zondag 21 maart 2010

Bitterballen

De vriend van mijn Griekse collega is een Canadees die van koken houdt, en dus hadden we hem, nu mijn Griekse collega een tijdje in het wetenschappelijk Mekka aan de oostkust resideert, uitgenodigd voor Hollandsche pot. Hij komt van de boerderij, en is wel wat gewend. De klapstuk had al een uurtje in de pan gesudderd; uien, aardappels en wortels lagen klaar om gehakt te worden. De jus was nep, en bleek na bestudering van het etiket, niets met vlees te maken te hebben. Hutspot dus. Over het toetje, de vla, had onze huisduitser zich gebogen. Onder het motto van meneer Wateetons "dingen die u met minder moeite en voor minder geld in de supermarkt kunt kopen" was het gelukt om een vanillestokje van 6 Canadese dollars te kopen. Nu moest het de 3 rauwe eidooiers nog lukken om zonder kookthermometer op de juiste temperatuur te komen. Omdat we de vla wilden bestrooien met hagelslag, besloten we in de morgen om op expeditie te gaan richting Ben's meat & deli. Of eigenlijk was de directe aanleiding het hapje vooraf, bitterballen met mosterd, en tegelijk ook een natuurlijk vervolg op ons bezoek aan aan de K&K, ruim een maand geleden (wat nog een Leberkaese opleverde). Toen we de Jeep parkeerden zagen we, door de etalage, de rollen Bolletje torenhoog opgestapeld. Kroepoek, stroopwafels, klompen, appelstroop, drop, blikken boerenkool, het beste wat Nederland te bieden heeft. Rita was trots geweest. Maar ... geen bitterballen. Vroeger werden deze eigenhandig in de winkel gedraaid, maar helaas waren kunde en vaardigheid niet van generatie op generatie overdragen. De suggestie van de baas was om de uit Ontario geimporteerde kroketten te frituren en in stukjes te snijden."Mwaaah, dat is toch geen bitterbal", zeiden we, eetsnobs als we zijn. Toch om te testen een pakje Ontariaanse kroketten meegenomen en voor de zekerheid nog een pak vanillevla. En we schrijven meneer Wateetons aan voor een tip in de serie "Dat maakt u toch zeker zelf".

woensdag 17 maart 2010

Saint Patrick's Day

Er worden hier heel wat feesten gevierd. Vandaag was het Saint Patrick's Day, de dag waarop de leprechauns stoute dingen doen. Leprechauns zijn kleine mannetjes in groene kleren. Bij Rebecca was het klaslokaal op slot, en na het forceren van de deur bleek dat de indoor shoes van alle kinderen door het lokaal verspreid waren. Als je de leprechauns wilt plezieren dan draag je groene kleren, want dan knijpen ze je niet stiekem in de billen. Ze moeten woedend op ons geweest zijn, de leprechauns. Wij zouden een snack voor de kinderen verzorgen. "Something green" had de juf gezegd. Ik verdiepte me braaf in de vitamine C afdeling en kocht een zak mandarijntjes, een zak blauwe druiven en twee bakken aardbeien. Vanochtend realiseerde ik me, toen ik de groene cake van een andere ouder zag, dat het eigenlijk komkommers, bleekselderij en witte druiven hadden moeten zijn. Hoe kunnen we het weten??!! Vandaag was ook de dag van de taalverandering. Sommige taalkundigen stellen dat kleine kinderen de grootste taalveranderaars zijn. "Dit is de mijne, dat is de joune en dit? Dit is de haarse, en de leprechauns hebben gebrengt, uh gebrongen", aldus Rebecca.

De meneren

Eergisterochtend toen Jakob en ik naar school wandelden, voegde een meneer van links voor ons in op de stoep. Verderop wachtte een tweede meneer. De twee meneren wandelden samen verder en wij liepen een paar passen achter hen. Ik vond de meneren aandoenlijk. Mijn meneer droeg een pak, waarvan de broek aan de korte kant was, en donkere schoenen die duidelijk aan een poetsbeurt toe waren. Zijn jas leek van een afstand een donkere nette wollen jas, maar dichterbij zag je dat de voering een beetje loshing, en dat het model een beetje uitgezakt was. De haren van mijn meneer waren nog vochtig, gekamd. Ik schatte hem op zo'n 30-33 jaar oud. Jakobs meneer was wat langer, zelfde leeftijd, de jas wat minder aftands en de schoenen minder stoffig, maar de broek van zijn glanzende streepjespak viel op een rare manier om zijn dunne benen. Hij had een witte plastic zak in de hand met zijn lunch, waaronder een banaan. Jakob vond de meneren ook fascinerend. Hij vond vooral de zijne raar, met raar haar, een rode pukkel, en een veel te grote dikke jas boven te dunne benen. Gisterochtend liepen de meneren weer voor ons. Nu hadden ze allebei een witte plastic zak in de hand met hun lunch.

zondag 14 maart 2010

Inhibitie

Deze week liet een van de studenten in het taalverwervingslab me deze reeks filmpjes zien. Toevallig had ik net een aantal weken geleden over deze experimenten, die oorspronkelijk in de 60-er jaren begonnen zijn, gelezen. De achterliggende vraag is in hoeverre kinderen in staat zijn hun eerste aandrang om de marshmellow op te eten te onderdrukken als hen in het vooruitzicht is gesteld dat ze, als ze netjes wachten, er twee krijgen. De wat oudere kinderen doen dit bijzonder goed, en hebben een heel scala aan technieken in huis om zichzelf in de hand te houden. Lang leve de prefrontale cortex.

Wapperende burka

De afgelopen nacht hadden we weer een sleep-over met Jakob's vriendje B. De avond ervoor waren we, na de ski-potluck, gaan zwemmen om de jongens uit te putten. Het mocht niet baten: pas tegen twaalven vielen ze in slaap. Vanochtend een beetje pipse gezichten bij het ontbijt (wat voor ons wel zo rustig was). Het gesprek nam zijn eigen weg en zo ontdekten we dat we de ontbijttafel deelden met een monotheist, een atheist en een polytheist. Nadat B. opgehaald was, besloten we dat de sufheid het best verdreven kon worden met een beetje buitenlucht, en we togen op weg naar Elk Island. Daar viel ons voor het eerst dit vrolijke bod op, het gele met de hobbelende auto.

Er lag wat sneeuw, maar vooral waterplassen, slush en veel bruine takken. Op de Hayburger trail hoorden we een enkel vogeltje. Er lagen grote bergen bisonpoep.


Bij Astotin Lake stond een Arabische familie met de moeder gehuld in een wapperende, zwarte burka aan de rand van de ijsvlakte. Met kinderwagen en burka stak de hele familie de ijsvlakte over naar het eilandje met bomen in de verte.

zaterdag 13 maart 2010

Jack rabbits final potluck

Zelfs al moeten ze zigzaggen, er wordt geskiet tot het laatste klontje sneeuw langzaam druppend in de bodem verdwijnt. Zoals de Nederlander die blijft fietsen ook al is het wegdek een ijsbaan, en zijn 3 kinderen in weer en wind achterop, voorop en naast de fiets blijft transporteren. En zo heeft ieder land haar nationale trots. Wij, duidelijk geen Canadezen, hadden al geen enkele ski meer meegenomen, en ons volledig voorbereid op de finale potluck.


De vuurpot rookte en er werden s'mores gemaakt. Eindelijk begreep ik wat het was: twee crackers en daartussen een gesmolten marshmellow met chocolate chips of een stuk chocolade. Waarschijnlijk doet menigeen er ook pindakaas tussen, of jellybeans. Voor het eerst zag ik ook de jellybeansalad, met coconutdressing (zie foto boven). Ik durfde het niet te proeven. Een hotdog ging er wel in.

Rebecca deed nog rennend mee aan een ski-sneeuwbal biathlon. Jakob had besloten dat de tijd begonnen was waarin hutten gebouwd worden, en zat met zijn vriendje in het bos. Weer een jaartje wachten, en dan kunnen we weer skieen. Omdat we ons deze winter een beetje bedrogen voelen - geen stoere verhalen deze keer - keken we deze week Zero Kelvin.

zaterdag 6 maart 2010

Lente

Het water drupt van het dak, de vogeltjes kwetteren, de konijnen hebben al donkere pootjes en oren en vandaag bij de skiles skiede er een heerschap slechts gekleed in een sportbroekje over de heuveltjes van Gold Bar Park. De lente zet dit jaar twee maanden eerder in dan vorig jaar. El Ninjo, vertelde Liz me vandaag tijdens het skieen. Global warming, vertelde Andrea me gisteren toen we Assiniboia Hall uitwandelden.

In de smeltende sneeuw heeft Rebecca met haar bunny rabbits nog een race geskiet, en Jakob nog een estafette gedaan. Ouders en coaches joelden de kinderen toe vanaf de zijlijn; ik verbaasde me weer over het positivisme tegen de klippen in. "Good recovery!" kreeg een jongetje dat zwaar achterlag, onderuitging maar toch opkrabbelde, te horen. Wij zouden denken dat "Way to go!" betekent dat je nog een lange weg af te leggen hebt ("Denk maar niet dat je er bent, jochie!"), maar nee, het komt van "This is the right way to go" ("Je bent hartstikke goed bezig!"). Volgende week zou eigenlijk de laatste les zijn, maar omdat alles "fun" is, komt iedereen maar nu niet met skistokken maar met BBQ vorken naar de les toe. Kan er niet geskiet worden, dan kan er toch zeker wel een wiener of marshmellow gegrild worden.

Om het ski-seizoen uit te luiden, hebben we een hapje gegeten bij Viphalay, met eten uit Thailand en Laos. Het was een grote verrassing, zoals zovaak hier was de buitenkant onooglijk, maar binnen was een gezellig restaurantje met echt lekker eten. We hebben al plannen gemaakt voor wat we de volgende keer gaan bestellen.

vrijdag 5 maart 2010

Beugelbekkie

Gisteren heeft Jakob zijn beugel opgehaald bij orthodontist dr. H. Hij kreeg een hele lijst instructies mee over hoe de beugel te behandelen. Zijn favoriet: rol je beugel tijdens het eten niet in een servet, want dan belandt hij in het afval. Bij de beugel hoort een groen opbergbakje. In mijn tijd was het nog niet zo sjiek. Met hetzelfde probleem behept als Jakob, moest ik ook een beugel. Ik kwam er nog relatief goed vanaf: grote broer had een buitenboordbeugel en grote zus had een mondvullend blok. Bij mij was het zo'n dingetje dat je aan de bovenkant erin klikt, met een klein rekje om de tong tegen te houden. Dat rekje heeft Jakob dan weer niet. Maar zo'n bakje, dat had ik dus niet. En had ik die wel gehad, dan was het misschien ook langer gelukt om de beugel overdag op school te dragen. Want van mijn beugel op school, herinner ik me alleen de beker water op mijn tafel, en de gene om mijn beugel, en vooral eventuele etensresten die eraan zouden hangen en in het water zouden drijven, zo open en bloot tentoon te stellen. Vandaag heeft Jakob zijn beugel meteen naar school ingedaan, wel een beetje bang en onzeker, want het praten is lastig (gisteravond nog wel een tijdje op "something" geoefend). Op school aangekomen, was de moed hem in de schoenen gezakt. Maar toen ik hem vandaag aan het einde van de dag weer ophaalde, was het allemaal niet zo erg als gedacht en waren er een hoop nieuwe banden te geschapen met de andere beugeldragers en toekomstige beugelbekkies in de klas.

woensdag 3 maart 2010

Zee-egels

Tegenwoordig kijk ik niet meer uit het raam bij stijgen en dalen, maar blijf stug in mijn boek lezen (deel 3 van Updike's Rabbit serie). En stijgen en dalen moest vaak deze keer, want de terugweg ging van Schiphol naar Edmonton via Frankfurt en Calgary. Ik had me net geinstalleerd met laptop en had een half uurtje wat rond getypt aan een artikel in wording, toen mijn buurman me vroeg waarover ik eigenlijk schreef en of ik bezig was met mijn PhD. "Pardon" denk ik dan altijd en zeg soms gedecideerd of gemoedelijk lachend dat ik die in 2003 al afgerond heb. En zo begon een 9 uur durend gesprek (het lukte me niet eens een filmpje te kijken). Mijn buurman bleek als kind van Japan naar Canada te zijn verhuisd, en bij zijn handel in groene thee gebruik te maken van zijn kennis van de twee talen en culturen. Zo blijkt de stilte in de Japanse conversatie van cruciaal belang. Als een Japanner direct antwoordt op een verzoek, en zoiets zegt als "Ik denk er nog even over na" dan gaat het de goede kant op. Zit er een fractie van een second tussen je verzoek en zijn antwoord, dan kun je het wel schudden, ook al wordt het antwoord precies hetzelfde geformuleerd. Ook leerde ik over Noorwegen, bijvoorbeeld dat het dit jaar niet lukt om op 17 mei de eerste nieuwe aardappelen te hebben. Sinds twee maanden woonde mijn buurman namelijk in Noorwegen, op een fjord. Hij had het aan zijn vrouw beloofd, een Noorse, om het ook daar eens uit te proberen. Maar echt simpel blijkt het niet te zijn, als beleefde Canadese-Japanner tussen de stugge en xenofobe vissers, maar desondanks ligt het business concept al klaar. Tel maar op: in Noorwegen is de zee-egel een plaag, in Japan een lekkernij. En zo vlogen we naar Calgary waar de wegen splitsten. Dan het laatste stukje naar Edmonton, vliegtuig uit, gang door, glazen deur door tot er twee vrolijk roepende kinderen, die er schrikbarend echt en groot uitzien, aan komen stormen. Jakob weet zich in te houden, maar Rebecca wil het toch meteen maar zeker weten "Mama, heb je ook cadeautjes meegenomen?"