In haar kleinschaligheid, relatieve mens-dichtbevolktheid en boom-dunbevolktheid is PEI (Prince Edward Island) een bijzonder on-Canadese provincie. Bovendien zijn er duinen en hoeven we niet bang te zijn voor beren, slangen of wolven. Het is eigenlijk Nederland zonder rode baksteen, met meer aardappels, Engels als voertaal en zonder Geert Wilders. Alles is vredig, het zonnetje schijnt, A. loopt hard op zijn bijna blote voeten, en we pakken in alle rust de auto uit en dan weer in. PEI National Park is verdeeld in drie stukken kust: Cavendish, Stanhope en Greenwich. We beginnen met Greenwich via de Dune Shore Trail: open land met wilde bloemen, dan donker naaldbos overgaand in loofbos en richting duinen en zee lopen we over een zoetwatermeer langs bossen lisdodden en wuivend gras.
De volgende dag wandelen we kilometers langs Stanhope Beach ...
en gaan richting Cavendish, maar stoppen al eerder bij het vissersdorpje North Rustico voor lobster, shrimps, scallops en haddock, op de lobster na allemaal deep deep fried. In de haven van North Rustico spotten we de zwarte eend. Net op tijd zijn we terug voor een interpretatief programma onder de veelbelovende naam Rum & Spirits, verhalen bij het kampvuur over drooglegging - PEI was de laatste provincie waar de drooglegging afgeschaft werd - en bijgeloof. Het idee is dat de rillingen ons koud over de rug gaan lopen bij het horen van deze verhalen waarin toevalligheid toch bijna geen toevalligheid meer kan zijn, dat de haren recht overeind gaan staan en we ongemakkelijk om ons heen gaan kijken bij ieder zuchtje wind of krakend takje. Maar bij deze verhalen vermoedt zelfs J. (die doorgaans minder dan niets nodig heeft om de fantasie tot hoge hoogtes op te zwepen) niets anders tussen hemel en aarde dan hemel en aarde. De volgende ochtend schijnt het zonnetje weer, en pakken we de boel weer uit, in en op en bereiden we ons voor op de tocht naar Nova Scotia.
maandag 23 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten