vrijdag 25 juni 2010

Kortsluiting

Vanochtend eerst maar uitgeslapen, daarna met de Oyster kaart in de tube naar Tower Hill om daar te ontbijten. In de pub werden de eerste pints al vlot achterovergeslagen. Jakob vroeg me de eerste dag waarom iedereen hier er zo sjiek bijloopt. Hij is gewend aan de Noordamerikaanse sportschoencultuur. Mijn straatbeeld wordt bevolkt door koffiebekers, en mij valt de ruime publieke schaamteloze alcoholconsumptie op. Het is druk bij de Tower, maar we kunnen met onze e-tickets zo doorlopen en dan staan we ineens middenin eeuwen bloed, zweet en tranen. We lezen over geschenken van overal ter wereld. De Franse koning zond een leeuw, en wat deed de Hudson Bay Company?

We rollen twee keer, aan beide kanten, langs de grootste geslepen en de een-na-grootste geslepen diamant ter wereld, en ik moet Jakob wegsleuren voor hij voor de derde keer er langs rolt, de ogen op stokjes. In de White Tower lopen we langs harnassen in soorten en maten van Williams, Henries, Georgen en Charlesen, zelfs hele kleintjes. Vriend Raaf is hier alom tegenwoordig, en heeft een eigen oppas:

We lezen over John Gerard en Anna Askew, de een gevangen vanwege katholicisme, de ander omwille van het protestantisme, en voegen ons bij de meerderheid als we op de schaal van 3 een keuze moeten maken over hoe ver wij zouden gaan voor ons geloof. Ons hoofd zou niet rollen. Over hoofden gesproken; dat van Anne Boleyn rolde linksachter Jakob:

Maar het grootste avontuur was eigenlijk onze batterij. Net voor we weggingen had A. ons een setje goed opgeladen batterijen meegegeven, zodat we ongestoord foto's zouden kunnen maken. Ineens hoorde ik Jakob zeggen dat de batterij zo warm was. Ik probeerde het, en ja, wel raar heet. Die ander was gewoon lauw. En afkoelen deed-ie ook niet. We gingen naar een bankje en legden de batterij voor ons op de stenen. Nog steeds geen afkoelen. Nee, het plastic om de batterij heen smolt! Ik voelde lichte paniek uit mijn buik omhoogkruipen. Wij zaten hier met een imploderende batterij middenin de Tower. In de prullenbak gooien? Laten liggen? Ik kreeg vage flashbacks naar die keer in de zomer, bij dat blik brandbaar spul in 40 graden zonneschijn. Ik schoot een mijnheer aan, een Duitse toerist van middelbare leeftijd, die me aanraadde om 'm gewoon te laten liggen. Raapte 'm op met een papiertje, en gooide 'm in het gras een stukje verderop. Het zat Jakob en mij niet lekker. De batterij rookte inmiddels. Er lekte wat uit. We bleven er naast staan. Niemand maakte zich druk. Kinderklassen speelden, een mevrouw in een rolstol zat gevaarlijk dichtbij. Jakob was bang dat kleine kinderen de batterij op zouden eten, ik zag rondvliegende ledematen voor me, en een verlaten beertje als enige overgebleven getuige. We wachtten en wachtten, niet wetend wat te doen. Toen leek het roken op te houden, smelten gestagneerd en ik raapte alsnog mijn moed bij elkaar en gooide de batterij in de afvalbak. Toen gingen we de White Tower in. Achteromkijkend, zag ik de mevrouw nog in de rolstoel zitten, naast de afvalbak. Ik wachtte binnen op de ontploffing en overwoog of ik eigenlijk strafbaar was. Er volgde niets, helemaal niets. Maar weer eens door het oog van de naald gekropen ...

Na een ijsje om bij te komen, hebben we ons in de big bus laten rondtoeren. Dit was de eerste keer dat de enorme hoop geschiedenis, bij elkaar gepakt op zo'n klein oppervlak, me diep ontroerde. Of misschien had ik het in Berlijn toch ook. Bijna 38 en dit was de eerste keer dat ik het allemaal zag, House of Parliament, Trafalgar Square, Westminster Abbey, Buckingham Palace, St Martin-in-the-Fields ... Voor we weer in de tube naar King's Cross stappen, lopen we nog een stuk langs the Thames, en na lang zoeken vinden we, in een kelder, een mooi restaurantje, want ik had even genoeg van pubs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten