In Nova Scotia zijn veel vuurtorens, en ze staan op de raarste plekken. Zoals op het hek voor de kerk. Je kunt ook overal zelfgemaakte vuurtorentjes kopen. Opa en oma Duitsland slapen in een cabin die eruit ziet als een vuurtoren. Wij kamperen nog steeds. Het weer is nog steeds mooi, de nachten worden wat kouder zo aan het einde van augustus, maar met slaapzak red ik de -10. Bovendien liggen we met z'n vieren in ons tentje als haringen in een ton. De camping ligt afgelegen, en kijkt uit op Aspy Bay. Als we naar beneden afdalen komen we bij een mooi stuk strand. We springen 's ochtends meteen in het water van de Atlantische oceaan, waarvan we verwachten dat het koud zou zijn maar dat nog steeds verbazingwekkend warm is. We rennen ook weer hard uit het water als we ontdekt worden door enorme zwarte horzelige vliegen.
In de middag gaan Jakob en opa D. vissen. Hoewel A. een jaar geleden manmoedig een snoek aan de haak sloeg, heeft het echte vis-enthousiasme een generatie overgeslagen. A. wandelt liever met de rest naar White Point. Omdat we vrezen dat Rebecca van alles aan de haak slaat behalve een vis, slepen we haar - tegen haar wil overigens - mee op de wandeling.
White point is een stuk rotsig land dat uitsteekt in de zee, met aan het eind twee kleine eilandjes. Er is een gedenkplaats voor de 'Unknown Sailor' en er zijn inhammen met kleine afgeschermde stukjes cobble beach. Beneden op een zo'n strandje is een jongeman bezig een rij te maken van allemaal ronde stenen die geleidelijk in grootte afnemen, en fotografeert het resultaat. Beneden aangekomen zien we dat mensen met een hoop liefde en geduld al sinds jaar en dag geprobeerd hebben op de raarste plekjes stenen neer te zetten; Ach lieve God, denk ik, kijk nu aan. De mens is zo slecht toch niet?
Terug in de haven, blijkt er een vis gevangen te zijn; helaas nog niet door Jakob. 's Avonds belandt vis aan een vork, en wordt boven het vuur gegrild. Deze makreel, hoewel een voortijdige dood gestorven, is niet ongezien gebleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten