De tarp over Thulerooftopbag en auto heeft ervoor gezorgd dat alles droog gebleven is - veel Japanse kampeerders blijken gewoon standaard een tarp over de tent te gooien -. In de toiletruimte worden we aangesproken door een Nederlandse, die ik de dag daarvoor door combinatie met magere krullige vriend, fietsen en blonde staart als Nederlanders geidentificeerd had. Kleine generalisatie: Noordamerikaanse vrouwen zijn niet blond en klein, Noordamerikaanse mannen zijn stevig, kort en hebben stekeltjes. De Nederlanders zijn op de terugweg van een jaar fietsen door Zuid-Amerika. Alexander wacht ongeduldig op ons bij de tent; oppakken en op pad naar de andere kant van Glacier National Park, waar het water de andere kant op stroomt. Bij Avalanche Campground vinden we een plek helemaal aan de rand, omringd door hoge oude donkere naaldbomen.
Het is warm, vochtig, af en toe vallen een paar druppels.
Vanaf de Campground lopen we via de Cedar Trail omhoog langs de Avalanche Creek via Avalanche Gorge naar Avalanche Lake. Op de weg omhoog ontmoeten we onze buren van de St. Mary Campground, die van het vouwwagenafdakjesaanbod, - we kwamen ze ook al bij de Hidden Lake Overlook tegen -. Een mijnheer houdt mij en de kinderen tegen en vraagt aan Jakob en Rebecca: "Have you ever thanked your parents for bringing you to places like this?" "Juist!", denk ik. Avalanche Lake wordt omringd door bergen, meer dan 4 stromen water vallen naar beneden. De eenzame, kleine mens kijkt toe, het is toch bijna Caspar David Friedrich, wat wij hier voor ons zien.
Op de terugweg kruist een zwarte beer ons pad. Nooit gedacht dat wij, notoire angsthazen, dit stadium zouden bereiken maar het wordt langzaam normaal, en we durven zelfs te concluderen dat zonder beren het landschap een stuk saaier zijn (en zonder bearspray wij een stuk banger). Het bos waar we door lopen is meer dan 500 jaar oud omdat door de vochtigheid van het dal de kans op bosbrand klein is. Er staan grote Red Cedars, die kaarsrecht omhoog groeien, met indrukwekkende wortelstelsels.
Aan het einde van de middag rijden we naar McDonald Lake, de tweede historische chalet-style lodge, voor een ijsje.
De lucht wordt donkergrijs en trekt dicht, het begint te rommelen, een ouder echtpaar rent met kleren en al hand in hand een aanlegstijger af en duikt samen in het water. Als we willen gaan koken gaat het regenen, rommelen, flitsen en hagelen. In de regen gooien we twee blikken Campbell's kalkoen stoofpot in de pan, eten dit in regenjas halfstaand op, soppen het brood erin, hijsen iedereen in pyama's en slaapzak en stappen deze avond allemaal vroeg de tent in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten