donderdag 26 februari 2009

Eeuwige winter


De zon of maan schemert wit.


De plantjes slapen diep.


Het huisje van de Baba Jaga is sinds maanden de enige oog-groente.


De verwarming zucht ijzig.


De kachel gloeit tot ze barst!

maandag 23 februari 2009

Calciet

Laatst vroeg een Nederlandse collega aan mij of we hier al lentegevoelens hadden. Nou ja, laat me zeggen, een beetje, zoveel als dat bij -35 °C en sneeuwstormen mogelijk is, een heel klein beetje dus, een licht versleten lentegevoelatoompje. Want het is hier steeds nog een beetje koud. En steeds nog zitten wij binnen achter de kachel, en is deze week zelfs op woensdagochtend de wintersport gestaakt vanwege het arctische winden en wuiven. En wat doet men als men niet naar buiten kan? Men kijkt naar binnen, bezint zich, rustig, alles overwegend, ver achteroverleunend op het goedkope Ik-zij stoeltje, tot het kraakt, en kijkt, en kijkt, naar een transiënte zelf in het vensterglas, over het winterplaatje, waarin de wintervogelbikkels met ijzeren vrolijkheid fluiten, heen geprojecteerd, translucent, een wolkje mens. En wat zit achter de façade van glasneus, luchtoog, sneeuwepitheel en krulhaarlicht?

Daar zit geen onsterfelijke ziel, mijn vrienden, maar ook niet het gapende niets, vacuor mundi, daar zit calciet, tot tubes en torens uitgegroeide mechaniek van het bestaan. En het staat niet stil, het vermolmt niet langzaam, zo als ik mij dat vaak voorstel, het groeit en broeit (en knoeit?) zoals je kunt zien aan de linker enkel. Daar is activiteit, volgens de deskundigen wordt daar gewerkt aan correctie, reparatie, rehabilitatie. Nijverig als de bijtjes brommen bot en kraakbeen zonder opdracht op hoge toeren. Toch, als je mij vraagt, is dat slechts schijn, ook weer façade. Want als oud-Hobbesianers en amateurmonisten hebben wij nooit verwacht dat het in het somokosmos anders aan toe zou gaan dan in het demokosmos: grootse plannen, gepimpte woorden, toxische kredieten, zinnloze vergaderingen, phantoomgroei, autocirculaire drukte, drukte drukte, en later is al het mooie geld weg, de wereld futschikado en de enkel blijft stijf en pijnlijk.

Toch aan de andere kant, als je even stilstaat bij je beenderen, bijvoorbeeld op het moment dat je je aan je skistok opduwt nadat je bij de poging drie heuveltjes achterelkaar op langlauf-ski te overmeesteren door wonderbaarlijk krachtige krachten op je achterste geslingerd bent, als je dan even denkt dat ze al 40 jaren lang jouw weefsel rondslepen, zonder al te veel gezeur en zonder te weten waar naartoe en waarom, en nu ook deze knal als zovele andere weer zonder kras overstaan hebben, dan denk je soms even, in een flikkering, dat het toch een wonder is, dat dit kan, dat zo'n conglomeraat van meer cellen dan de US-beeluit-dollars langer dan 5 milliseconden, of zelfs decennia lang zich aan elkaar kan vastklampen om, om, — zich nu weer aan de skistok op te duwen, met behulp van hefboom, triangulaire calculaties, de haartjes in de cochlea, en een portie élan fatal, — als in een droom, en nog eens de drie heuveltjes af te donderen.

zondag 22 februari 2009

Het verschil tussen nacht en dag


Gisternacht droomde ik dat we in een land waren, op de vlucht voor gevaar. Het gevaar kondigde zich aan door hard rennende blaffende zwarte honden; het gevaar zelf waren entiteiten die de pest verspreidden. Als ze eraan kwamen, was het lot bezegeld. We waren gevlucht naar een paar leegstaande huizen aan de rand van een bos. Ik kwam mijn broer tegen. Hij had zijn kinderen in een luchtballon naar Engeland, over het water, gestuurd. Wij hadden onze kinderen bij ons. Ze zaten in Rebecca's blauwe slee die ik boven mijn hoofd droeg. Toen hoorden we honden blaffen, en zagen ze als een gevaarlijke tornado aankomen. A. rende hard het bos in. Ik was vertwijfeld, want of het bos een goede keuze was, dat betwijfelde ik en ik kon niet hard genoeg rennen met de kinderen boven mijn hoofd om A. bij te houden. De twijfel duurde en ik stond stil. Het gevaar kwam eraan. Een moment later was ik alleen, op dezelfde plek en in dezelfde situatie, en twijfelde of ik hoop moest hebben of moest wanhopen. Het gevaar kwam, ik stond stil, de wekker piepte.





Na dit hartslagversnellende avontuur stond de zondag in het teken van tobogganing, een burger bij de A&W en Jakob's vioolworkshop met afsluitend concert in de St. Paul.



zaterdag 21 februari 2009

Koffie

We drinken koffie als water. Gezien de koffieconsumptie op straat, Second Cup en Tim Hortons zijn we niet de enigen. Een collega wist me nog te vertellen dat ze nog nooit zoveel koffie gedronken had als in haar Canadese periode. Is het om de ogen open te houden als je van verstillende kou buiten, in verstikkende ruimtes binnen komt? Of andersom, geeft het een versterkend duwtje in de rug om de kou te trotseren? Misschien is het ook local culture, zoals we onze buurman in de sneeuw 's ochtends worsten op de gril zagen gooien, de houthakkersbloezen en mannen met baarden, een beker dampende koffie in de hand. In ieder geval kunnen wij weer even verder:


Koffie plenty. We kunnen in de Save-on-Foods (ca. 500 meter) uit 20 soorten kiezen die we zelf ter plekke door de maalmolen kunnen halen. Ook in andere opzichten verbaast het ons dat we binnen een straal van 1000 meter allerlei specifieke wensen kunnen vervullen. Vandaag zochten we verf om de girder bridge die Jakob voor zijn bruggenproject heeft gebouwd te verven, en op de terugweg van het zwembad (ca. 400 meter), botsen we zomaar tegen een Arts Supplies aan. De eigenaar was al - before you were born - naar eigen zeggen professioneel kunstenaar, niet alleen hier maar all over the world (op A.'s vraag of hij gespecialiseerd was in het schilderen van soorten sneeuw). Maar waar we nog wanhopig naar op zoek zijn, dat is losse thee.


Verder was het een normale week in Februari, met een paar nieuwe ervaringen. Op de universiteit was het rustig, want het was reading week. Op donderdag hadden A. en ik onze from-head-to-toe-physical ("Interesting" was de reactie van de dokter op mijn antwoord "when I was pregnant" op zijn vraag wanneer ik mijn laatste physical had; in ieder geval deden de reflexen het en was mijn cholesterol amazing, een welkome opsteker na het consult bij de tandarts een weekje geleden), vrijdag was er een feestje op de creche voor de familie van de crechegangers, met een knalrode en overenthousiaste Rebecca, waar we in 30 minuten een ketting geregen hebben (bij gebrek aan A's en E's met de kraaltjes RBCC), onze handen vol verf smeerden, afdrukten en veel gelukskoekjes gegeten hebben. Ook kregen we in deze week het bericht dat onze energierekening substantieel was gedaald, tot bijna onder 0:


De temperatuur fluctueerde tussen de 0 en -15, Tony Soprano is uit het ziekenhuis, en bij Rabbit loopt het steeds verder uit de hand. Kortom: Een paar bommen staan op barsten.

zondag 15 februari 2009

Donair & Submarines

Maandenlang kwamen triljoenen synapsen niet verder dan "Turks reisbureau" bij hun halfwassen pogingen om Donair & Submarines, iets dat hier regelmatig op een bord staat, te interpreteren. Ik vermoed dat "Turks reisbureau" een associatieve samensmelting was van Döner Kebab, enerzijds, en Air-zusenzo, anderzijds. De Submarines werden voor het gemak maar even vergeten, of eigenlijk, reconstruerend, denk ik dat die Submarines op dit volstrekt flexibele associatieve niveau naadloos geïntegreerd werden als onderdeel van het concept "reizen".

Een tijdje geleden, toen we net wat langer voor een stoplicht stonden te wachten dan normaal, kwam het me toch vreemd voor dat er hier, waar nauwelijks Turkse immigranten zijn, op iedere tweede straathoek een reisbureau is, gespecialiseerd in vliegreizen en reizen per onderzeeboot naar Turkije. Langzamer dan langzaam begon het tot het systeem door te dringen dat het ging om een broodjeszaak. Na enig rechercheren op internet blijkt zelfs dat we hier te maken hebben met een Canadese specialiteit. De donair is een "meatloaf" uit Halifax en is - ik ben er nog niet achter waarom - bijzonder groots geworden in Edmonton.

Een fotoserie volgt nog, alsook een culinair verslag van de donairs en submarines. Vandaag zijn we helaas, in onze haast om naar St. Albert te komen, het fototoestel vergeten (mijn plan was om op de route een fotosshoot te maken van de diverse Donair & Submarines-borden). St. Albert? Ja, dat is een heeeeeel rustig slaapstadje ten noorden van Edmonton. Vandaag, op de nationale feestdag "Family day", was daar een schaaktoernooi waar we dan ook meteen maar met de volledige familie naartoe afgereisd zijn. Het resultaat was zilver, even slikken voor Jakob na vier gouden plakken en een trofee, en de toegang tot het provinciale kampioenschap in april. Het moederhart is vervuld van trots.

Bij gebrek aan foto's van Donairs, Submarines, en kampioenschappen, een scan van een mooi reclamewerkje dat we in onze brievenbus vonden:


"Decorated with vivid images from across Canada, the O CANADA! illuminated train will fill you with pride."

woensdag 11 februari 2009

Zwarte gaten


Gisteren waren we bij de tandarts. Over een ruime maand wordt mijn eerste tand eruit getrokken, en net zoals het huis hierboven op de foto een gat in de buurt achterlaat, maakt mijn verstandskies rechtsboven plaats voor een leegte. Maar als de kelder klaar is, wordt het huis teruggezet - met meubels en al -, in tegenstelling tot mijn kies. OK, voor alles is een eerste keer. En ook dit is een extra levenservaring. En ja, alles beter dan een wortelkanaalbehandeling. Verdoofd wordt het ook. Maar als ik dan hoor dat de oude tandarts zelf dit soort dingen niet meer doet vanwege een schouderblessure dan grijpt de paniek om zich heen. IK BEN BANG!

Domgelukkig in de sneeuw

Woensdag ochtend is het spelen voor de ouders. Jakob (sinds zaterdag 1078 ELO!) is dan op de school, Rebecca afgeleverd bij de daycare, allebei met een plastic ringetje om de vinger dat ze gisteren bij de tandarts kregen (daarover straks meer, in een ander bericht), als man en vrouw, een optie, die ze soms overwegen, hoewel ze weten dat het niet mag. En wij gaan skiën.

De laatste weken was het hier catastrofaal warm, overnacht -1 tot -5 °C, over dag to +7 graden. Wij waren daar niet blij mee, a) omdat het niet hoort en dus een teken meer is dat de klimaatverwarming echt goed bezig is, wat een verschrikkelijke ramp toch, en b) omdat onze sneeuw smelt. An all kanten van het huis hoort men het water tetteren, gedruppel, gesijpel, gespetter, gegorgel, getik. Wel aangenaam even, een beetje warmte, de centrale verwarming kan soms de hele dag uit en de houtkachel + koffie volstaan, maar dan - - verijst de loipe -- oh, oh oh (zoals Pat en Mat zeggen)! Hoe blij zijn we als het eindelijk weer een beetje sneeuwt, en, zoals vandaag - eindelijk - weer een kouperiode begint. Nog een beetje moe en koud hieven wij ons dan als enige in het ruime Hawrelak park, direct achter de Universiteit gelegen en dus midden in de stad, op onze amateur ski (waxless) en dan gaat het, knars, hui, rrrtsch, chrrrrrr, zzt, door het bos, stokje naar voren, ski opgetild, leunen naar rechts, leunen naar links, afzetten en met schwung de voet naar voren geduwd, in vloeiende ritme, onder blauwe hemel, 20 verschillende vogeltjes spelen een eindeloos ochtendconcertloop, de eekhoorntjes rennen achter ons aan, met razend snelle stapjes, en in de achtergrond bromt zacht maar veelstemmig de ontwakende stad. Zoals je beneden ziet was het best koud.


De handen bevriezen eerst een beetje, maar het motto is doorgaan tot de innerlijke oven aangaat, dat duurt 10 - 15 min, en dan ontdooien de verdoofde vingers, ontwaakt het verstijfde krakende weefsel pijnlijk,


en dan wordt het warm en lekker, en wij omcirkelen het diep bevroren meertje ten midden van het park, en nog een keer, maar opeens hakkelt de mechaniek, een overweging, een gedachte een zorg eist dat gestopt wordt, en zo staan we met rode gezichten achter wolken van ademdamp weer bij de Jeep. Waarom eigenlijk moet altijd alles eens stoppen, waarom gaat het niet gewoon mooi verder en verder en verder, onschuldig en vrolijk? Leg jij ons dat maar uit lezer, want wij begrijpen het niet.

maandag 9 februari 2009

Rusland

Een boek dat je niet vaak genoeg kunt lezen is de 'Boze Geesten' van Dostojevskij. Ook de broers Karamazov, Raskolnikov, of de Notities uit het Keldergat (de Duitse titel) zijn zeer aan te bevelen. De 'Idioot' vind ik minder leuk, mijn favorieten blijven de boze geesten, hilarisch, 'gemeen' en diep droevig tegelijk. Als buiten de sneeuw knarst van de kou, binnen de houtkachel knastert, en in plaats van de samovar, die ons helaas nog ontbreekt, een theepot op de hete plaat pruttelt, is er niets beters dan een dosis Fjodor Michailovitch:


Zodra ik mij van de dienst vrij kon maken liep ik direct naar Stefan Trofimowitch om hem te vertellen wat bij de generaal was voorgevallen. Ik wilde voorkomen dat hij het van Liputin zou horen, maar toen ik binnenstapte zag ik dat het te laat was. Stefan Trofimowitch zat tussen Liputin en Pjotr Stepanowitch, er lagen boeken en tijdschriften op de grond, en om dat hij de Champagne al had laten halen, vermoedde ik het ergste. Hij verwelkomde mij met een rood hoofd, dat onder zijn witte, gelige haren ongezond glom.
- Welkom mon chère amis, schreeuwde hij bijna, wij zitten middenin en uitzonderlijk geestig .., un jeu d'esprit, kom toch bij ons.
- U bent dronken, antwoordde ik, schaamt U zich dan niet?
- En wat hebt U zelf voor roze wangetjes, mon amis, U komt natuurlijk van buiten, waarschijnlijk van een borreltje? Luister eens, Sjatov heeft een zeer interessant idee geopperd, très ingenieus, niet waar Sjatov, U hebt toch de bron gevonden voor het menselijke gevoel voor schoonheid, en ook voor iets anders, nog belangrijkers, ik ben het even vergeten Sjatov, vertelt U het hem toch zelf ...
Maar Sjatov, die mij eerst helemaal niet opgevallen was, had zich teruggetrokken in een hoek van de kamer, zat ver voorover gebogen en keek strak tussen zijn knieën door naar de grond.
Pjotr Stepanowitch, in een zwart gehuurd pak gestoken, nam al te graag het woord, en hield zijn glas hoog, als voor een toost.
- Onze arme vriend Sjatov heeft een mooie theorie verzonnen. Volgens hem heeft de mens, sinds hij begon te 'denken', zich uitgesloofd om juist dat denken recht te trekken, dat denken dat eigenlijk nog helemaal geen denken is, maar nog een denken moet worden. Zo heeft men eerst de religie uitgevonden om het denken met geweld in een vorm te persen, en later, als een verzwakking, de wetenschap, waar het denken, dat, volgens Sjatov nog geen denken was, op zichzelf los gelaten werd, om zichzelf als het ware aan zijn staart uit de soep te trekken. En toch is na al die inspanning ons denken nog steeds helemaal in de war, ja, zo erg, dat het nog niet eens mogelijk is het denken van een enkel ander mens te begrijpen, ook bestudeert men hem jarenlang! Volgens Sjatov is de mens zelfs zo deplorabel dat hij - principieel - niet eens zichzelf kan begrijpen, juist op het moment dat hij een poging doet, - principieel! -, zegt Sjatov. Daarmee stelt hij homo rationus capix ongeveer op hetzelfde niveau als een bloemkool, die dat ook niet kan. En nu geeft hij er een mooie draai aan, want volgens hem is dat juist goed! Want, als, zoals religie en wetenschap willen, het denken volledig geregeld of begrepen is, en wij dus eindelijk eerst werkelijk beginnen te denken, dan zou juist dat 'echte' denken iets verschrikkelijks, bijna iets doods,... zoals een kiezelsteen of, of brandhout ...


eh zijn, want het zou slechts een aftellen zijn van alles wat al in diezelfde regels vastligt, en dan zou er geen ruimte meer zijn voor schoonheid, of een nieuw idee, en sowieso niet voor zoiets als een 'ziel'. Hahah, Sjatov, dat hebt U mooi bedacht, want dan is Rusland natuurlijk de voorloper in alle kunst en in het ontwikkelen van (en hier verhoogde hij plotseling zijn stem met een octaaf) 'nieuwe ideeën', het meest bezopen land heeft dan volgens U al lang de spirituele leiding overgenomen!
Sjatov was tijdens dit betoog van minuut tot minuut onrustiger geworden, hij trommelde heel zachtjes maar sneller en sneller met zijn vuisten op de knieën. Stefan Trofimowitch zat bleek op een fauteuil en had ondertussen twee glazen Champagne gedronken.
- Wat is Rusland toch een dom land, en daarin is deze provincie de domste provincie. En hier in de hoofdstad van de domste provincie heeft zich het domste volk verzameld bij U, Stefan Trofimowitch, waarvoor ik U van harte wil feliciteren. Wat een liederlijk gespuis allemaal, viel Pjotr Stepanowitch plotseling uit, en hij keek zijn vader daarbij strak en triomferend aan.
- Vous êtes une bète, ik zal je uit het huis jagen, schurk jij, stamelde deze bijna onhoorbaar.
Op dit moment was Sjatov plotseling uit zijn hoek gekropen. Hij ging heel rustig op Pjotr Stepanowitch toe. Hij pakte plotseling diens hand, en beet hem, in een snelle en onverwachtse beweging, krachtig in zijn duim. Pjotr Stepanowitch wankelde even, en Sjatov draaide zich om en liep naar buiten. Hij ging zo snel door de halfgeopende deur dat de zak van zijn rok aan de deurklink bleef hangen en hem even vasthield. Zonder zich om te draaien liep hij met kracht door, scheurde daarmee de zak van zijn rok, en verdween.

En zo gaat het 800 pagina's door.

Eindelijk foto Nuthatch


Wij zaten te loeren, spieden en turen, uit ooghoeken, samengeknepen oogspleten, door cameraobjectief en verrekijker, verstopt achter gordijnen en pandabeer, en eindelijk is het gelukt een foto te maken van de schuwe nuthatch (sitta carolinensis). Een beetje onscherp, hij was te snel weer weg, en kon slechts even door het raam geschoten worden:


Je ziet hem in zijn karakteristieke houding, koppieonder, en wij vragen ons steeds nog hoe hij dit volhoudt. In wikipedia staat dat vleermuizen niet slechts in venen (zoals de mens) maar ook in arteries ventielen hebben die eenrichtingsverkeer garanderen, maar volgens anderen is dat een mythe en hebben ze het aan hun verlengde hart te danken dat ze de hele winter lang verkeerd om aan het dak van een grot kunnen hangen te snurken. Hoe de nuthatch het doet lijkt niemand te weten Wij hopen dat hij niet continu hoofdpijn heeft een soms iets anders ziet dan zwart met sterretjes.

zondag 1 februari 2009

Bij benadering


Het was vandaag een dag, zoals je je die voorstelt bij een Canadese familie. Nu zijn we geen Canadese familie, en een paar dingetjes liepen dan ook anders. De dag begon met de gebruikelijke 3 wekkers. De eerste is humaan: het horloge van Alexander, dat vriendelijke piepjes uitzendt. Prima om lekker op door te slapen. Dan gaat de wekker op de schouw van onze slaapkamer. Die loeit als een baltsige koe, maar juist op het moment dat het onverdragelijk wordt, daalt de verrukkelijke stilte in. Als laatste is er de radio in de keuken, de lelijkste die de Canadian Tire in de aanbieding had en het geluid is abominabel. Zolang droge BBC stemmen over het wereldnieuws praten, houden we het uit. Maar als dan CJSR even later inzet, dan moet er iemand naar de keuken rennen.

