We gaan niet met de lift omhoog, niet zozeer vanwege angst voor de stabiliteit van deze witte olifant, maar meer vanwege laaghangende bewolking, en wandelen door naar de Botanische tuinen. We krijgen de indruk dat in Montreal niet alles op rolletjes loopt: het Biodome en het Insectarium zijn al maanden dicht vanwege mot op de werkvloer. Maar de tuinen zijn tevreden stemmend, met name de Japanse Zen of mineraaltuin bestaande uit alleen stenen, die in een asymmetrisch en gebalanceerd gerangschikt zijn, en verbonden door nauwkeurig geharkte patronen.
We mijmeren in de theetuin. We bewonderen bonsaibomen die eeuwenlang met liefde verzorgd zijn, en verwijlen bij bloeiende en uitgebloeide lotusbloemen, luisteren naar het water en het ruisende gras. We doorkruisen het arboretum en rennen naar de metro om nog net het laatste uurtje op de markt van Jean Talon mee te pakken.
Het is hier Little Italy, waar de achtertuinen worden bevolkt door enorme pompoenen en waslijnen met 20 paar zwarte sokken en 10 paar lange onderbroeken. De waslijnen rollen hier trouwens goed, met goed gesmeerde katrollen. 's Avonds eten bij Napoletana. De wijn mogen we zelf meenemen, en wordt bij de overbuurman gehaald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten