woensdag 21 december 2011

Tolle gebrauchte Sachen zu verkaufen

Kauf bei uns: hier!

Im Haus geht's weiterhin wild zu:


zaterdag 26 november 2011

De kindervrind

Drie jaar waren we zonder sint. Jammer? Verdrietig? NEE! Dolblij en opgelucht, bevrijd. Wij worstelen met de sint en ook met zijn pieten en zijn - soms stilzwijgend soms wat luider - in protest tegen deze nationale leugen. Het gaat lang terug voor mij, deze worsteling. Als ik terugdenk had ik als klein kind al sterk gemengde gevoelens over het rondgooien van het zogenaamde strooigoed. Enerzijds was het vol spanning wachten tot een piet de deur van het klaslokaal opengooide. Anderzijds was ik heel eenvoudig bang voor die keiharde pepernoten en dook ik het liefst direct in een veilige hoek. Ik at mijzelf graag kotsmisselijk. Maar ook was ik afkerig van het snoep dat uit de stoffige hoeken van de niet al te frisse vloer van het klaslokaal was weggegraaid. En ooit ben ik door het hoofd van de lagere school aan mijn oren naar binnen getrokken omdat hij dacht dat ik de jongere generatie op de school op de hoogte bracht van het grote bedrog. We hebben J & R dan ook nooit voor het lapje gehouden. Wie gelooft of vertrouwt zijn ouders nog als ze jarenlang volhouden en aanmoedigen dat er een vieze oude vent in een jurk met een boek vol met intieme details van kinderen op een paard op een stoomboot vanuit Spanje naar Nederland komt, zich op wonderbaarlijke wijze multipliceert, snoepjes uitdeelt, via de schoorsteen naar binnen gluurt en in ongelijke verhouding staat tot zijn talloze 'knechtjes', die er overigens ook niet vies van zijn met een zweepje aan de slag te gaan. Ik was dan ook blij verrast toen ik net dit berichtje las, en zie ook een oude klassieker van Toon Hermans over dit thema. Nu wordt het tijd dat ook in Nederland de slavernij wordt afgeschaft, en dat de Nederlandse ouder zichzelf weer in de ogen durft te kijken. Ban de sint! Bevrijd piet! Ban de sint! Bevrijd piet! Ban de sint! Bevrijd piet!

zondag 20 november 2011

Huis deel 1

We zijn de trotse bezitters van een huis. Zie hier onze badkamer met Marokkaanse handgeglazuurde tegeltjes, handdouche en all-round scrub. Voor een heerlijk authentiek gevoel en unieke ruimte-beleving. Nooit meer damp op de spiegel, want deze is er niet.


De collectie designradiotoren.


En is onze nieuwe slaapkamer niet om jaloers van te worden? Je opent de deur en valt niet van de ene verbazing in de ander, maar in een heerlijk zacht matras van hoogwaardige isolatie-materialen.

zondag 30 oktober 2011

Vetcooledodehoekles! DUH.

Toen ik al niet eens meer jong was, kwam het woord 'wreed' in zwang. Het lukte mij niet meer om de fijne nuances van dit woord te leren, want ik was opgegroeid in de generatie van 'kei'. Overigens heb ik ook van 'kei' de kneepjes niet onder de knie gekregen omdat ik het associeerde met Nederland onder de rivieren. Dat was niet mijn land, niet mijn taal en dus was voor mij ook nooit en te nimmer iets 'keigaaf', hoogstens keihard omdat een kei hard is. In mijn taal zei je ook geen 'houdoe'. Tevens weerhield ik me van het westerse 'doei'. Wij zeiden 'aju' of 'ajuus'. Ik ben wars van nieuwe invloeden, maar inmiddels vinden de nieuwe invloeden wel hun weg naar mij. 'Vet cool' is natuurlijk een oude bekende. Ik denk dat Jakob die al gebruikte toen we naar Canada vertrokken. Zo had Jakob deze week een vet coole les over dode hoeken in het verkeer. Er kwam zelfs een vrachtauto op school, en de dode hoek werd zelf aanschouwd. Vet cool dus. Een nieuwe voor mij is 'hard'. Volgens Jakob is iets 'hard' als het erg is, maar preciezer kan ik het niet krijgen. En favoriet is natuurlijk Rebecca's 'duh' met de bijbehorende onderuitgezakte toon, a la Charlie Sheen. Voor alles dat al 100 jaar bekend verondersteld kan worden. Hoe kun je zo dom zijn! Duh. En zo af en toe is hier nog iets 'epic'.

maandag 24 oktober 2011

Avonturen in Elswout

Vorige week of de week ervoor waren we wandelen op landgoed Elswout toen er ineens een rode poes met halflang haar op ons afdook. Ze had een bandje om met maar een half kokertje eraan. Het gedeelte met naam en telefoonnummer ontbraken. De poes was gewelddadig aanhankelijk en liep met ons mee, en wij wisten niet wat te doen. Was de poes dak- en thuisloos? Waarom had ze maar een half kokertje en had ze een schram op haar wang? Het hield ons allemaal bezig en bijna hadden we de moeder van Rebecca's vriendinnetje met de 4 poezen gebeld, tot poes zich aan twee andere wandelaars klampte.

Een dag later waren we weer op Elswout, maar nu voor een paddenstoelexcursie. Naast een biefstukzwam zag ik ook de rode poes weer. Ze zat in een boom terwijl 10 kinderen probeerden bij haar te komen. Ook de kinderen maakten zich druk om het lot van de rode poes, maar omdat zij zich druk maakten konden wij onze fietstassen met half gerust hart vol met goudreinetten stoppen in plaats van met poes.

De afgelopen week was het herfstvakantie en op woensdag gingen de kinderen met de boswachter vogels tekenen op Elswout. Ze keken door verrekijkers naar houtduiven, en tekenden aalscholvers, merels en mussen. Ze hoorden over de ara in Elswout, de enige ara die in Nederland in het "wild" leeft en hier een nestje jonge araatjes heeft groot gebracht, en over de rode poes. Volgens de boswachter hoeven we ons geen zorgen te maken, en dat geloven we dan maar.

maandag 17 oktober 2011

Een mooie herfstdag in de duinen

Drie jaar geleden gingen we voor het eerste bisons zoeken in Elk Island. Dit weekend gingen op jacht naar de grote grazers van de Kennemer Duinen. Er zijn gelukkig voldoende constanten in ons bestaan. En nog steeds was grote held Jakob zo bang dat hij fluisterde zodra we in de buurt van deze koeies of koeen (Rebecca heeft nog wat moeite met de rare meervouden in het Nederlands) kwamen.


Ook zagen we nog een hert, een libelle met een gebroken vleugel en een kudde schapen, waaronder 1 zwart schaapje, aangevoerd door een mank schaap, en, tevens, een groep nog niet nader geidentificeerde zwarte vogels. Cormorants met een wit borstje? Na 3 uur wandelen in de duinen waren we allemaal uitgeput en Rebecca viel thuis direct in slaap. Binnenkort nog een keer op pad met de flora en fauna in de hand, want met het determineren van plant en dier was het vandaag erbarmelijk gesteld.

maandag 10 oktober 2011

Tis 'n schande maar een fraaie, dat wel


Tseiqami ligt al veel te lang plat. En wat is er veel gebeurd! Op 1 september zijn we verhuisd, zonder rijbewijs maar wel met boerman en zijn alom erkende rijvaardigheid. De wasmachine moest weer eens een paar van die immens steile Nederlandse trappen op. Het weekend erop volgend zijn we met 3 fietsen, 4 personen, en 3 grote zwarte roltassen vanuit het oosten naar het westen getreind, en maandag begon de school. Sindsdien fietsen we iedere ochtend over het bruggetje (zie foto), langs de Bavo Kathedraal, spoor over, stad uit, weilanden door, hoekje om, naar school. Op vrijdag halen we graag nog een zak kibbeling bij Willy, net na het bruggetje, en voor sluitingstijd.


En wat is er weinig veranderd. Want inmiddels fiedelt J. alweer iedere week lustig aan de vioolconcerten van Vivaldi, schaakt op dinsdag tegen de - zoals hij het noemt - "oude mannen", en op vrijdag met de kinderen in de club. In het weekend regelmatig een toernooi, van Mierlo naar Leiden naar Santpoort. R. twinkelt twinkelt op de cello, en donderjaagt zoals altijd met de jongens. Het lijkt alsof we nooit weggeweest zijn. En dat terwijl we hier nooit waren.


Het is druk, dat wel. Maar de oude stad Haarlem bevalt erg goed. Iedere week ontdekken we weer een nieuw stukje. Eerst was het fietsen naar Zandvoort, fietsen naar Bloemendaal, en toen was het fietsen langs de Spaarne, of wandelen bij Elswout. En soms ineens, totaal onverwacht, komen we ook hier in een rare multiculti mix. Zoals toen die dag toen we een kerk binnengetrokken werden om naar een Cubaans koor te luisteren. Het overviel ons en week gestemd als we waren door alle emoties van de laatste maanden, waren we tot de tranen aan toe geroerd. Gelukkig had A. een dikke zonnenbril op en kon ik me vasthouden aan de zwabber (met emmer) die ik net bij de Blokker gekocht had.

zondag 28 augustus 2011

Overgegoten kaaskops


Ach, wat is de levende taal toch een genot! Een grote bron van taalplezier is de menukaart in een willekeurig restaurant. Afgelopen vrijdag stond er bijvoorbeeld chocolademoes op het menu - ik zag iemand druk in de weer met een vork een stuk chocolade prakkend - en waren de schotels overgegoten met saus. Zaterdag fietste ik, samen met R., langs een groepje kinderen. Eentje riep er iets en misschien was het wel in onze richting. R. vroeg zich af wat het betekende. Ik antwoordde dat het waarschijnlijk een andere taal was. Misschien Marokkaans, of Turks? Later vroeg A., die samen met J. een stukje vooruit fietste, of ik de kinders nog aangesproken had. Zoiets doe ik namelijk graag. Zo heb ik onlangs nog een groepje voetballende tieners vermanend toegesproken nadat ze hun bal in mijn buik geschoten hadden: Zeg zouden jullie niet eens even jullie excuses aanbieden?!. Ik kom langzaam op de leeftijd dat dat kan, en als moeder heb ik een verantwoordelijkheid. Maar de knulletjes van vandaag had ik ook vanuit pure beroepsmatige interesse graag aangesproken. Klaarblijkelijk hadden ze ons gezinnetje - overigens grotendeels allochtoon - met het predicaat kaaskops beplakt.

vrijdag 26 augustus 2011

In de arena

Laat ik een klein misverstand even rechtzetten: ik kan woedend worden, rode waas voor de ogen, ontploffen als een ziedende stier brullend om me heen slaand, niets en niemand ontziend. Dat gebeurde bijvoorbeeld jaren geleden toen ik zag dat een jongeman mijn net gestolen fiets op de hoek van de Biltstraat voor 10 euro probeerde te verkopen. Mijn fiets heb ik zo teruggekregen. Veel andere woede-uitbarstingen heb ik weggedrongen, waarschijnlijk omdat deze minder effectief waren en vooral reden voor schaamte zijn.

Echter, de rode doek van de ERDEEWEE, gisteren, herinner ik me nog levendig. Wij allebei - A. en ik - hebben digitaal rijbevoegdheid in Nederland, en deze digitale bevoegdheden zijn geldig tot resp. 2013 en 2012. We dachten dus dat het roze papiertje slechts een futiele snel te regelen formaliteit was. NEEN! We moeten onze oude rijbewijzen, die we van Canada verplicht daar moesten achterlaten, opsturen. WE HEBBEN ZE NIET MEER! WIJ NIET KUNNEN! A. wordt aangemerkt als titelloze vreemdeling hoewel hij al jaren bij de belastingdienst bekend is als doneerder in de staatspot en ik, IK, moet een BEWIJS KOPEN dat ik bevoegd ben voor categorie B. Het CEEBEE-ER kan er wel 4 maanden voor nemen om naar dit bewijs te kijken en haar oordeel op te sturen naar de ERDEEWEE. Het ERDEEWEE doet er dan weer 2 maanden over om het pasjesbedrijf te bellen om een pasje .... te gieten, uit te snijden, hoekjes bij te schuren, te beschilderen, te vernissen, te lamineren, te verzegelen? Aan de telefoon knal ik uit elkaar bij het horen van de zalvende front-office mededelingen: "Ik begrijp uw frustratie, mevrouw", "Ik wil u graag een en ander uitleggen, maar ik kom er niet tussen", "dat zijn de regels, mevrouw, en daar kunnen wij niets aan doen", "nee, u kunt niemand spreken, maar wij kunnen u wel terugbellen". "Jaja" zeg ik "dat ken ik van de belastingdienst". Om van mijn geschreeuw af te komen, geeft het front-office mij het advies om met de kopieen van mijn rijbewijs naar de politie te gaan en te vragen of zij goedkeuring geven om met deze vodjes te rijden. Ik denk "zijn ze gek geworden?" maar in uiterste wanhoop probeer ik het toch. Totaal onwettig, natuurlijk. Bedankt ERDEEWEE.

Dan zijn er nog een paar kleine akkefietjes waar A. mij buiten probeert te houden, omdat een ziedende stier meer kapotmaakt dan lijmt. En er moet een hoop ge(s)lijmd worden. Zo is er A's TELETWEE mobiele abonnement waarvoor hij mijn Nederlanderschap moet lenen, omdat een Duitser niet geaccepteerd wordt en Europa niet bestaat in het nieuwe Nederland (en rijbewijzen, doorgaans erg geschikt om dit paspoortprobleem op te lossen, hebben we natuurlijk niet). En wat te denken van de DOUANE waar onze 23 kisten met oude meuk doorheen gesluisd moeten worden - smachtend wachtend in de haven van Rotterdam - en die klaarblijkelijk in plaats van de gangbare rode stempel een zwarte stempel hebben gekregen. Omdat de inkt op was, de beambte kleurenblind is, of het verkeerde stempelkussen gebruikt heeft? Ik had de willekeurige helpdeskmedewerker zowel de mobiele telefoon - de verboden Samsung Melkweg - als het stempelkussen persoonlijk door de strot geduwd. Nee, dan A.: geduld had nooit een betere vertegenwoordiger. Hut ab!

Tussen al die rode lappen door laveren we op een huurfiets (ajaaa, daar herinner ik me ineens wat nog lopende problemen met onze nieuwe ENNES abonnementen en persoonlijke tjipknippers) over de derde duinenrij in Haarlem, en dan belt regelmatig een makelaar op die er geen enkel probleem in ziet om een verschil van 60.000 euro tussen vraag en onze mogelijkheden te overbruggen.

zaterdag 20 augustus 2011

De vrije slag door Zutphen

Ja Berni, viel um die Ohren, aber heute hatten wir Wasser in den Ohren.


Seit unserer Ankunft sind wir viel mit der Haussuche in Haarlem beschäftigt. Mit Fahrrad und Stadtkarte hin und her, in der Pause einen Bitterbal und ein Butterbrot mit jungem Gouda.


Wir haben inzwischen ca. 20 Häuser angekuckt. Wenn's klappt, wohnen wir in einer Gegend, die 10 Fahrrad Minuten entfernt from Strand ist, 10 Minuten durch ein Dünennaturschutzgebiet, 2 min zur Schule, Arbeit ca 40 min. Weils aber erwartungsgemäß noch dauert und auch noch umgebaut werden wird müssen wir erst kurz mieten, ausserdem weiter Häuser gucken, Architekten suchen, Bautechnische Untersuchung regeln, Hypotheken abschließen, Fahrräder 2ter Hand kaufen und reparieren, Musikunttericht regeln, Sportclubs, usw. .... Wir haben natürlich kein Führerschein mehr und kein Auto, alle Abstände werden mit Zug und Fahhrad bewältigt. Unsere Kleider, Bücher, Computer und Elmas Fahhrad stehen auf einer Pallette in Rotterdam, das Finanzamt hat unseren Antrag auf Erlassung von Mehrwertsteuer und Einfuhrrecht bisher noch nicht genehmigt, zum Glück haben wir noch genug Kleider mit von unserer Reise durch British Columbia.


Zugleich aber erfreuen wir uns täglich wieder an und in Holland. Hier in der Hinterecke (Achterhoek) bei Elmas Eltern ist es prächtig. Fahrradfahren (immer fahrradfahren = fietsen) unter Alleen, über sandige Waldpfade, zum retro-Freibad in Vorden, Kaffee im Garten, Tischtennis unterm Garagendach. Ich studiere das Goldene Zeitalter Hollands, Descartes, Spinoza, Grotius, Vossius, aber auch Supralapsaristen und Infralapsaristem, bzw. Remonstranten und Contraremonstranten, usw., Elma bereitet ihren Kurs vor und denkt sich Forschungsprojekte aus, die Kinder spielen mit Hubert's Kindern oder mit Ministeck und fietsen, fietsen, fietsen.

Heute war allerdings ein besonderer Tag. Wir hatten in der Zeitung gelesen vom 'Freien Schlag durch Zutphen',  einem Schwimmwettstreit in der Berkel. 


Nach dem wir in Canada/USA in Yellowstone Lake (12°), Big Horn Canyon (19°), den Seen von Saskatchwan (19°), dem Pazifik auf den Queen Charlotte Inseln (15°) und dem Pazifik vor Tofino, Vancouver Island (16°), und letztens in Haarlem im monumentalen Houtvaart Schwimmbad (Amsterdammer Schule), 21.5°, rumgeschwommen waren fühlten wir uns reif für unseren ersten Schimmwettkampf in offenem Wasser und haben uns gleich angemeldet,


 Elma für 1500m, ich für 3000m. 


Die Berkel ist ein ziemlich ruhiges Flüsschen, mit leichter Strömung, Wassertemperatur ca 20°, 


dass unter Weidenbäumen langs in einem leichten Bogen durch Zutphen dümpelt, zwischen 500 Jahren alten Häusern und unter Brückchen hindurch. 



Wir haben es alle beide geschafft,


und genossen bei bestem Wetter 


vom undurchsichtigen und ungefilterden grünbraunen Wasser


und der eigenartigen Perspektive. Unsere Zeiten wissen wir noch nicht, stehn wohl bald auf der Website. Nächstes Jahr machen die Kinder auch mit. Mal sehen wann und wo der nächste Wettstreit stattfindet. Im Herbst allerding dann mit leichter Neoprenrüstung!

vrijdag 15 juli 2011

Skidegate days

Een rustige ochtend. De vogeltjes zingen en we eten de laatste restjes ontbijt op. Het stand lijkt hier door de platheid een beetje meer op het Nederlandse strand. Rond de middag zeggen we ook Jo's cabin weer gedag, met achterlating van het klavertje 4 dat we in de tuin gevonden hadden. Vandaag zijn de Skidegate days, maar als we het programma bekijken bekruipt ons het "4rth of July Ketchikan" gevoel en denken we aan de rubber duck race.


Toch maar naar het Haida Gwaii museum & heritage center, waar we een rondleiding over het weven (only for women) krijgen, een paar van de originele Tanu totempoles zien en we lezen nog eens een keer na waar we al veel over gehoord hebben. De Haida en hun slaven, de huizen die ze op konden bouwen en weer af breken om te vervoeren, de button blankets. We leren nieuwe dingen over de Haida taal, dat er nog maar 30 sprekers zijn die de taal in vloeiende vorm beheersen, hoe de elders een schrift hebben ontwikkeld. We krijgen het gevoel dat de Haida eigenlijk dit gebied in eigen bestuur willen hebben, los van Canada. Na wat slow fast food bij Dave zakken we langzaam af naar de haven en wachten tot we op de boot mogen, deze keer met cabin waar we tot 4.30 in de ochtend kunnen slapen.

donderdag 14 juli 2011

Again byebye


Om 6.30 staan we op om te profiteren van de "low tide". Nu het water zo laag staat, hebben we volop kans om de zee-egels, zeesterren, zeekomkommers, en enorme zee-anemonen te zien die de rotsige kust bewonen.


J gaat in zijn eigen kayak, eindelijk. Het is inderdaad druk bevolkt langs de kant, en van bovenaf kijkt een hertje op ons neer.


Jo plukt nog twee zee-egels om lekker op te peuzelen (!). Alleen J durft. Ik sta versteld van deze moed, want als iemand exact wil weten wat er in zijn mond gaat en als iemand last heeft van rare texturen bij het eten, dan is het wel J. Ontbijten, spullen pakken en wachten tot de zodiak ons op komt halen.


Rond de middag laden we de 7 kayaks op de zodiak, en we zetten onszelf met 3-4 lagen + grote regenmantels erbij om vervolgens in volle vaart door de Gwaii Hanaas terug te scheuren naar Moresby Camp. Iedereen beleeft de zodiaktocht op z'n eigen manier. R valt in slaap. A heeft het gevoel dat hij zo uit de boot kan stappen en ik overdenk Canada. Na aankomst gaat het allemaal heel snel, spullen verzamelen en dan scheiden de wegen. Ik pink een traantje weg, het is weer een stukje meer afscheid van Canada. Gelukkig hebben we meteen ook weer een nieuw stukje voor ogen. We kunnen deze nacht in de cabin van Jo overnachten, in Tlell. We pikken Jeepio op achter het huis van de taxi chauffeur, alles ligt er nog, laptop met mijn volledige werk van de afgelopen jaren en ik hoef dus niet van baan te veranderen. Achterklep gaat nog steeds niet open. Wederom on the road, eerst de ferry van Aligot Bay naar Skidegate en dan van Skidegate naar Tlell.


Een kleine cabin, in het bos, met een eigen paadje naar het strand. Alles is oud, een groot bed, houtkachel, een tuin met prei, worteltjes, ui, aardappel, snijbiet en munt, een vriezer vol met zelfgeschoten deermeat (febr. 2011), en buiten het "outhouse". Jo heeft ons op het hart gedrukt dat we wat moeten proberen en dat doen we. We gaan voor de zelfgedraaide deersausages. Het is knus, buiten begint het te regenen, de kachel brandt en we vallen allemaal in slaap.

woensdag 13 juli 2011

Museum van schelp tot schedel

Vandaag is de vanzelfsprekendheid in een klap voorbij. De laatste dag op het water, de laatste dag voor 9 mensen koken op een houtvuur, en laatste dag dat ieder voor zijn of haar call of nature het Ama beach bezoeken (dat er hier overigens uitziet zoals op bovenstaande foto).

De eerste uurtjes van de ochtend gaat iedereen z'n eigen gang. Rebecca kijkt hoe Rachel de restjes eten in zakken doet, zodat ze later weer opgebakken kunnen worden. Ook bewondert ze hoe Rachel een lucifer door een oud piercinggat ergens schuin onder de onderlip kan halen. Wij maken ons een voorstelling van de teenager Rebecca. Jakob helpt Pierre met de crabtrap, een project dat al een paar dagen bezig is en waarvoor ze samen al zoekend op het strand allerlei onderdelen verzameld hebben. Een paar pogingen om krabben te vangen, zijn vruchteloos gebleven. De bodem is hier niet zanderig genoeg, is de diagnose.

Dan maken we een plan en besluiten om samen met gids Jo en z'n viertjes nog een dag flink te peddelen. Het plan is een tocht rond het eiland, waar onze tenten staan, zodat we het aan alle kanten kunnen zien. Het weer is nog steeds geweldig, de wind en golven mild. We hebben geluk, want de Queen Charlottes staan bekend om hun regen. Wij zijn blij, want regen hadden we genoeg. De tocht is bijzonder mooi, met zeemist die plotseling in flarden opkomt en tussen de eilandjes door zweeft, andere kanten van het eiland met zwarte lavasteen. We leggen aan bij een aanpalend eilandje voor de lunch, opgewarmde paste van de vorige dag, en laten alles nog even diep inwerken, in alle rust. Water, lucht en steen.

De kinderen werken ondertussen hard aan hun museum. Ze klimmen omhoog en zoeken op het strand, en vinden botten, zeesterren, scharen van krabben, een schedel (een rivierotter?), kaakbot en verschillende abalone met parelmoer in steeds weer andere kleuren.

Op een gegeven moment moeten we toch weer oppakken, want het is onze kookbeurt vanavond. We peddelen het laatste stuk, tot we het hele eiland rond zijn. Aangekomen zet ik een pan op het vuur, voor een potato-leek-soup.

Jo legt Jakob en Rebecca uit hoe ze een mand moeten vlechten, ook al een project dat eerder begonnen is. Vanaf dag 1 zijn Jakob en Jo al takken van de goede lengte aan weken zodat ze buigzaam genoeg zijn, en vandaag kan er eindelijk gevlochten worden.

En als Pierre de restanten van een opgegeten vis op de stenen legt, kunnen we precies zien hoe een bald eagle zijn prooi vangt. Eerste scheert hij er hard over heen en mist op een haar na. Dan wacht hij zo'n 5 minuten hoog in de boom, totdat wij denken dat hij het eigenlijk al opgegeven heeft. Plotseling, bijna sneller dan wij het door hebben, duikt hij nogmaals naar beneden en pikt met zijn klauwen de resten van de vis op.

Het wordt een late avond. Jakob en Rebecca bouwen hard aan een dam om het vuur te beschermen tegen het opkomende water, maar de zee wint. Het is volle maan, de hoogste high tide en morgenvroeg de laagste low tide.

dinsdag 12 juli 2011

Tanu

De dagen rijgen zich vanzelfsprekend aan elkaar zonder dat we veel na hoeven denken. Wat een heerlijkheid! Deze ochtend slapen we uit om rond de middag op pad te gaan naar het dorp Tanu, een historisch Haida dorp.


In Tanu krijgen een rondleiding door watchmen David, Denise en hun hondje Cedar, en horen weer hoe de Haida de kust afschuimden, slaven hielden die ze als buit meegenomen hadden, zich - anders dan hun "broeders" op de plains van Alberta - geen zorgen over eten hoefden te maken door vis in overvloed, verplaatsbare houten huizen hadden, een hoog ontwikkelde hout- en vlechtcultuur hadden en natuurlijk palen, palen, palen. Alles wordt aan de natuur overgelaten en de palen die dit roemrijke verleden markeren liggen half vergaan verborgen onder dikke lagen mos. Wie goed kijkt herkent iets van de oude dorpsstructuur.

We zitten nog een tijd in het huis van de watchmen en zien hoe David peddels uitsnijdt, luisteren naar de uitleg van Denise over het weven met de rode en de witte ceder bast, en proeven gedroogd zeewier. De lekkerste zeewier - en deze was onverwacht lekker met de smaak van zoete nori - krijg je door te oogsten in februari.

Nadat J & R nog diverse snoepjes toegestopt krijgen, gaan we verder op pad naar Kunga Island. J. bewijst zichzelf en peddelt het laatste stuk in de kayak, die hij deelde met Rachel, voor twee. Binnenkort wordt zijn wens vervuld en mag hij alleen in een kayak.

maandag 11 juli 2011

Heaven on earth

Vandaag is een peddeldag waarop we halverwege voor de keuze staan: Tanu ("eelgrass") Island of Kunga Island? Eerst een pauze en dan kiezen we voor vandaag de kortere route, naar Tanu. Dit betekent dat we pas morgen vers zoet water kunnen halen.


Onderweg komen we veel vogels tegen: de trotse bald eagle, meeuwen met jonge grijze meeuwtjes, brutaal kijkende oyster catchers, en een nog niet nader geidentificeerde roodpotige zwarte zwemvogel.

Na een flinke peddel met nog een race tussen A. en mij komen we om het hoekje aan bij een mooi, breed en windvrij strand waar de visjes boven het zee-oppervlak uitspringen en een zeehond nieuwsgierig toekijkt.


Iedereen zakt ergens neer op het strand. Nitya zet haar tent op op het strand. Pierre gaat nog uit vissen en wij springen allemaal het water in. Die avond zitten we lang aan het strand tot dat de zon volledig onder gegaan is. Het zeehondje kijkt regelmatig of wij er nog zitten.