Aan de ontbijttafel ontvouwt zich een nieuw plan. We kunnen vandaag al op pad gaan, en dan in Halifax een tussenstop maken om daar in een stevig hotel de orkaan af te wachten. Misschien kunnen we dan zelfs nog naar het museum! Als de bazin ook dat geen probleem vindt - mits we in 30 minuten onze spullen bij elkaar kunnen pakken - is de beslissing snel genomen. Een half uur later rijden we langs de prachtige kust naar het zuiden. De gevoelstemperatuur is 41 graden en op de radio volgen we het lokale nieuws. We horen over hoe over een paar dagen de deportatie van de Acadians nagespeeld wordt in Grand-pre, hoe Earl het bikers festival in Digby in het water laat vallen, hoe het jaarlijkse sterrenkijkfestival ieder jaar afgelast wordt en dat de campings ontruimd worden. We karren door en tussen vijf en zes melden we ons bij de tourist information in Halifax. Of ze nog een kamer kunnen vinden waar we met z'n zessen in kunnen, liefst met zwembad en waar ze ons ook niet de volgende ochtend middenin Earl op straat zetten? Door al die ontruimde campings is het niet helemaal eenvoudig maar uiteindelijk is de Residence Inn bereid om ons met z'n zessen in een suite te stoppen: opa & oma in het bed, wij op de slaapbank en de kinderen op/in hun kampeeruitrusting op de grond. Een beetje verschil moet er blijven.
We zetten alles in de hotelkamer en wandelen naar de historische werf van Halifax. Het is warm, een band speelt muziek, er wordt gefeest, gegeten, gedronken, gelachen en vrolijk gepraat. Zo moet het zijn geweest aan de vooravond van de eerste wereldoorlog. Had ik niet het bovenstaande briefje gezien, dan had ik gedacht dat Earl mijn persoonlijke hersenspinsel was.
En gelukkig was er natuurlijk ook altijd nog the Weatheroffice om nog even extra te bevestigen dat er echt van alles op handen was:
vrijdag 3 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten