maandag 6 september 2010

Koud water

Als we in het donker aankomen bij het diep verscholen Frances Louis House verbazen we ons. Dit is een huis van cultuur en liefdevolle details. Er is een goed gevulde boekenkast, een houten bureau om te schrijven, muziek, een telescoop gericht op de sterrenhemel, schilderijen en tekeningen aan de muur, een keuken om van te smullen, een open haard, grote ramen waar we vermoedelijk de zee door kunnen zien. In onze slaapkamer horen we de golven. Vanuit het huis loopt een klein paadje door het bos naar het strand, dat nu, dankzij Earl, bezaaid is met zeegroente. Over de dirtroad is het 2 kilometer wandelen naar Kejimkujik sea adjunct. Met onze primitieve aangeboren Westgermaanse Oetsiekoetsietaalvermogens hadden we eerder al Miramichi tot 'miesjiemiesjie' en Kouchibougeac tot 'koetsjieboetsjie' verbasterd en nu kwam daar nog 'ketsjiekoetsjie' bij.


Dit park kun je alleen maar wandelend binnen, en in het park kun je twee kanten op, naar links of naar rechts. We beginnen met rechts, richting St Catherine's Beach. Hier heeft iedere zeehond zijn eigen eilandje.

De grijze strandlopertjes rennen hard mee met de golven, en zijn er als de kippen bij als het water zich weer terugtrekt.


Hier ligt geen groente op het strand, en het water ziet er zo uitnodigend uit dat de kleren snel afgeworpen worden en de badpakken omhoog gehesen, en we het water inrennen. Maar we stoppen. Earl heeft alles omgewoeld en het koude water vanonderuit naar boven gehaald. Kopje onder lukt, een paar aanrollende golven vangen we nog op maar ontspannen dobberen is er niet meer bij.

A. en ik nemen ook de linkerkant van het park mee. Het is begin september, en de kleuren van de blaadjes veranderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten