Op 1 juli loopt onze werkvergunning af en om toch legaal vakantie in Canada te kunnen vieren, maken we een kleine omweg via de Verenigde Staten en reizen per boot naar Ketchikan, Alaska. We arriveren onder een dik wolkendek.
En zien al snel de motor van de lokale economie. Later zullen we uitrekenen dat per week er ca. 7000-8000 bezoekers per cruiseship het kleine stadje Ketchikan aandoen. De winkels in Ketchikan draaien volgens het rooster van de cruiseships: als er op zaterdag na 3 uur geen schepen meer aankomen, zijn ook alle winkels dicht. Als er een cruiseship in de haven ligt, is Ketchikan een drukke stad. Als er geen schip ligt, is de stad uitgestorven.
Kort na aankomst begint het te regenen. Toch besluiten we, na twee nachten Rupert rain, het toch ook nog een nacht hier in het Tongass National Forest te proberen. We hebben een mooi plekje, naast een steeds woester kolkend riviertje, continu gevoed met nieuw hemelwater. Deze nacht, na een mislukte poging om alles te overtarpen, roept A wanhopig uit "Ik wil morgen naar Nederland!", en dan dringt bij mij het besef door dat niet iedereen kamperen in de regen als een uitdaging ervaart.
donderdag 30 juni 2011
Ketchikan rain I
tags:
computer,
weer,
zomervakantie 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten