zondag 28 februari 2010

Ich war ein Berliner

Op donderdagmorgen wandelde ik van het hotel naar de Humboldt Universitaet. Aanvankelijk was het nog een beetje grijzig en nat, maar allengs brak een zonnetje door. Het eerste gedeelte ging voorspoedig, met de kaart in de hand, maar bij de rivier gekomen, was het ineens niet zo duidelijk meer. Een oudere mijnheer zag mijn wanhopige blik en vertelde me dat ik eigenlijk gewoon rechtdoor moest. Niet direct evident.


Dan nog wat foto's om echt te bewijzen dat ik in Berlijn was. Speciaal voor onze huisduitser. Het is me niet gelukt om een Schweinehackse te bestellen, maar wel een Riesen Currywurst. Ik geloofde nooit dat onze oosterburen droge kerriepoeder over hun worsten heendeden, en die dan opsmulden, maar sinds donderdag moet ik wel. Beetje rare jongens, die Duitsers.


woensdag 24 februari 2010

Weer overgestoken

Op zondag, aan het einde van de middag was het weer eens zover: mama moest de oceaan over. Jakob had het al wekenlang aan de kant gedrukt, effectief want hij wist niet eens waarnaartoe ze ging. Maar op zondag sloeg het drama keihard toe. Tranen met tuiten en smeekbedes, tot mama de draaideur door ging. En daarna waren met 15 minuten de oogjes ook alweer kurkdroog en werd het tijd voor een chocolade-ei. Rebecca had daarintegen al dagenlang bijgehouden hoe lang het nog duurde, wist alles van de verschillende plekken. Zij zei dan ook: "ga nou eens die draaideur door!". De klap kwam klaarblijkelijk later, bij het lege plekje aan de eettafel; die riep bepaald geen eetlust op. Inmiddels zat ik goed en wel in het vliegtuig, de eerste paar uur nog in de euforie dat we goed opgestegen waren. Ik zat naast een soldaat die op weg was naar Afghanistan, een paar dagen nadat het Nederlandse kabinet over de kwestie gevallen was. Hij zag er zelf ook niet zo het nut van in. Ik had geen zin in Hollywood. De eerste keuze viel op een film over het eerste Jamaicaanse bobslee team, dat in 1988 meedeed met de winterspelen in Calgary (Cool runnings) en crashte. Daarna een documentaire over ouders die met hun autistische zoon naar Mongolie gaan, per paard, voor Shamanistische healing (info). De wereld is een pluriforme plaats. Na zes uur sloeg de claustrofobie toe en kon ik ook wel wat healing gebruiken, maar oefende in Zen, tot de stewardess de morgenmuffin en een kop koffie kwam brengen. In London was het ochtend. Een grijze miezerigochtend. Ik nam mijn tweede ontbijt op de vaste plek op Heathrow, bonen met scrambled eggs en spek, plugde daarna de laptop in en werkte een paar uurtjes tot Schiphol in zicht kwam. Een ondoordringbaar grijs wolkenpak. Op Schiphol naar de AH voor beltegoed, dan naar de trein en met een vertraging, en richting oosten. Vanochtend de trein naar Berlin Zoo, in de taxi naar de Humboldt Universitaet, aan de Hegelplatz, en nu, een aantal lezingen - de dubbeldikke John Updike, een verjaardagscadeautje, had nog een mooie functie al raamklemmer zodat de wetenschappers nog wat frisse lucht kregen - en gnocchi con spinaci verder, kijk ik naar de voeten en handen van George Baselitz. Tijd voor een dutje.

woensdag 17 februari 2010

Aswoensdag

Rebecca zit op een katholieke school, en soms stelt dat de ouder voor dilemma's. Vandaag had ik me als volunteer opgegeven om mee te gaan naar de mis in St. Anthony's Parish in het kader van Aswoensdag. Nu ben ik gedoopt, heb de heilige communie gedaan, en ook ben ook gevormd, zoals dat heet (daarna stopte het zo'n beetje), maar Aswoensdag, daar heb ik nog nooit aan meegedaan. Ik zat er als moeder, verantwoordelijke volunteer, Nederlander, als participerend antropoloog en moest me soms ook inspannen om niet met de kleuters mee te klieren. De kerkdiensten in het oude land waren minder verwarrend (toegegeven, ik was ook een stuk jonger). In het nieuwe land ervoer ik de mis als een potpourri van sympathieke medemenselijkheid, verstarde zekerheden, praktische tips en onbegrijpelijke symbolen; de historische component ontbrak. Rebecca probeerde vanavond een en ander te plaatsen; hoe dat nou zat met die brood en die wijn? Maar de trans-substantiatie is niet het simpelste onderdeel om uit te leggen, en ik hoorde mezelf de raarste dingen zeggen. Rebecca vond het vooral lief van Jezus, en ging in de badkamer nog even met God praten over haar buzzy bee day morgen. God vertelde haar ook dat hij met mij gaat praten als ik in het vliegtuig zit en in Berlijn ben. Ze zorgt ervoor dat ik in ieder geval niet alleen op reis ga.

maandag 15 februari 2010

Calgary Zoo II

Direct uit bed 9 etages naar beneden om in het zwembad te dobberen, ontbijt en vervolgens met de C-train weer naar de zoo want we hebben nog een berg kaartjes en zoo bucks te verpatsen. Het weer is omgeslagen. Het is mild met een klein zonnetje. In de dierentuin, nu stikdruk want het is de nationale vrije "family day", gaan we eerst weer rechtsaf naar de dinotuin. Het lukt ons om de favoriet te pakken te krijgen: de Edmontosaurus.

In de Savanne worden de red river hogs op de foto gezet. Pas bij bestudering van de foto valt me op hoe menselijk de ogen van deze dieren zijn.


"Wat heb ik daar in mijn buidel hangen?" denkt de plastic kangaroe.

Terwijl de verzorgster zijn hok schoon spuit, probeert een kleine wallaby met omzichtige en voorzichtige bewegingen via de openstaande deur haar kantoor in te springen. Net als het gelukt is, komt de verzorgster terug. We lezen dat de "tree kangaroe" ontworpen is voor het leven in bomen, en wel 9 meter kan springen. Het exemplaar dat we zien, gedraagt zich echter alsof hij nog nooit in zijn hele leven een boom gezien heeft. De vleermuizen hangen ogenschijnlijk ontspannen op de kop, maar hun drukke oortjes spreken de rust tegen.

Op de Elephant Crossing vervelen de olifanten zich een beetje. De grootste heeft een record op zijn naam staan: hij had 's werelds grootste slagtangen. Inmiddels is er eentje afgebroken en met de ander is hij naar de tandarts geweest. In Eurasie volgen we een luiaard die zich heel heel langzaam naar de waterbak begeeft, een slok drinkt, dan heel heel langzaam naar een slaapmatje gaat. De papagaaien pesten hem, en iedere keer als hij zijn hand of voet om een stuk tak probeert te klemmen, zetten zij hun snavel erin, maar uiteindelijk vindt hij een plaatsje om weer verder te slapen. Een knalblauwe met gele ogen macau geniet van de mensen, en springt heen en weer op zijn stok. Buiten maken we een ronde langs de Siberische tijgers. Hier loopt het uit de hand. Een tijger ziet een blinde-geleide-hond en loopt dreigend, onrustig en belust op prooi, moord en doodslag, langs het hek mee. Voor mij wordt de spanning teveel en bovendien is het hek veel te laag. Op de terugweg komen we een mooie rode panda tegen, die de typische berengang heeft met die naar binnen gedraaide pootjes.


We kijken bij gorillababy Jewanda, die lekker op haar rug krabbend aan haar buik een boerenkoolblad eet, stappen dan in de C-train om de auto op te halen en weer naar ons dorp in het noorden te vertrekken. 's Avonds kijken we daar het laatste deel uit de Bergman trilogie: The Silence.

zondag 14 februari 2010

Telus World of Science

Na het ontbijt vertrokken man en zoon naar hun industriegebied, en liepen dochter en ik naar het zuiden. Daar stuitten we op de 'Family of Man', gebeeldhouwd door Mario Armengol. "REUzen" gilde Rebecca, en: "blote PIEmels". Daarna toch nog wat zinnige gedachten: "Is die kunstenaar dan ook zo groot?" Op 7th Avenue gingen we westwaards voor een verfrissende ochtendwandeling van 1rst street tot 10th street, maar toen Rebecca op 8th street de C-train zag, stortte ze in. "OK" zei ik tegen mijn driftig brullende dochter "wat moet dat moet". En dus stapten we de C-train in, staken de Bow river over, zagen downtown kleiner worden en 10th street uit het zicht verdwijnen. Rebecca keek beteuterd. We reden niet alleen de verkeerde kant op maar hadden ook geen kaartje. Terugwandelend vertrok Rebecca geen spier en wandelde stug door tot de Telus World of Science. Daar trok Becky zichzelf eerst 10x omhoog via een stoeltje bevestigd aan een touw, met een, twee of drie pullies. Daarna kwamen we bij de cranks, en transformeerden in drie stappen een penny met het hoofd van our majesty in een geribbeld wafeltje. Vervolgens leerden we hoe de producten uit het dagelijks leven industrieel gemaakt worden, hoe ballen, barbies en schoenzolen via een mal gegoten worden en hoe karton uitgesneden en gevouwen wordt. En zo maakten wij een doosje en een paard. Langzaam bewogen we ons verder, probeerden via een spiegel figuurtjes na te tekenen, zetten een dobbelsteen die in 9 stukken uiteen was gevallen weer in elkaar, bestuurden een vliegtuig, lagen angstig op een spijkerbed, en deden nog 100.000 andere dingen. Inmiddels had Rebecca het aangelegd met Jonathan, of eigenlijk ging het omgekeerd. Jonathan's vader was een ongeveer 35-jarige man die onder zijn een boek hield ("Controlling persons") en zijn andere hand gebruikte om tegen een mobiele telefoon aan een stuk door in het Russisch te praten. We probeerden achter onze vijf-jarige kinderen aan te rennen tot ik noch Rebecca, noch Jonathan, noch zijn vader zag. Ik rende een trap op: niets. Gang terug waar ik net uit gekomen was: niets. Restaurant: niets. Trap naar beneden: niets. Ondertussen zag ik de beelden van James Bulger voor me, geregistreerd door de camera in het winkelcentrum waar de peuter verdween. Ik zag glashelder de lijnen van een crimineel Russisch netwerk voor me. De enige manier om te voorkomen dat mijn lieve snoezige dochtertje verkocht zou worden, was door het voltallige personeel van de Telus World of Science te alarmeren. Alleen dan konden we het drietal bij de uitgang konden opvangen. Via walkie talkies werd een zoekactie op touw gezet. En toen zag ik in WOWtown plotsklaps het silouet van de Russische vader, bellend, tegen de muur geleund. Ik rende naar hem toe, zag Jonathan en toen ook Rebecca in het rek hangen en werd overvallen door een mengsel van opluchting en schaamte; al bellend was het hem wel gelukt om de kinderen in de gaten te houden, en had geen enkel kind verkocht. Het personeel kon uitrusten en wij hielden het voor gezien. In het hotel nog even naar de 21ste verdieping met de lift, en daarna met de rest van familie naar de Dragon City Mall voor een flinke portie sushi en tempura. Ter afsluiting van deze spannende dag nog wat Olympische spelen: de eerste gouden plak van Canada op eigen grond in oneindige herhaling en figure skating, ons favoriete onderdeel.

zaterdag 13 februari 2010

Calgary Zoo I

We hadden een goede deal gesloten met een van de betere hotels downtown zodat we voor een mild prijsje 3 dagen lang onbeperkt naar de zoo konden, geen parkeergeld hoefden te betalen en bovendien per dag 20 dollars handje-contantje kregen om in de zoo te spenderen. En dus togen moeder en dochter vandaag met de C-train naar de Calgary Zoo. Het was een koude, kille, grijze dag. We begonnen rechts bij de Prehistoric Site, waar we voor zover mogelijk aan de bevroren grond genageld bleven staan. Een enorme T-rex brulde ons toe, en kwispelde met zijn staart. Na een tijdje begonnen de kwispelende dino's, die soms ook pootjes konden geven, ons te vervelen. Toch geen echt dier. Bovendien werden de vingers koud. Op naar de Afrikaanse savanne. Daar was het zo warm dat de lens van het fototoestel spontaan besloeg toen ik probeerde een flamengo te fotograferen.
Er waren dikke neushoorns en beteuterde giraffes. Maar het leukst waren de red river hogs, slimme varkentjes met hele mooie oren, die ook kunnen zwemmen en rennen. Toen staken we over naar het regenwoud, met lucht om in dikke plakken te snijden. Een van de verzorgers liet ons een pancake turtoise zien, zo plat als een dikke pannenkoek. We zaten lang bij de gorilla's. Voor ons lag er eentje te slapen met een dikke jaap in haar voet. Ze was nieuw in de groep; de wond was het gevolg van een corrigerende beet van de Silverback, de leider. Daarna onze 20 dollars verluncht. Ik probeerde Rebecca over te halen om naar Australia & the Nocturnal Animals te gaan, maar mijn dochter wilde naar de Canadian Wilds, in de hoop een beer in zijn winterslaap te storen. Rebecca heeft haar ankers nodig, en hier was ze in haar habitat, rende van mountain goat, naar bighorn sheep, van muskox naar bison bison. We schrokken van de great grey owl, die, zoals uilen dat kunnen, streng en strak op ons neerkeek. Voor we de Zoo weer gedag zeiden, om in het zwembad te gaan dobberen met uitzicht over grijs, koud Calgary, hebben we nog lang naar de rivierotters gekeken, boven en onder water. Rebecca, praatte met ze door de "telefoon" en hoorde dat ze ook erg van toboganing en playing tag houden.

vrijdag 12 februari 2010

Cowtown

Dit weekend verdedigt zonemans in Calgary de gezamelijke schaakeer van Nederland, Duitsland, Edmonton en Garneau School. Nu weegt een kleine last hem soms al loodzwaar, dus het is afwachten hoe dit gaat lopen. Het plan is dat ik ondertussen met dochterlief de stad ga verkennen. Onze eerste indruk toen we Calgary gisteren binnen reden, was "Wat nauw!". We voelden ons provincialen, gehuld in een dikke wolk koeienmest, in een oude jeep vol modder. In de olieboom van de jaren 70 en 80 is semihistorisch Calgary plat gegooid voor semifuturistische bouw, met alle gevolgen van dien.

We bekeken de stad vanaf de 12de verdieping van ons 24 verdiepingen tellende hotel.


Daarna doken we in "the thick", liepen en keken met grote ogen naar de hoge gebouwen, de lichtjes, de reflecties van Cowtown, op weg naar de Old Spaghetti Factory.

donderdag 11 februari 2010

Van kwart en huur naar half en eigen

De vooruitgang is niet te stuiten. Op dinsdag werd de kwartviool een halve. Op donderdag de huurfluit eindelijk de langverwachte, eigen fluit. En de blokfluit? Die blijft zijn eigen solide plastic zelf.

zondag 7 februari 2010

On stage


Deze week was het langverwachte optreden van Jakob's klas, room 18. Met zijn allen hebben ze een toneelstuk geschreven, Futurella, een hedendaagse variant van Cinderella, ofwel Assepoester. Ieder die mee wilde spelen kon zich opgeven, moest een paar regels voordragen en de rest van de klas stemde wie welke rol kreeg. Wekenlang hebben ze geoefend, van 2 uur het stuk terug kunnen draaien naar 20 minuten. Jakob ambieerde geen dragende rol en voegde zich vol plezier bij het Koor, dat geluiden maakte en het verhaal vertelde. In dit verhaal zeeg Cinderella niet smachtend in de armen van haar prins neer, maar dumpt ze Prince Future, omdat ze hem saai en lui vindt. Nu was Prince Future ook lui. Voor het schoentje had hij zijn assistent gestuurd. Overigens was hij ook niet rouwig om de beslissing van Futurella, want hij vond haar lelijk. De gemene zusters waren de Evil Clone Sisters, de petemoei was de Fairy Robot en Prince Future had een rainbow colored afro. En de door-de-kinderen-bedachte moraal van het verhaal: Futurella neemt haar lot in eigen hand, en zoekt zelf een man (helaas geen vrouw).

Op woensdag werd Futurella voor de hele school opgedragen, donderdag was de afterparty en morgen moeten de kinders van room 18 hun geschreven evaluatie van het toneelstuk inleveren.

Vanmiddag, zondag, we er ook weer het halfjaarlijkse violin recital, georganiseerd door Jakob's viooljuf. Haar studenten, ca. 25 stuks, varieren in leeftijd tussen de 5 en 35. Sommigen spelen Old McDonalds had a farm, terwijl anderen een vioolconcert van Bach aanpakten. Dit is het vierde recital, en we leven inmiddels mee met alle studenten. Jakob ziet er iedere keer een stukje professioneler uit. Nu eens niet in kreukelblouse en snowboots, maar in pak met eh sportschoenen.

donderdag 4 februari 2010

Plannen

De sneeuw ligt er nog steeds. De lucht is grijzig-wit. De temperaturen zijn mild. De houtkachel snort. En zo wandelen de februari in. Ogenschijnlijk is het rustig, maar tussen de vier muren van ons oude, weer scheefzakkende pittoreske witte huisje met de gestippelde wanden, zoemt het. Sinds de kerstvakantie afgelopen is, zijn we aan het plannen alsof het leven ervan afhangt. We plannen zoveel - de agenda wordt dagelijks opengeslagen, mails verstuurd, bellijstjes gemaakt, en afgewerkt, spreadsheets in google docs gemaakt en gedeeld - dat we vergeten dat er een dagelijks leven bestaat, en ik van de weeromstoot ook geen stof meer heb om over te schrijven.

Volgend weekend zijn we in Calgary, dan vlieg ik naar Europa, is het al zo lentevakantie, die we in de bergen van Canmore gaan doorbrengen. In de zomer de meren van Noord-Sasketchewan per kano verkennen en dan rondreizen aan de Atlantische oceaan, Quebec, mogelijk een puntje Maine, New Brunswick, stukje Prince Edward Island, vervolgens Nova Scotia.


Inmiddels is ook Egidius in Canada geland. Jakob was erg te spreken over het ontwerp van de voorkant. Wij over de binnenkant. In sneltreinvaart hebben we alle verhalen gelezen, en nu zitten we met het gevoel dat we de helft nog eens moeten lezen, of minstens een stroomdiagram moeten maken. Hoe zit dat nou met die schrijver in dat hotel? Binnenkort schrijven we een diepgravende recensie (het staat op de to-do-lijst in onze digitale sticky notes).

Daarnaast deze week nog een pareltje van Ingmar Bergman gekeken, Through a glass darkly. Over grote dikke spinnen met harige poten, en een goed gesprek met je vader. Een paar dagen later deel 2 van de trilogie, Winter Light. De spin kwam terug, de vader niet. Pittige kost. Het landschap leek op hier.

woensdag 3 februari 2010

Eine Flöte

Irgendwann letztes Jahr im April ging ich zu Long & McQuade und lieh mir eine Querflöte, eine Gemeinhardt. Ich hatte ja früher einmal, ca. vor 50 Jahren, Oboe gespielt, erst ein Schulmodell, später eine Marigaux. Jedoch wegen einerseits jugendlichem Suchen, Wirren und Wahnsinn, andererseits musikalisch technischen Oboenproblemen, beendete ich nach dem Abschluss der Schule meine Laufbahn als Oboist.

Wer's nicht mitgemacht hat, dem ist es nicht einfach zu erklären. Bei der Oboe wird die Luft durch so ein Rörchen gepresst (siehe Foto rechts). Fischhaut-Umwicklung, und so weiter, muss alles handgemacht werden. Ich selber hatte das nie gelernt. Deshalb mussten die Röhrchen bestellt werden, meistens 4 Stück, á 15 DM per caput. Meistens bestellte ich zu spät, nämlich erst wenn alle Röhrchen kaputt waren. Und kaputt gingen sie sehr gut, denn die Ansprache (s.o.) ist nur 1mm dünn. Einmal dagegen gestoßen mit einem Schneidezahn, und unser hohler Freund war erledigt. Von den bestellten Pfeifenköpfen waren meistens 2 unbrauchbar, sie wurden mit Rasierklinge bearbeitet, und dadurch meistens endgültig zerstört. Blieben 2 übrig, ein gutes, und ein schlechtes. Wurden sie bespielt, dann war oft das gute schlecht, und das schlechte so la la.

Um auf der Oboe Geräusche zu erzeugen muss nun Luft mit aller Kraft durch die Ansprache gepresst werden, ein Schlitz der ca 1mm hoch und 8mm breit ist. Die Oboe bietet also erheblichen Widerstand der mit Lippenspannung, Zwerchfelkontraktion (sog. Stütze) und Anspannung jedes verfügbaren Leibesmuskels bis zum kleinen Zeh überwunden werden muss. Ist genug Druck in der Luftröhre aufgebaut, klappt das Rohr häufig ganz dicht, und nichts geht mehr. Das ist besonders schön, wenn man gerade vor-"spielt". Chenoa, meinen kanadische Flötenlehrerein, erzählte mir, dass eine ihrer Musikerkolleginnen, eine Oboistin, monatlich ein Röhrchengericht abhält, wobei die Missetäter en public hingerichtet werden. Na ja, soweit brachte ich es nicht, das Vibrato gelang mir nie korrekt und ich gab auf, - aber ich blieb dennoch Bläser! Einmal Bläser, immer Bläser!

Und darum jetzt also die Flöte! Erst hab ich 3 Monate rumprobiert. Seit September nehme ich Unterricht by Chenoa Anderson, den Tip bekam ich von Jakobs famoser Violinenlehrerin. Nun, nach ca. 1/2 Jahr arbeite ich mich beinahe täglich durch die Übungsbücher von Trevor Wye, die ich sehr schätze, ich spiele die Übungen und Tonleitern, zum Schrecken und Verderben der Familie, lieber als die echte Musik. Ich arbeite auch an ein Paar Stücken von Bach, Beethoven, Duetten nach Mozarts Zauberflöte, und Chinesischer Flötenmusik.


Und nun will ich die geliehene Flöte ersetzen mit einer eigenen. Seit Dezember suche ich die edmontonischen Instrumentheler ab, ich kenne sie inzwischen besser als ihre eigene Konkurrenz. Modelle von Armstrong, die Armstrong Emeritus, auch Yamaha 484,684,784,892, sowieso Myazawa, und Avanti, selbst Powell Signature, ja Powell Conservatory und zu guter Letzt Sonare 600 habe ich bisher getestet, die eine mit zu wenig Charakter, die andere zu teuer, allesamt aber besser als meine Leihflöte. Wenn alles gut geht fällt die Entscheidung nächste Woche!