Om 2 AM in de nacht haalt Alexander me over om te gaan sterrenkijken. Jakob was met geen stok wakker te krijgen, hoewel we hem in zijn oor tetterden en heen en weer schudden. Het idee was dat hier de hemel perfect moet zijn, vrij van lichtvervuiling, maar op 1 ding hadden we ons verkeken en dat was de stand van de maan. De maan deze nacht is vrijwel vol, stralend en helder. Een grote en kleine beer lukken nog wel, evenals de Lyra met daarin de Vega en nog wat andere stralers aan het firmament, maar de melkweg is niet te zien. De ochtend die volgt is warm en we rijden eerst maar naar Val Marie voor wat extra brandstof om te koken en beef jerkey. Daarna op weg voor een wandeling. Het plan is om de 70 mile Butte te proberen, een stompe berg die je van grote afstand al kunt zien. Via een dirtroad komen we bij de west entrance. Als ik de achterklep opendoe valt het gloednieuwe 3 liter tellende brandstofblik eruit. Er loopt brandstof uit, er zit een gat in de tank, de zon brandt, er is geen water en wel een fireban. Als dit blik explodeert zullen de Grasslands de geschiedenis ingaan als een eeuwig park in wording en wij kunnen ons nooit meer in ons leven op dit continent vertonen. Alexander plakt het blik af met duct tape, zet de koelbox ervoor voor een beetje schaduw en scheurt met de kinderen in de auto naar Val Marie voor hulp. Ik blijf achter op de bank met een beker koffie, een fieldguide en een verrekijker. Het is weer een van de weinige momenten waarop ik helemaal alleen ben, het vorige was oog in oog met de beer, ditmaal met een potentieel exploderend blik. Het is mooi hier en ik begin de fieldguide door te spitten. Eerst nog maar eens doornemen wat we moeten doen bij een beet van een ratelslang. Het is altijd goed een plan klaar te hebben voor als Alexander gebeten wordt terwijl we aan het wandelen zijn in de Grasslands. Hij moet idealiter immobiel zijn om het bloed rustig te houden maar tegelijk binnen 3 uur naar een ziekenhuis, anders slaat de rot aan alle kanten toe. Hoe zou ik hem dragen? Maar zelfs al zou ik hem kunnen dragen, dan nog zou ik niet kunnen garanderen dat ik hem niet beweeg. Of zou ik moeten rennen om hulp te halen? Kinderen en man achterlatend? Zou ik dan de weg wel vinden? Ik kom er eigenlijk niet uit, en de fieldguide geeft geen oplossing. Met de verrekijker kijk ik de weg af, maar daar gebeurt niet veel, en een plan heb ik dus ook niet.
Dan lees ik nog maar eens de richtlijnen voor het handelen bij onweer: In ieder geval moet ik 30 meter van mijn paard gaan staan. Goed om te weten. Wel handig als je een paard hebt als Alexander wordt gebeten door een ratelslang, maar weer onhandig met onweer. Hoe zou dat zijn, als je ziet dat de bliksem in je paard slaat? Toch maar niet beginnen, aan dat paard. In mijn eentje moet ik hurken met de enkels tegen elkaar. Gelukkig, dat kan ik tenminste, en ook best lang. Maar Alexander kan dat niet! Arme Alexander, zowel bij onweer als bij ratelslangen is hij het slechtste af. Vervolgens lees ik verder over de flora en fauna in dit gebied en de geschiedenis van het gebied, spendeer onderwijl nog wat gedachten aan hoe ver je moet gaan met het afwerpen van metalen onderdelen bij onweer. Mijn bergschoenen hebben metalen ringetjes, mijn broek heeft spijkertjes, de beugel van de BH? Dus in onderbroek met de blote enkeltjes tegen elkaar? Maar zijn juist de zolen van mijn bergschoenen weer niet gewenst als isolatie tussen mij en de grond? Verstrikt in dit tweede dilemma, zie ik ineens een stofwolk die aan komt stuiven, met een witte truck erin en erachter iets dat ik even later identificeer als onze Jeep. In de witte truck zit een officer van Parks Canada, die ons blik in een plastic box isoleert en meeneemt. En dan halen wij opgelucht adem. De belangrijkste aanwijzing om de 70 mile Butte te bereiken is een tekening van de Sleeping Lion, een berg voor de 70 mile Butte, zoals deze eruit ziet op het moment dat wij van richting moeten veranderen.
Het gras is droog - hier besef je dat gras een ondergewaardeerd gewas is, met ingenieuze wortels die de droogste klimaten kunnen doorstaan - er is weer volop wilde salie en we hebben de blik veelal op de grond gericht vanwege slangen. Net voor de lion rent plotseling een antilope weg, waarvan we al eerder de verse pootafdrukken en poep zagen.
De enige bergen in de omgeving zijn die waar wij op staan en de navigatie is makkelijk. Wel is het wandelen hier sterk afhankelijk van droog weer, want zodra het gaat regenen, verandert de bodem in een modderpoel en kom je geen berg meer op. Maar het weer is kurkdroog. Op het hoofd van de leeuw aangekomen besluiten we verder te gaan naar de 70 mile Butte, want het weer is goed en de kinderen kunnen nog wel wat aan.
Onderweg ontdekt Jakob kwarts (en Rebecca dan natuurlijk ook).
We doorkruisen een klein dalletje bebost met lage Aspen, een unicum in dit landschap waar nauwelijks bomen zijn. Op de wandelkaartjes zijn de paar de bomen die er staan zelfs gemarkeerd!
Op de 70 mile Butte staan drie metalen platen in de vorm van een driehoek, een geological marker. Dit punt geeft ons een uitzicht waarin we overal, waar we ook kijken, horizon zien, een 360 graden panorama van een wijdsheid waardoor we tegelijk heel klein en heel groot zijn.
En dan als we - via Eagle Butte waar we de kop van de adelaar ontmoeten - bijna weer bij het beginpunt zijn, net voor we het hek van Grasslands bereiken, ziet Jakob ineens, zonnebadend op een steen, een brede salamander met uitsteekseltjes op zijn rug. Het is een horned lizard, die ons gedag zegt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten