kunnen leiden tot een vuist in het gezicht of een uitnodiging voor een gegrilde Wiener - de kinderen te tellen en familie-verhoudingen te identificeren: 1 man, 2 vrouwen, 3 kinderen en een ghettoblaster, allen niet geheel onomvangrijk, in een kleine koepeltent.

Kinderen zijn zoals wel vaker de betere mens en al snel vonden ze elkaar. Zij deelden gameboy en ijsjes, wij deelden vogelboek en verrekijker. In de tent werd van alles met knuffeldieren gedaan, erbuiten diverse dingen met ballen. In vreedzame co-existentie leefden we daar 1 middag en 1 nacht, uiterlijk afstandelijk-verwonderd over elkaars gebruiken en gewoontes om wederzijds de grenzen van het toelaatbare te bepalen terwijl de details in de intieme kleine kring rondom de kampvuren voor hilariteit en afgrijzen zorgden. De volgende dag bleken we op precies hetzelfde moment aan de wandel te gaan, in een uitgestrekte optocht wandelden we naar beneden, met de rennende kinderen als verbindende elementen. Bij Astotin Lake scheidden de wegen, die van hen ging verder naar de kerk, die van ons naar de wildernis. Maar 's middags keerde het tij: er bleek voor North Alberta noodweer op het programma te staan: -10, thunderstorms, flurries (sneeuwbuien) en gusts (windstoten) van ca. 60 km/uur. Tot groot verdriet van J&R pakten onze buren daarop hun boeltje. Joviaal werd aan alle kanten gezwaaid, "nice to meet you", "have a safe trip home" en een diepe zucht geslaakt.

Maar nu! Nu stonden we hier moederziel alleen. Was dat eigenlijk wel gewenst op dit moment? Die stevige buffer aan onze rechterzijde was met dit noodweer op komst zo slecht nog niet. Wat moesten we: gaan of blijven, blijven of gaan? We wikten en wogen, mediteerden, pookten met een stok in het vuur, betichtten elkaar van besluiteloosheid, genetisch-bepaalde onwrikbaarheid, vooroordelen, liegebeesterij. En toen we ons bijna hadden neergelegd bij de rationele beslissing om huiswaarts te trekken, toen kwam daar een mevrouw met hond voorbij: "Your neighbours have finally packed" .... "Chickens!" Ouch.

Onder de dreiging van een zelfbeeld dat aan gruzelementen geslagen wordt, besloten we te blijven. Toch weet ik nog steeds niet of we nu wel of geen chickens zijn.
Kinderen zijn zoals wel vaker de betere mens en al snel vonden ze elkaar. Zij deelden gameboy en ijsjes, wij deelden vogelboek en verrekijker. In de tent werd van alles met knuffeldieren gedaan, erbuiten diverse dingen met ballen. In vreedzame co-existentie leefden we daar 1 middag en 1 nacht, uiterlijk afstandelijk-verwonderd over elkaars gebruiken en gewoontes om wederzijds de grenzen van het toelaatbare te bepalen terwijl de details in de intieme kleine kring rondom de kampvuren voor hilariteit en afgrijzen zorgden. De volgende dag bleken we op precies hetzelfde moment aan de wandel te gaan, in een uitgestrekte optocht wandelden we naar beneden, met de rennende kinderen als verbindende elementen. Bij Astotin Lake scheidden de wegen, die van hen ging verder naar de kerk, die van ons naar de wildernis. Maar 's middags keerde het tij: er bleek voor North Alberta noodweer op het programma te staan: -10, thunderstorms, flurries (sneeuwbuien) en gusts (windstoten) van ca. 60 km/uur. Tot groot verdriet van J&R pakten onze buren daarop hun boeltje. Joviaal werd aan alle kanten gezwaaid, "nice to meet you", "have a safe trip home" en een diepe zucht geslaakt.
Maar nu! Nu stonden we hier moederziel alleen. Was dat eigenlijk wel gewenst op dit moment? Die stevige buffer aan onze rechterzijde was met dit noodweer op komst zo slecht nog niet. Wat moesten we: gaan of blijven, blijven of gaan? We wikten en wogen, mediteerden, pookten met een stok in het vuur, betichtten elkaar van besluiteloosheid, genetisch-bepaalde onwrikbaarheid, vooroordelen, liegebeesterij. En toen we ons bijna hadden neergelegd bij de rationele beslissing om huiswaarts te trekken, toen kwam daar een mevrouw met hond voorbij: "Your neighbours have finally packed" .... "Chickens!" Ouch.
Onder de dreiging van een zelfbeeld dat aan gruzelementen geslagen wordt, besloten we te blijven. Toch weet ik nog steeds niet of we nu wel of geen chickens zijn.
Wat gebeurt er daar aan de overkant toch met de tijd? Jullie zien met de dag anachronistischer uit. J en R lijken precies mijn broertje en ik rond 1976, en A mijn vader in diezelfde tijd. En jouw klok draait kennelijk juist de andere kant op, getuige het opvallend futuristische jack.
BeantwoordenVerwijderenGans, ik weet ook niet wat het is, maar ze willen niet meer naar de kapper! Met de grootste moeite kan ik er zo af en toe een dood puntje afknippen maar verder moet ik van alle haardossen hier afblijven. Misschien verklaart dat de retrolook? Laatst had A het zelfs al over een krans van lotusbloemen! Ik hou het bij plastic.
BeantwoordenVerwijderenGans, ik weet ook niet wat het is, maar ze willen niet meer naar de kapper! Met de grootste moeite kan ik er zo af en toe een dood puntje afknippen maar verder moet ik van alle haardossen hier afblijven. Misschien verklaart dat de retrolook? Laatst had A het zelfs al over een krans van lotusbloemen! Ik hou het bij plastic.
BeantwoordenVerwijderenMaar ze hebben gelijk! Het is prachtig zo. Weg met die schaar, dat moorddadige apparaat.
BeantwoordenVerwijderenVlechtjes heeft ze wel, die met dat futurische jak. Een beetje retro dus wel. Kan je zo een paar bloemen in steken.
BeantwoordenVerwijderen