donderdag 29 juli 2010

Huis, tuin en ... opbergschuur

Na terugkerende verzoeken van deze of gene is hier dan eindelijk een impressie van onze nieuwe woning: een eigen kamer voor J & R, een cold room en grote diepvrieskist voor de voorraden en alle turkeys die we in gaan vriezen, de muziekruimte (met brandblusser want het kan soms hoog oplopen daar, in de muziekkamer), rijtjes sla-planten, vuurplaats die voldoet aan alle wettelijke bepalingen, trap naar boven, trap naar beneden, wasmandjes voor de verschillende kleuren was, een grasmaaier en sprinkler die het doen, een overdekt terras (waar de regen als in een tent lekker op neerklettert), een onoverdekt terras en schuur met werkbank en een deur die je met een knopje open en dicht doet. Een echt volwassen huis dus. Het huis staat dan ook in een mature neighborhood, iets verder weg van het Sodom en Gomorra op Whyte Ave. We kunnen recht naar het noorden via de fiets- route in 15 minuten naar de campus. Becky zal na de zomer ook op de fiets naar school gaan, want lopen is te ver, en als het goed is krijgen we ook via de community league van onze nieuwe community kaartjes voor de Scona Pool. De community league heeft geld en is nu hard aan de slag om een klimkei in de speeltuin te krijgen. In de winter is er een flinke skating rink op loopafstand. De kat van de overburen probeert iedere dag naar binnen te glippen, en kijkt me smartelijk en soms licht verwijtend aan als ik de deur voor zijn neus dichtgooi. Iets verderop zit een zwarte pers, die ondanks belletje, onlangs nog wel een vogel in zijn bek had. Veel verschillende vogels hebben we hier overigens nog niet ontdekt (misschien een verband met de perzische kat?). Net het hoekje om, tegenover het park, is een interessante combinatie winkels, een organic bakery (Buns & Roses), een obscuur Chinees restaurant, een beauty salon en een etablissement dat we nog helemaal niet thuis kunnen brengen, maar A. zag er allemaal mensen breien (?). En onze buurman heeft precies dezelfde rode Jeep als wij, maar dan in de limited version.

maandag 26 juli 2010

Prince Albert National Park

Als we van het Canadian Shield afglijden, komen we terecht in Prince Albert National Park. We zijn benieuwd, hebben goede verhalen over het park gehoord. Bij het binnenrijden zien we vooral bomen, bomen en bomen. Ah ja, dat was ook zo: het park beschermt een stuk boreal forest ... Als we het stadje Waskesiu komen, weten de interpreters nou niet direct enige hoogtepunten, maar wel waar we de tent op kunnen zetten. Waskesiu ligt aan een groot meer en net als we daarover uit staan te kijken, komt er een waanzinnige wolkenpartij aan. Een oude mevrouw uit Hannover komt naast me staan, en zegt "That does not look good". Hmm nee, zo heb ik ze ook nog niet gezien, deze vakantie.

Even later barst er onweer los, met harde windstoten en regen. Wij rennen de deli & bakery in, en juist als wij weer naar buiten rennen op weg naar onze kooi van Faraday, flitst en dondert het nog eens flink. Onweer, ik zal er nooit aan wennen. Bij de camping lukt het om een van de felbegeerde plekjes aan het water te krijgen, maar al heel snel merken we dat onze muggentactiek hier niet werkt. Netten, petten, jassen, olie, coils, muggentent en uiteindelijk DEET worden ingezet. In de muggentent, volgesprayed met een rokende coil kunnen we behoorlijk rustig eten. Zullen we morgen in staat zijn om iets van het park te zien? Later horen we dat het dit jaar een uitzonderlijk muggenjaar is in Prince Albert. We overtuigen de kinderen ervan dat we ook deze uitdaging wel aankunnen. En de volgende ochtend gaan we zwaarbewapend over de Treebeardtrail:

's Middags rijden we wat rond, en hebben prachtig zicht op een beer die doodgemoedereerd voor ons de weg oversteekt, en langs de kant van de weg wat rondwroet in de mierenhopen. Zo goed hebben we een beer nog niet kunnen bekijken. Dan vinden we een plek aan het water met voldoende wind, koken er soep, en zijn zo blij met de afwezigheid van enige mug, dat we een paar uur later ook de risotto hier koken, en de slappe lach krijgen van een oude dame en haar nog oudere moeder die vastbesloten zijn om hier een vuur aan te krijgen voor hun jaarlijkse outdoor hamburger. Ze krijgen ons vuurtje als wij in Waskesiu gaan acquarelleren, met de interpreters van Prince Albert National Park. De hemel boven Waskesiu is nu niet dreigend maar gewoon mooi, niet alleen nu in de avond, maar ook de volgende ochtend als we een kop koffie in de bakery drinken. En gaan we terug in onze eigen voetstappen van een paar weken geleden, alleen smaakte de koffie van het Minoan Ristorante toen beter.

zondag 25 juli 2010

Terug naar Missinipe

McLennan Lake area: Dag 7
Op de ochtend van de zevende dag zien we de zoon van outfitter Ric voorbijkanoen op weg naar huis. Wij stappen een uurtje later in de kano voor het laatste traject; om 4PM staat het busje klaar voor ons aan de wallekant. Op het allerlaatste stukje merken we eindelijk hoe het is om te peddelen met wind tegen en voor we het beseffen helpen we onze voormalige gids Rebecca om de kano's op de aanhanger te laden. Ik had nog wel een weekje, een maandje, een jaartje, zo rond kunnen peddelen, van eiland naar eiland, met voor iedere dag een zakje eten, na het opstaan een sprong in het water, in de avond om 9.46 de tent in vanwege de muggen, het geluid van de loon en een dreigend onweer in de verte. In de avond zetten we de tent weer op in Missinipe, en vernemen daar dat de avond nadat we weggepeddeld waren van het Forest House er een blikseminslag op 400-500 meter afstand was en ten gevolgde daarvan een bosbrand. Dat was het front, waarover ik eerder schreef, en een van de drie inslagen dicht in de buurt ... Die nacht hamert de regen nog eens flink op de tent. De volgende ochtend horen we dat dit de grootste bak regen ooit in Missinipe was, we pakken de spullen in, nu niet in de kano, maar in de auto, en zeggen dag tegen de Churchill River outfitters. Maar het plan ligt klaar: als A. 50 wordt, peddelen we de Churchill River, een maand lang, met J & R in de stern en wij in de bow. En dan laten wij ons peddelen.

zaterdag 24 juli 2010

Front

McLennan Lake are: Dag 6
We brengen de ochtend zwemmend door en genieten nog een lunch met geroosterde kip. Dan laden we de barrels weer in en vertrekken. Inmiddels weten we waar de bosbranden zo ongeveer moeten zijn, namelijk zo'n 8 kilometer ten noordoosten van ons. We zien de rookwolken in de verte, af en toe een waterbomber en geregeld vliegt er een spotter over.

Zoals inmiddels duidelijk is, spelen de momenten niet op het water, de portages, een belangrijke rol. Een kanotocht zonder portage is eigenlijk als een bos zonder beer. Een beetje spanning en een dosis afzien zijn nodig om het geheel een beetje op te peperen en zouten, zelfs voor - of misschien juist - angsthazen en luie donders als wij, die in het dagelijks leven voornamelijk op hun gat achter het scherm zitten. Vandaag realiseren we ons dat we eigenlijk nog geen echte portage foto's hebben, eentje met de kano op de kop, en we sturen J. achter ons aan met de camera. Meestal heist A. de eerste kano omhoog zodat ik me eronder kan manouvreren zodat het ding goed om mijn schouders balanceert, en liever niet op de nekwervel want dat zorgt voor helse pijnen.


Zo wandel ik dan weg:


A. doet alles zelf, heisen en tillen. Zelfs ook heeft hij een portage gedaan met kano op het hoofd en barrel op de rug. Pwaaah! Ingewikkelder dan de portages vandaag was het vinden van de kampeerplek. Op het aangewezen eiland had mogelijk 10 jaar geleden de laatste tent gestaan. Nu was alles dik begroeid en tijdens zijn verkenning zag A. vooral overal dikke plukken berenhaar hangen. Portages en beren, dat was teveel voor ons. Maar net als we besluiten om een paar uur verder te kanoen, zie ik iets wat lijkt op een mooie plek op een volgend eiland. Er blijkt zelfs van stenen een soort fornuis gebouwd te zijn.


Als het eten op is, zien we ineens, heel vlot vanuit het zuiden een dik donker front optrekken. We kunnen nog net alle barrels afsluiten en de tent inrennen voor het losbarst. Drie flitsen zijn dicht in de buurt. De regen hamert hard op de tent en dan is het stil. We horen het maniakale gelach van een loon in de verte. Het front is even snel overgetrokken als ze kwam aangestormd.

donderdag 22 juli 2010

Forest House

McLennan Lake area: Dag 4
Het grotere doel is het Forest House, waar we outfitter Ric en zijn familie zullen treffen, maar voor we daar in zullen komen, peddelen we via Versaille Lake verder noord en overnachten we op een klein eilandje met een oud weerstation. Het eilandje ligt mooi, maar is platgetreden en heeft veel oude, dode bomen en kale rots. Er zijn vijf mogelijke plekken om de tent op te zetten, maar het ontbreekt ons aan de besluitvaardigheid om een keus maken. Elk heeft wel een nadeel: te weinig bomen en/of te hoog gelegen (bliksem-inslag-gevaar), te veel oude bomen (boom-omval-gevaar), of te klein.


Pas na het avondeten, met onze eerste gevriesdroogde boeuf stroganoff en de laatste marshmellows, kiezen we een plekje dat overal tussenin zit. J & R openen een winkeltje met 16 verschillende producten: peperkorrels, dennennaalden voor de dennenolie, peterselie, sla, bieslook, gedroogde paddenstoelen, zout, suiker, zouthout en nog 7 dingen die ik niet meer weet. Ook zijn er zakjes met soepmengsels. Met een half oor meeluisterend begrijp ik dat het doel is om veel geld te verdienen door de producten per post te versturen naar de klant. Ik suggereer de sla uit het assortiment te nemen.


McLennan Lake area: Dag 5
De tocht naar het Forest House is niet lang, maar heeft wel nog 2 serieuzere portages en 1 kleintje. De eerste portage gaat door een droge rivier en erg ongelijk terrein, en halverwege besluiten we om de kano's met z'n 2-en te tillen. De tweede portage gaat over simpel terrein maar is erg lang, voert ons langs muskeg, J. gaat met barrel en al onderuit en spartelt als een omgedraaide kever. De tweede keer raakt hij verstrikt in de draagconstructie.


Aan het eind wordt ons pad geblokkeerd door een omgevallen boom.


Toch krijgen we alle kano's en barrels aan de overkant en als we bij de allerlaatste miniportage aankomen, blijken we de kano's niet te hoeven overdragen omdat Ric voor het stukje naar het Forest House twee kano's heeft klaargelegd.

Aangekomen krijgen we een rondleiding en horen van alles over de geschiedenis van huis en tuin, de composterings- en energietechnieken, maken kennis met het ecotoilet en de houtgestookte sauna, zwemmen in het meer (de witte container op de foto markeert de koelkast van zoon Dan, op de bodem ligt een krat bier en resideren een paar flessen witte wijn).


A & R hangen wat in de hangmat.

's Avonds een lamb roast van de grill en rhubarb en berry pie, en ons eerste glas wijn deze vakantie. Boven staan boeken, varierend van Slaughterhouse Five en Lord Jim tot How to Shit in the Woods. Where culture and nature meet, zou ik zeggen. Onderwijl trekt er een rookwolk. Er is een bosbrand in de buurt maar het blijkt, zelfs voor Ric die Jim, John, Marcia, Bob en Bill gebeld heeft met de satelliettelefoon, niet eenvoudig uit te zoeken waar precies. Er vliegen spotters over die rondjes cirkelen boven ons hoofd. Wat zien ze? Wat willen ze? Later draait de wind en is de rook weg, maar een beetje onrust blijft.

dinsdag 20 juli 2010

Territoriumdrift

McLennan Lake area: Dag 2
Om 9:30 zitten we weer in de kano. Stabiel weer, maar wel een rokerige mist. A. was niet door een hersenspinsel wakker geworden. Is de wind gedraaid, is dit de rook van een bosbrand verderop in het noorden, is het gisteravond ergens dicht in de buurt ingeslagen? We weten het niet. De wind waait weer in de rug, en na een ochtend peddelen zien we, voor het eerst tijdens deze kanovakantie, andere kanoers. We wisselen wat kanoinformatie uit en ze wijzen ons op een mooie lunchplek. Na de lunch koersen we af op het eilandje dat we op het oog hebben voor de overnachting. Daar aangekomen zien we, tot onze schrik, 3 of 4 tenten staan, en in het midden een professioneel opgezette tarp. Het eiland is ingenomen, maar we besluiten ons tentje erbij te plakken. De plek is te mooi en de volgende plek is te ver, en bovendien is dit land van iedereen.


Op grond van de opschriften op barrels die we zien staan, concluderen we dat het een groep studenten van de University of Calgary moet zijn (UofC outdoor centre). Een paar uurtjes later blijken ze hiervoor een beetje op leeftijd te zijn. Het is een groepje 50-60 jarigen (1 echtpaar, 2 a 3 loners) met een groepsleidster die haar ongenoegen over onze aanwezigheid niet geheel kan verbloemen ("surprised"). Ik weet niet hoe deze reis geadverteerd staat in de UofC outdoor centre folder, maar met zo'n gezin erbij is het toch iets minder pristine en het avontuur iets minder wild. Voor ons is het een blik in de hoog-complexe structuur van zo'n groepsreis. We spreken een groepslid vanuit het water met snorkel op het hoofd, de ander toont ons al zijn gevangen vissen, de volgende bespreekt de rest van de route met ons, en uiteindelijk komt de groepsleidster nog even haar excuses aanbieden voor haar aanvankelijke surprise. Morgen vertrekken zij weer en nemen wij het eiland in! De avond brengen we door in alle rust, ieder aan z'n kant van het eiland. A. maakt nog een avondlijke peddeltocht met de kinders, en ze luisteren allemaal vol bewondering naar het concert van de loons, met echo (luister en huiver: scroll even tot het eind van deze pagina naar de Looney Tunes).


McLennan Lake area: Dag 3
Iedere dag begint met een paar liter water filteren:

Als de groep vertrokken is, verplaatsen wij de tent en spannen onze tarp op. Omdat alle dode bomen op dit eiland opgestookt zijn, maken we een uitstapje naar een eilandje in de buurt voor hout.

Nu we een dak en hout hebben, wordt het tijd voor het volgende lunch-experiment: bannock. A. heeft een aantal ziploc zakjes met bannockmix (bloem, zout, bakpoeder) gemaakt, zodat we een snel brood kunnen bakken op het vuur, met deeg om de stok of als platte broden in de pan. Een tak is de bannockroller.

Later leren we dat de echte profi's de onderkant van de kano gebruiken als bannock-rol-ondergrond. De bannock smaakt erg goed, en nog beter met gesmolten kaas ertussen.

In de middag willen we eigenlijk uit vissen, maar het rommelt en omdat we niet zulke onweerhelden zijn en het eilandje best gezellig is, brengen we de hele middag door met urenlang meditatief houtsnijden, terwijl de hoverflies zorgen voor het achtergrond gezoem. Het is niet eenvoudig om een hoverende vlieg van te leggen, maar op de onderstaande foto staat er toch echt een.

maandag 19 juli 2010

Alleen op pad

We hebben een dag om ons voor te bereiden op de volgende tocht, 7 dagen alleen op pad. We lopen af en aan naar de plaatselijke wasserette, testen de "oven" op onze dragonfly cooker en tevens de maismeelmuffinmix, pakken nu 6 barrels in (Food I en Food II) en bespreken met outfitter Ric (en alle anderen die op dat moment toevallig in het office zijn) de route, en toestand van de portages.

McLennan lake area: Dag 1
50 kilometer ten noorden van Missinipe worden we met twee kano's uit de bus gegooid.

Het is benauwd weer. We hebben de weersvoorspellingen nauwgezet gevolgd, maar er is geen peil op te trekken want de verschillende bronnen voorspellen zeer divers en iedere dag ziet het plaatje er weer anders uit. Jakob en ik nemen de rode kano, Rebecca en Alexander de gele. Het is prettig weer op het water te zijn. Met de wind in de rug zijn we snel bij de eerste portage. Het gaat zo snel dat we verder peddelen dan eerst geplanned. Tegen 4PM komen we bij een reeks eilandjes aan. Ergens moet een kampeerplek zijn, maar we vinden 'm niet en strijken neer op een klein eilandje waar we precies op passen met z'n vieren + tent. Het rommelt, en we overtarpen een minuscuul plekje tussen de bomen, gooien het vuur aan, koken en kunnen net op tijd met een bord vol pasta onder de tarp kruipen, wanneer het begint te onweren en regenen.

Later klaart het weer op, en volgt een mooie zonsondergang. A. leest een paar hoofdstukken voor uit Farley Mowat's Lost in the barrens.

Deze nacht zal A. vier keer wakker worden. De eerste keer van een mier in zijn slaapzak, dan van het rommelende onweer, vervolgens van een rommelende maag en dan nog een keer door de geur van rook ...

vrijdag 16 juli 2010

Wild water

Otter lake area: Dag 3
Als we uiteindelijk na lang uitslapen opstaan, schijnt de zon onbarmhartig. Het ontbijt-restant havermoutpap wordt met een ei erdoor tot een beslag getransformeerd en omgebakken tot koeken voor snack 1. 's Middags peddelen we naar, niet door, Robertson Falls, voor de traditionele familiefoto. Lachen we allemaal als waanzinnigen, staat de zon verkeerd ...

Pelikanen, libelles, een osprey en aan de overkant een visserskampement. Tegen 4 peddelen we terug naar 'huis' op Utie Island om de T-rescue te oefenen: Wat te doen als de kano omslaat en twee Rebecca's hulpeloos ronddobberen?


Rebecca 1 trek je aan het zwemvest op. Rebecca 2 hang je achter de boot en van de kano's maak je een T:

Het is de laatste avond met gids Rebecca. Als afscheidsfeestje grillen we marshmellows en leren we nog een paar knopen: de bailerknot, de bowline, en de rest ben ik vergeten (maar daarvoor hebben we Internet, zie bijv. deze site). Net als we allemaal de tent in willen stappen komt A. aangerend, "BEER" roepend. De spanning loopt op, maar beer blijkt een lichtreflectie. En dan moeten we heel snel de tent in want om 9.46 PM arriveren de muggen, hebben we, door schade en schande - 60 jeukende bulten in mijn geval - wijsgeworden, geleerd.

Otter lake area: Dag 4
Om 5 uur is het begonnen met regenen. Om 7 uur komt er onweer bij. We kruipen allemaal op de isolerende matjes en kijken naar buiten. Eindelijk zien we de bever ook aan het werk. We ontbijten in regenpak, onder tarp, op Rebecca's werktafel, zitten op een paar houtstronken. Ondanks het gerommel moeten we op pad. Het water voelt warm, een teken dat de lucht en wijzelf behoorlijk afgekoeld zijn. Bij de lunch warm ik mijn voeten aan het vuur. De warme soep, gegeten onder de tarp, is welkom. Het rommelt nog steeds.

Het waait flink, en we zien zelfs "white caps" die de kano's behoorlijk doen deinen, maar de wind is gunstig en blaast ons snel langs Grandmother's Bay weer terug naar Missinipe.

woensdag 14 juli 2010

Negotiating a portage

Otter Lake area: Dag 1
Op de dag waarop Frankrijk de bestorming van de bastille viert, worden wij te water gelaten in French Lake. Gelukkig nog eerst een paar dagen met een gids, zodat met name ik de fijne kneepjes van het kano besturen en navigeren op water kan leren. Jakob is gespannen, Rebecca heeft geen mening. De eerste portage, waarbij we de kano's en barrels moeten dragen om bijvoorbeeld een stroomversnelling te omzeilen - veel meren liggen op verschillende hoogtes waardoor er zgn. rapids zijn - of omdat er geen waterweg is, komt snel. Met de yolk (juk?) op de schouders, en de kano boven het hoofd, een ton op de rug en een ton op de buik, waggelen we door het bos. Nog een stukje peddelen en dan wordt kamp 1 opgezet, aan de oever van Ducker Lake. Hout zoeken, berkenbast verzamelen, zagen, vuur maken, tarp opspannen, water filteren, tent opzetten, eten koken. Vakantie? Hartstikke druk hier. Na het eten zwemmen en een poging tot vissen, waar A & J geen vis rijker maar wel 2 haken armer van terugkomen.

Otter Lake area: Dag 2
Het weer is goed en via Stewart Lake, met aan twee kanten de restanten van een bosbrand ongeveer 7 jaar geleden, peddelen we langs muurtekeningen van de oude indianen. We zien een bever:

Heel mooi is de caribou met jonkie:


We gaan langs Rattler Bay en 'negotiaten' wederom een portage, waarbij we omhoog en omlaag moeten met kano op de schouders over glibberige stenen. Maar erger dan stijgen, dalen over glibbers zijn de muggen. Weerloos kijk ik toe hoe ze op mijn arm gaan zitten en prikken. Ik blaas, beweeg de kano heen en weer, maar ze weten hoe weinig ik kan doen. Ik voel een hysterische aanval opkomen en besluit dat ik in het vervolg voor iedere portage mezelf onderdompel in een bad van Citronella olie, want hiervoor is mijn zen te ontoereikend. We maken per kano de oversteek naar Utie Island en zetten kamp 2 op. Becky ontdekt de vele mogelijkheden van berkenbast en maakt voor iedereen ringen en armbanden. Er wordt een werktafel gemaakt, later omgedoopt tot Beckies shop, en stenen beschilderd.

De kampeerplek op Utie Island ligt erg mooi. 's Nachts horen we het 'kaplousch' geluid van de hardwerkende bever, die met zijn staart op het water slaat, en ergens aan de overkant zijn burcht heeft.

dinsdag 13 juli 2010

Voorbereidingen

Om 9:30 beginnen we met een kano-instructie van onze gids Rebecca. Wat zijn de delen van de kano, en hun bijbehorende functie? Grijze wolken pakken zich samen boven Otter Lake.


Een bald eagle vliegt in de lucht. Na 5 minuten peddelen zijn we natgeregend en ik bedank A. stilzwijgend dat hij ondanks mijn protest een regenbroek voor me gekocht heeft. Ik had het verschil tussen de weg van school naar huis op de fiets, of van huis naar school, en een "wilderness canoe trip" onderschat, toegegeven. 's Middags pakken we de "barrels" in, 5 stuks die mits goed afgesloten, blijven drijven en onze tent, slaapzakken, eten, bijl, zaag, vuurbox en kleren droog en boven water moeten houden in het geval van spontaan optredende catastrofes. We beginnen met lukraak rondgraaien in onze spullen, maar concluderen dan dat dat niet de manier is.


De barrels worden gethematiseerd en gelabeld: Gear, Tent, Bedding, Food, Clothes. De voorlaatste barrel bevatte voor iedere dag een aparte zak met daarin breakfast, snack 1, lunch, snack 2 en supper. Ha! Dit gaat langzaam lijken op het ideaal gestructureerde leven. 's Avonds in de muggentent, bestuderen we de (of het?) waterfilter.

maandag 12 juli 2010

Walleye

In de ochtend gaan we op zoek naar de beheerder van de camping om onze 3 dollar te voldoen, maar we vinden alleen de man, met zijn truck, die 30 jaar geleden de minigolfbaan aangelegd heeft en deze nu moet repareren (maar niet weet hoe). Hij rijdt nog even de omgeving rond op zoek naar de beheerder, maar vindt ook niets. Stelt voor dat wij achter hem aanrijden voor een ruimere blik in de omgeving, maar bedenkt zich 5 minuten later in het besef dat de verhouding tussen inspanning en kosten van de overnachting een beetje buitenproportioneel wordt. Hij wenst ons een goede reis.


Hoe dieper in Saskatchewan, hoe geler de koolzaadvelden. Af en toe steekt een Russisch-orthodox kerkje de kop op, in dorpjes met veelzeggende namen als Krydor. We passeren Prince Albert stad, kopen nieuwe hotdogs, vinden nieuwe plastic eierdoosjes, steken de rivier de Saskatchewan over, en rijden langs Prince Albert National Park. Koolzaad maakt plaats voor boom, en asfalt wordt een weg met zand en steen. De dichtheid van Indianen reserves neemt toe. Om van La Ronge naar Missinipe te komen, hobbelen we 76 kilometer noordwaarts met links, rechts, voor en achter naaldbomen, op de voorruit platte muggen, en achter ons een stofwolk.


Missinipe is het Cree woord voor 'grote rivier' en de naam die de lokale Cree indianen aan de Churchill River hebben gegeven. Mississippi, de zuidelijke nicht, is het Ojibwe of Chippewa woord voor 'grote rivier'. Net voor Missinipe en het Otter Lake, steekt een ware otter de weg over. Als we aan het einde van de middag aankomen in Missinipe, kennis gemaakt hebben met de outfitter en onze gids, tent opgezet hebben, hotdogs achter de kiezen, komt een overbuurman aangewandeld met een bord vol Walleye ofwel Breekbekbaars. Noch van de lichtreflecterende ogen noch van zijn brede bek zien we wat, want dit exemplaar is in stukjes verdeeld en knapperig gefrituurd. Deze middag gevangen, en of we ook wat willen proberen?

zondag 11 juli 2010

Op naar the Shield


Een heel krap weekje, of liever een paar luttele dagen, na onze terugkomst uit Nederland, stonden we alweer in de startblokken voor een volgende reis, een kanotocht in het noorden van Saskatchewan, in de regio die bekend staat als the Canadian Shield. En in die paar dagen was het ook nog stevig aanpoten, want voor Jakob en mij waren het de eerste dagen in ons nieuwe huis en in een nieuwe buurt. Op 11 juli, de dag van de beslissende wedstrijd tussen Oranje en Spanje, net na het beslissende schot en nog allerhand klusjes die nog eventjes afgerond moesten worden, stapten we dan eindelijk in de rode Jeep richting "the northern hamlet of Missinipe". Bij Lloydminster steken we de provinciegrens over, en we overnachten bij Redberry Lake.


Het avondmaal is geen hoogtepunt in ons culinaire bestaan: de hotdogs die we de kinders beloofd hadden, liggen nog in de koelkast thuis. Ook onze 12 eieren in hun 2 net nieuwe gele hard-plastic kampeerdoosjes zullen moeten wachten op onze terugkomst. De No Name superstore vegetable soup die we in plaats daarvan produceren, smaakt naar desinfectiemiddel. Verder zijn er nog 2 van huis meegenomen hardgekookte eieren.