Maar, waarom deze zelfgekozen geluidsterreur op een zondagmorgen? Vandaag hadden we het plan om als jackrabbitfamily mee te gaan met andere jackrabbitfamilies naar Blackfoot Recreation Park, een walhalla voor de cross-country-skier. We zijn nieuw en overal voor in! Bovendien neemt zo'n soort uitje hier meteen survivaldimensies aan, en wordt ook altijd een hout en een bijl ingepakt, alsook een berg worst. Dat wilden we wel eens meemaken. Maar omdat we geen profi's zijn, was het zaak om vroeg op te staan. Om 10.30 moesten we bij Waskahegan staging area zijn. Hout, bijl, worsten, 8 ski's, 6 stokken, 16 wanten in de auto. Zonnenbrandcreme? Nog wat campingbestek, borden en zakmessen, misschien? Om 9.45 strak zaten we in de auto. Zonnetje scheen, lucht mooi blauw, de weg was een ijsbaan.

En zo reden we over Whyte Ave. CJSR had een jazzprogramma. Alexander vroeg of hij het campingbestek, borden en zakmessen wel uit de keuken had meegenomen. Bij mijn 3-voudige controle of alle stekkers uit de stopcontacten getrokken waren, was me niets opgevallen, dus ja, alles leek in orde. Toen maakte Alexander een mij volstrekt onbekend geluid, ongeloof en besef tegelijk. Ik zag niet wat hij zag maar het bleken, in de achteruitkijkspiegel, de borden te zijn die een voor een langs de achterruit zeilden, samen met bestek en zakmessen. Jakob zette het op een brullen. Zijn speciale zwitserse zakmes -waar we hier overigens alle bedden mee in elkaar geschroefd hebben - was ook op weg naar beneden. Becky, zonder een enkele andere reden dan broer's brullen, zette nog harder in. We konden een zijweg induiken, auto stopzetten. Met gevaar voor eigen leven heb ik de zakmessen kunnen redden voordat een kudde brommende Silverado's ze platreed. In reconstructie: Borden, bestek en zakmessen waren inderdaad meegenomen uit de keuken, maar daarna vergeten en achtergelaten op het dak van de auto. Alexander herinnerde zich inderdaad terecht dat hij geen borden, bestek en zakmessen in de auto gezet had. We zijn het gewend. De ene keer lach je erom, de ander keer huil je. Ik weet niet meer wat we vandaag deden, maar het weer was mooi, de sneeuwvelden wachtten, evenals de gegrilde worsten.





Thuisgekomen zetten we onze all Canadian day voort met als thema fundraising. Er moesten muffins gebakken worden voor de Muffin Madness, een verkoop in Jakob's klas om het Mennonite Center for Newcomers hier te steunen. We hadden ingetekend voor 12 vierkante nepmuffins, d.w.z. Kasimir's Kuchen in 12 stukken gesneden. We dragen ook ons steentje bij aan het Canadese mozaiek (geen melting pot!). De oven snorde, Jakob brak de eieren, Becky woog de bloem. Alexander knipte de folie, Jakob pakte in en Becky en ik plakten de labeltjes. We waren trots op onszelf en onze muffins:


Een paar uurtjes later, een slaperige stem vanuit Jakob's bed: "Maaaam, mag ik nog wat heel belangrijks zeggen? In mijn binder zit een groen papier met daarop alles wat er deze maand gebeurt. " En wat zien we daar? Het cirkeltje van de dag werd rond. Zoals de bordjes vergeten op de auto stonden, hadden we ook hier ons steekje laten vallen. Een week te vroeg glansden de nepmuffins ons tegemoet.

Het was een dag van kleine gebeurtenissen en grote emoties.