zondag 14 februari 2010

Telus World of Science

Na het ontbijt vertrokken man en zoon naar hun industriegebied, en liepen dochter en ik naar het zuiden. Daar stuitten we op de 'Family of Man', gebeeldhouwd door Mario Armengol. "REUzen" gilde Rebecca, en: "blote PIEmels". Daarna toch nog wat zinnige gedachten: "Is die kunstenaar dan ook zo groot?" Op 7th Avenue gingen we westwaards voor een verfrissende ochtendwandeling van 1rst street tot 10th street, maar toen Rebecca op 8th street de C-train zag, stortte ze in. "OK" zei ik tegen mijn driftig brullende dochter "wat moet dat moet". En dus stapten we de C-train in, staken de Bow river over, zagen downtown kleiner worden en 10th street uit het zicht verdwijnen. Rebecca keek beteuterd. We reden niet alleen de verkeerde kant op maar hadden ook geen kaartje. Terugwandelend vertrok Rebecca geen spier en wandelde stug door tot de Telus World of Science. Daar trok Becky zichzelf eerst 10x omhoog via een stoeltje bevestigd aan een touw, met een, twee of drie pullies. Daarna kwamen we bij de cranks, en transformeerden in drie stappen een penny met het hoofd van our majesty in een geribbeld wafeltje. Vervolgens leerden we hoe de producten uit het dagelijks leven industrieel gemaakt worden, hoe ballen, barbies en schoenzolen via een mal gegoten worden en hoe karton uitgesneden en gevouwen wordt. En zo maakten wij een doosje en een paard. Langzaam bewogen we ons verder, probeerden via een spiegel figuurtjes na te tekenen, zetten een dobbelsteen die in 9 stukken uiteen was gevallen weer in elkaar, bestuurden een vliegtuig, lagen angstig op een spijkerbed, en deden nog 100.000 andere dingen. Inmiddels had Rebecca het aangelegd met Jonathan, of eigenlijk ging het omgekeerd. Jonathan's vader was een ongeveer 35-jarige man die onder zijn een boek hield ("Controlling persons") en zijn andere hand gebruikte om tegen een mobiele telefoon aan een stuk door in het Russisch te praten. We probeerden achter onze vijf-jarige kinderen aan te rennen tot ik noch Rebecca, noch Jonathan, noch zijn vader zag. Ik rende een trap op: niets. Gang terug waar ik net uit gekomen was: niets. Restaurant: niets. Trap naar beneden: niets. Ondertussen zag ik de beelden van James Bulger voor me, geregistreerd door de camera in het winkelcentrum waar de peuter verdween. Ik zag glashelder de lijnen van een crimineel Russisch netwerk voor me. De enige manier om te voorkomen dat mijn lieve snoezige dochtertje verkocht zou worden, was door het voltallige personeel van de Telus World of Science te alarmeren. Alleen dan konden we het drietal bij de uitgang konden opvangen. Via walkie talkies werd een zoekactie op touw gezet. En toen zag ik in WOWtown plotsklaps het silouet van de Russische vader, bellend, tegen de muur geleund. Ik rende naar hem toe, zag Jonathan en toen ook Rebecca in het rek hangen en werd overvallen door een mengsel van opluchting en schaamte; al bellend was het hem wel gelukt om de kinderen in de gaten te houden, en had geen enkel kind verkocht. Het personeel kon uitrusten en wij hielden het voor gezien. In het hotel nog even naar de 21ste verdieping met de lift, en daarna met de rest van familie naar de Dragon City Mall voor een flinke portie sushi en tempura. Ter afsluiting van deze spannende dag nog wat Olympische spelen: de eerste gouden plak van Canada op eigen grond in oneindige herhaling en figure skating, ons favoriete onderdeel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten