Wij wilden gisteren iets leren, dus reden wij naar de Jan Janzen Nature Centre met het plan te Discover Edmonton Naturally. De stad lijkt dat in laatste jaren niet zo belangrijk meer te vinden, er staat een grote renovatie uit. Op de birch path ontbreken bijna alle bordjes, de kunsmatige waterval binnen is kapot, de bieberpelt (om te voelen) droog, de hoofdattractie een gangetje van 3 meter door de muur heen, die een groundsquirrel hol moet voorstellen.
Er is wel een aardige meisje die door Rrr direct in beslag word genomen voor knutselwerk. Zo heb ik tijd alles letters weg te lezen, en te leren hoe de lady bug de winter overleeft (met z'n 1000 stuks kruipen ze samen ergens onder bladwerk, een soort undergrowth penguins), war zich de garter snakes verstoppen bij -40 (in een hol deep in de grond, onder de frostline, weer met z'n 100 in een dikke prop). Leuk doet het de ruffeled grouse: ze stort zich hoofd vooruit uit de lucht in stortvlucht in een sneeuwbank en boort zich diep in de sneeuw, en daar steekt zij dan, tot de honger weer roept.
Nadat Rrr haar papierzakkikker met de hulp van het aardige meisje afgeknutseld en volledig met glitterplaksel ingesmeerd had liepen we naar buiten naar de pond toe, allebei bewapend met een blauw netje en een bestemmingskaart, om beestjes te zoeken. Het leukste was de giant waterbug, een 6cm lange alien die zelf vissen kan vangen. Toen we even rustig in het water staarden zwom een muskusrat voorbij. We vingen allerlei heel kleine beestjes, maar konden ze niet terugvinden op ons kaartje. Dikke bruine en dunne blauwe dragonflies vlogen om ons een, hingen voor onze neuzen in de lucht, en leken ons te vragen waarmee we hier eigenlijk bezig waren.
Toen kwam wind op en blies de glitterkikker in het water. Rrr begon direct keihard naar mama, mama, mama te brullen, ik dook in het bos, vond een berkentak, viste de kikker er weer uit, en bracht hem terug tot het onthutste meisje. De glitters zaten er steeds nog op, en met de kikker droogten ook de tranen.
Wij zaten en hele tijd rustig in het riet te staren, Rrr wilde nergens meer naar toe, ze had voor vandaag hier haar rust gevonden.
Avonds werd het dan nog eens dramatisch: Beembi. Van begin af aan vroeg Rrr bij elke instelling waarop de moeder niet te zien is: Waar is mama, waar is mama. Alsof ze al wist dat er iets verschrikkelijks zou gebeuren. Toch moest ze niet huilen als Beembi, nadat zijn moeder door de boze jager is doodgeschoten op het wondermooie maar ook zo gevaarlijke meadow in het bos, breekbaar, klein, hulpeloos, vertwijfeld mama roepend alleen tussen de grote zwarte bomen rondhuppelde. Het beeld zoemt langzaam uit, de bomen worden groter, dreigender, Beembi, kleiner en kleiner, en zware sneeuwval zet in. Rrr hield nog net vol, vader hert kwam ook snel te hulp, gelukkig. Het engste vonden wij het bosbrand, in gang gezet, natuurlijk, weer door de boze jagers, die slecht op hun vuur letten. Rrr kroop op mijn schoot en rilde, tot Beembi eindelijk gered was op een eiland, en, met alle andere vrienden, Thumper, het konijn, en Flower, het skunk, terug keek naar het brandende bos en de vlammen die hoog in de oranje hemel likten.
maandag 6 juli 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten