maandag 29 december 2008

Kerstvakantie in Edmonton

De afgelopen dagen regen zich loom aaneen: beetje uitslapen, pannetje havermout koken, kopje koffie, beetje tobogganing, huisjes bouwen in de kelder, beetje eten koken, beetje muziek maken, verhaaltje lezen, haardje aan, potje thee koken, filmpje kijken, beetje slapen. Maar schijn bedriegt want ondertussen wordt keihard gewerkt. De kinders zitten iedere dag trouw een 1-2 uurtjes aan hun Nederlandse schrijf-, spel- en leesoefeningen, ook Rebecca die keihard al de boeken doorwerkt die ik uit Nederland meegenomen heb. Aan het goddelijke uitslapen, des te beter met uitzicht op bergen sneeuw, is deze ochtend helaas drastisch een einde gekomen omdat we Jakob om 9 uur bij zijn chesscamp moesten krijgen (en morgen ook, en overmorgen). Ik oefen mezelf ondertussen in de Indiase keuken en probeer de verborgen krachten van het zo intrigerende maar ook zo vreselijk stinkende asafoetida ("Duivelsdrek") te doorgronden. Een nieuwe wereld met mosterdzaad, fenegriek en kardamompeulen, en zoveel interessanter dan de verkeersregels hier in Alberta ...

Bij het sleeen verleggen we langzaam onze grenzen. De heuveltjes aan de overkant van de straat werden een beetje saai en dus zijn we eergisteren afgezakt naar Whitemud Ravine. Keihard zeilden babies, peuters, kleuters, kinderen, adolescenten, jong-volwassenen, ouder-volwassenen en bejaarden naar beneden, op bijna Hollandse wijze het waarschuwingsbord negerend. Zelfs honden renden mee.

Jakob nam een aanloop en vloog manmoedig met de meute mee, rolde over de kop en bezwoor ons onder flinke uithalen "noooooooit meer te gaan sleeen". De afdaling aan de overkant was meer ons formaat. Op dat heuveltje hebben we alle vier een paar middagen flink geoefend. Jacky is nu helemaal klaar voor de grote heuvel. Becky is al een keer met bak en al in de strobalen beland, hard lachend. Gisteren de dag stijlvol afgesloten in ons privezwembad Scona, waarna we compleet doorgewarmd door de sauna, tevreden door de sneeuw terug naar huis stapten.

Vanochtend op de terugweg van de Roving Chessnuts vroeg Jakob ineens of we nog foto's van ons huis in Utrecht hadden. Een minuut later hoorde ik zacht gesnik. De afgelopen maanden was hij zo in beslag genomen door al het nieuwe dat hij het nauwelijks besefte, maar nu miste hij toch opeens zijn vriendjes in Nederland, misschien gevoed door de mooie stapel brieven en tekeningen van zijn klasgenootjes die ik uit Nederland meegenomen heb of misschien ook door de pokemonnenoorlog die hij zaterdag via Skype nog gevoerd heeft met zijn beste vriendje aan de andere kant van de Atlantic. Dat is wel leuk maar toch net niet helemaal echt.

Mij verbaast het dat alles waar ik me een tijdje geleden nog zo over verbaasde nu gewoon lijkt. De praktisch-ingedeelde, uit de grond gestampte ruitjes- en blokjesstad waar niets verankerd wordt in de grond. De hangende bossen electriciteitskabels in achterstraatjes en de huizen die altijd een trapje hebben. Decorwinkelgevels, verijste wegen met grote trucks, jongemannen die bij windchill -28 in korte broek en op adidas slippers buiten rondwandelen. Of huizen ingepakt in homewrap, auto's waar stekkers uithangen en mensen ongeacht sociale rang of stand op sneakers of snowboots, het liefst met grote bekers koffie wandelend op straat. Het heeft wel wat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten