Wij zijn voorbereid

Deze week begint het nieuwe schooljaar. Jakob begint woensdag (8:40 AM) aan zijn tweede schooljaar hier, in grade 4, en Rebecca begint in Kindergarten op vrijdag (8:30 AM). Het begin van de school betekent het definitieve einde van de vakantie. Dan staan de wekkers op scherp om te zorgen dat het ontbijt naar binnengespateld wordt, de lunchpaketten in de rugzak terecht komen, helmen op het hoofd belanden, tanden gepoetst, tandpastavlekken verwijderd evenals pindakaasresten - de school is hier een absolute "nutfree zone". We hebben een aantal zaken ondernomen ter voorbereiding. Ten eerste hebben we een klein werkplekje voor Jakob ingericht, en daar staat een lamp die werkt op zonne-energie. Deze lamp, de "Sunnan", hebben we bij de rijkste Zweed aangeschaft en dus hadden we weer veel plezier met het doornemen van de instructiefolder.



Ten tweede heeft Alexander alles doorgenomen over H1N1, want men verwacht hier met het begin van het schooljaar wanneer alle snotneuzen weer samen in de klas zitten, een grote uitbarsting. Daarnaast blijkt het plan van Alberta om de pandemie te lijf te gaan aan alle kanten te rammelen. Dus dan doen we het maar zelf. Stap 1: Bij binnenkomst van het huis, dient iedereen nu de handen te poetsen met een "sanitizer" die 99.9 % van de bacterieën doodt.

Stel dat van de 99.9% van de bacterieën die onze sanitizer (President's choice) aanpakt 80% goed is en dat net die ene overgeblevene 0.01% procent door het leven gaat als H1N1. Dan zouden we best wel eens besmet kunnen raken. Stap 2: Als de koorts stijgt, gieten, duwen en stapelen we paracetamol en ibuprofen met aardbeiensmaak, frambozensmaak, bananensmaak, pepermuntsmaak en zonder smaak in onze lichamen tot er een ware antiflu-cocktail ontstaat met zo'n smerige smaak dat elke bacterie wegrent.

Stap 3: Daarna blijven we 7 dagen binnen, zodat we onze collega's en klasgenootjes niet onderhoesten. Maar we willen ook een willekeurige voorbijganger in de winkel of op straat niets aandoen, dus om op krachten te blijven dienen we ook voor 7 dagen voedsel in huis te hebben. En omdat we dit zonder stress willen doen, is Alexander, gründlich door overerving, met de lijst van Alberta Health naar de Superstore gegaan. Nu kunnen we dagenlang pannenkoeken bakken en bonen in blik eten. Best gezellig eigenlijk.

Tuinfeest & pannenkoekenfilmfestijn

Vanochtend heb ik, na alle drukte van de afgelopen weken, weer eens rustig de tuin kunnen door lopen. Basilicum, bladselderij, pepermunt, bieslook, tijm en rozemarijn floreren en fleuren onze maaltijden op. De ruim 80 mini-tomaatjes ogen veelbelovend; ik wacht met smart op de dag dat het eerste rood verschijnt. Alleen de aarbeien ... Er zijn nu 2 groene balletjes verschenen vol gele pukkeltjes, na ongeveer 3 maanden en ik betwijfel het ten zeerste dat het deze balletjes zal lukken om voor de eerste sneeuw sappig en rood te worden.

Hoe deze middag in de schemerzone te vullen? Te laat voor vakantie en te vroeg voor routine. Vol van de Europese invloeden maar met de Noord-Amerikaanse stad alom vertegenwoordigd. Dan is toch het pannenkoekenfilmfestijn georganiseerd voor en door het groepje liefhebbers van de Nederlandse taal perfect! Het programma (om 15:00 uur Zusje, om 17:00 uur Simon, om 20:00 uur Oorlogswinter), de locatie (een kelder in Edmonton) en de samenstelling van de groep vormden een ijzersterke combinatie om alle grip op de werkelijkheid volledig te verliezen. Alexander beet in z'n eentje de spits af met Zusje. Het oordeel van Alexander: "Altijd interessant om met een diverse groep een perverse film te kijken" (voor een opfrissing van het geheugen - bij mij was het studietijd - zie de trailer). Tijdens Simon kwam ik met de kinderen binnen stommelen. Jakob en Rebecca nestelden zich direct in de hoek, diep in de bank, achter de dropjes, speculaasjes en flessen wijn. Na een kwartiertje, toen de kleren vanaf het scherm op onze pannenkoek met ham, spek, perzik, kaas en poedersuiker belandden, dachten we zwetend en een beetje ongemakkelijk: Hoe krijgen we ze daar weg? Het lukte wonderwel, en paps vervolgde samen met de kinderen thuis het programma met Never cry wolf, beter geschikt voor onder 10, samen met een zak popcorn, terwijl ik van Amsterdam ergens in tweeduizend-en-zoveel, drugs, homohuwelijken en euthanasie in de tijdsmachine naar de Overijsselse bossen vertrok, 1944/1945, en me omgeven vond van moffen en landverraders. Ik stopte de zelfgebakken pepernoten in mijn mond en fietste in de warme zomeravond door straten vol met studenten in hemden in oude pick-up trucks terug naar huis. Deed in het halfdonker het hek open, zette in de weelderige tuin, ons eigen niemandsland, mijn fiets neer, deed mijn helm af, toen Rebecca de deur opengooide, en, omstraalt door licht, riep: "Mama is weer thuis!".

U2 - Großes Alberta

Kaum hatten wir unseren Hecht aufgegessen (lieber Opa, für dieses Abenteuer danken wir dir gerne noch einmal hiermit offiziell und schriftlich: ohne dich hätten wir uns das alles nicht getraut!), lagen erschöpft aber er- und aufgefüllt im Zelt, da meldete sich das Wetter v0n Alberta. Es betrachtete das Gebiet um Lac la Biche als Übungsraum für den Weltuntergang. Das Wort Blitz sagt nicht viel, auch Donner klingt noch beinahe freundlich, das Wetter von Alberta wollte uns heute abend die eigentliche Bedeutung wieder näher bringen, und wir fühlten zitternd diese Bedeutung, in der elektrischen Atmosphäre unseres kleinen Zeltes, sehr gut und genau: draußen zersplitterte der Raum und kreischte die Zeit wie vor der Schöpfung. Zählen: 1001, 1002, 1003, Karataratongdschruuuuummmm, hm hm, 1001, 1002, Arrrrgtrotschraaahahahkrotschschschsch, hrrnn, 1001, äh äh, --- Zackbumkrawatzeraz. Wir zogen uns in Opa und Oma's Hütte zurück. Nach ca 3h dachte das Wetter von Alberta, dass die Hütte genug gewackelt und wir genug verstanden hatten, und suchte sich ein anderes Wirkungsfeld.

Zur Belohnung waren Luft und See am folgenden Tag wie frisch gemalt.

Vorsichtig kroch die Sonne aus ihrem Räubernest und erleuchtete den Strand komplementär.

Ein philosophischer Croq meditierte, ein philosophischer Stuhl betrieb Morgenmetaphysik.

Das Wasser war lackierte Luft,

der See eine Fläche, die sich in den Himmel bog.

Wellen wie von Licht, unhörbar, wiesen den Weg in die Stille: komm, früher Wandrer, nehm diesen Steg für deinen letzten Gang, zur Ruhu,

zur ewigen,

auf jenem Eiland, immer im Nebel vermummt. Ein memento mori zum Frühstück, vielen Dank! Aufbruch dann, zurück in südlicheres Gefilze! Das Wetter von Alberta hatte mit den lachenswürdigen menschlichen Erfindungen auf dem Gebiet der Elektrotechnik Schindluder getrieben. Telefon kaputt, keine Kreditkartenzahlung möglich. Opa blätterte das nötig Papiergeld wie ein echter Mann auf den Campingladentisch.

Wie ein Möbiusband rollte sich die Landschaft nun vor uns auf und zugleich ab, stundenlang- und breites Agrarland ohne Limit, dazwischen, wie Krümel auf den Frühstückstisch gestreut, hie eine Farm,

mal 'ne Scheuer,

ukrainische Zirbelkirchen. Und eine Riesenente, doch davon berichteten wir schon in einer früheren Sendung.

Zum Abschluss kauften wir bei einem Zombie in der Nähe van Cooking lake ein Pepsi und eine Tasse Kaffee, noch 30 min, und wir sind wieder "zu hause".

U2 - Tight Lines

Morgens machen wir uns wieder auf den weg nach beaver lake.

View Lac la Biche in a larger map

Das Wetter ist mild, der See liegt still, unser Angelguru verkündet bestes Fischwetter. Petri Heil, wir schlurfen also zum Bootsverleih und arbeiten unterwegs die Logistik aus: J., Opa und ich fahren zuerst Boot. Bevor wir lostuckern bringen wir den Rest der Arbeitsgruppe zum Badestrand von gestern. Nach ca 40 min legen wir dort an und tauschen J. aus mit E. und kleiner R., uns später wechseln wir E. und R. um in M. und J., etc, usw.

Zurück vom Badestrand schließen wir Bootsmietvertrag und kaufen einen spoon zum Hechtfischen. Die Widerhaken müssen abgebrochen oder plattgedrückt werden, denn in Canada ist Fischen mit Widerhaken verboten. So können zu kleine oder zu illegal gefischte Fische ohne grössere Verletzungen zurückgeworfen werden. Manche Fischer fischen nur auf diese Weise. Sie werfen alles wieder ins Wasser, denn es gut ihnen nur um die rod action. Mit Opas roter Zange quetschen wir den Haken in die Legalität.

Die Wegfahrsperre (Stöpsel im Schiffsrumpf) ist aufgehoben, der Tank voll, man hat uns erklärt wie wir den Motor wieder starten können wenn er aus geht, wo sich Unterwassermauern befinden, über die wir nicht fahren dürfen und wo die besten Fanggründe sind. Im Notfall per Handy anrufen. Wir verstehen in aller Aufregung nichts, und fahren halt mal los. Handy liegt leider im Auto. Es schaukelt ungewohnt, aber wir machen trotz innerer Unruhe professionelle Fischersvisagen, die die überlegen Ruhe der Erfahrung ausstrahlen.

Erst mal ein paar Trockenübungen. Dann fischen wir mit Schlepptechnik. Angel auswerfen, bij langsamer Fahrt einholen. Auswerfen, immer wieder. übers Wasser starren, Fischtechnik besprechen, dem Kabbeln lauschen, kurbeln; nicht viel passiert, aber alles ist aufregend. Weil nix anbeisst, sorgt Opa anstelle van rod action für boat action. Wir sausen wie Seepiraten kreuz und quer über den See und alle Unterwassermaueren.

Zug an der Leine! Aber nein, der widerhakenlose Haken sitzt fest im subaquatischen Gestrüpp. Opa fürt komplizierte Manöver aus, ich zerre und spule, die Leine verheddert zich, aber mit vereinter Mühe und Anstrengung gelingt die Entknotung. Ich werfe gleich wieder aus, und schon wieder Zug, aber, ich merke es gleich, anders, flexibel, zuckend, lebendig. Ein armes Tier hängt fest! "Ich hab einen, ich hab was!" rufe ich unsicher und erschrocken. "Leine straff halten!" ruft Opa. Sein Augen strahlen jagdlustig. Der Kampf hat begonnen. Fisch kriegt Leine, saust weg, dass die Spule summt. Sobald er aufhört fang ich an zu kurbeln und ziehe ihn in Richtung Boot. Immer wieder geht das so. Manchmal springt der tapfere Gegner vor dem Boot aus dem Wasser. "Ein Hecht, gute Größe!" meldet unser Skipper. Ich hab nix gesehen aber glaube alles. Endlich wird Freund Hecht müde, Opa legt den Käscher klar, die schwierigste Aktion beginnt: Fisch aus dem Wasser kriegen, ohne dass Leine oder Haken sich im Netz verheddern. Es klappt. Schnell messen ob der Fisch lang, i.e. alt genug ist, ja! Ich greife zur roten Zange und schlage dem kämpfenden Tier 2mal auf das Gehirn. Das Leben zittert noch kurz nach, dann ists geschehen, mein erster Fang! Ich füle mich wie ein Neanderthaler. Leben und leben lassen, das ist die Basisstrucktur der Welt. Der kulturelle Schleier ist für einen Moment aufgehoben, die nackte Wahrheit blinkt vormoralisch kurz auf. Epiphany.

Ich hatte das Fischen eigentlich aufgegeben, nachdem ich in meiner Jugend, auch auf einem kanadischen See, aber östlicher, irgendwo in der Nähe von Manitulin island einen Haken mit Widerhaken in der Nase meiner Bruders versenkt hatte. Vom Schreck über die dumme und Misse-tat beherrscht, ruderte ich in wildem Zickzack zum Ufer, aber als wir ankamen hatte der Bruder den Haken selbst schon aus der Nase gezogen. Hilflosigkeit und Schuldgefühl wallen noch immer herauf aus dem Dunkel der Vergangenheit, wenn ich daran danke. Nun, dieses mal hab ich aber doch einen Fisch erwischt.

Die Aufregung ist nun allerseits sehr groß, J. ist völlig aufgedreht, obwohl er beim Fang leider nicht an Bord was. Wir besorgen Eis, nehmen einen kleinen Imbiss (Großmutterns Terminologie) und fahren zur Beruhigung und Buße unseres Mordes noch bei der Lac la Biche Mission vorbei.

Dann schnell nach haus. Meister Fisch wird fachgerecht zerlegt, auf dem Fischschlachtblok unter freiem Himmel, so wie er gelebt hat. Es handelt sich um ein Weibchen. Opa lässt J. alles sehen: Leber, Darm, Eierstöcke.

Der Hunger ist jetzt groß. Wenn's Essen endlich fertig währe, kriegte man keine Warteschwähre!

Aha, das Packet wird geöffnet.

Oh, ah, lekker. Sicher, für den Hecht war es kein guter Tag. Aber wir haben dich immerhin mit Verehrung und Hingebung aufgegessen, das ist doch auch was, Hecht, oder nicht?

U2 - Hotdogs und Marshmellows am Lagerfeuer

Am nächsten Morgen also dann wieder nach Plah'mondon. Ich kaufte meine WIN (wildlife identification number), Hirsche jagen wollte ich noch nicht, habe ich also nicht angekreuzt. Wir hatten gestern das ganze Fischlizenzinfomaterial durchgearbeitet, aber es war mir immer noch nicht alles klar. Musste ich auch noch eine extra walleye Lizenz haben? Das Mädchen, das mir die Lizenz zum Töten verkaufen wollte, wusste es auch nicht. Mensch, oder besser, Waidman, so kompliziert und eingewickelt! Ich pflüge durch das dünne Papier der Lizensrichtlinienbroschüe, aha, aaah, nee, die walleye Lizenz kann man gar nicht kaufen, die wird verlost. OK, also nicht nötig, geregeld, weiter jetzt. Mit WIN, Angel, Köcher und der ganzen Familie im Fahrzeugverband zum Bever Lake.

Auf der Fahrt ging mir so einiges durch den Kopf, Fischfangregeln, Fischköpe und Fischflossen. Wer den falschen Fisch an Land zieht wird bestraft, wie aber erkennt man auf hoher See walleye, pike, see trout, etc., und sind unsere Haken eigentlich legal? Muss es denn sein, dachte ich, dieses Fischen? Muss der Fisch denn tot gemacht werden, und wirklich durch mich selbstig? Soll ich ihn nicht lieber schwimmen lassen, schön im kühlen Wasser? Auf jeden Fall, wenn wir einen Fisch fangen, dann muss ich ihn immer bei mir haben. Liegt er in Opas Auto, dann könnte der Fischkontrolleur denken, Opa hätte gewildert! Überall vermutete mein paranoides Hasenherz nun den Fischotter, pardon Fischkontrolleur. Mir schien die Chance um einen aus dem Wasser zu ziehen größer, als die, einen Fisch an den Haken zu schlagen. Aber nein, wir ermannen uns, und Opa ist ja auch dabei, erfahren und vertraueneinflößend.

Über den Bever Lake bläst eine steife Briese. Kein Fischwetter beschließt Opa, der Fischgeneral. Eine Familie zieht an uns vorbei, steigt, beladen und behangen mit Angeln, Ködern, Blinkerkästen, ins schwankende Boot, das vom Gewicht der Gross- und Dickmenschen tief ins Wasser sackt, und steuert unbeirrt quer durch die gischtenden Wellen. Wir aber, ein bischen beschämt, drehn um, bei Wellengang ist nun einmal nicht gut Fischen wissen wir als Experten. Morgen vielleicht?

Wir finden eine geschützte Bucht, wo die Sonne Kraft genug hat, und nehmen ein Bad. Vielleicht fangen wir ja so noch einen Fisch, einfach mit der Hand, wie die Indianer?

Später besuchen wir wieder den alten Winston. Diesmal nehmen wir eine andere Route, und begegnen keinen Libellen sondern Faltern,

dikken Raupen, Killerbienen,

und auf der Rückfahrt auf dem Damm zwischen Festland und Big Island einem lebenden Stachelschwein, das über die Strasse wackelt. Wir stoppen, blockieren zusammen mit dem Schwein den Damm ausgiebig, sind doch die einzigen Verkehrsteilnehmer zwischen hü und hott. Wie ein Schiff schaukelte es mit unbekanntem Ziel dahin. Gefährlich bewaffnet mit tausend Stacheln, die sich in der Haut der Angreifer festhaken. Zu nahe möchten wir ihm nicht kommen, bleiben gut geschützt im Auto sitzen.

Wir stoppen bei einer Saskatoonfarm, denn wir wollen der gerade erst erlernten Saskatoonlust vollständig nachgeben. Wir plücken einen Senfeimer voll, und essen dabei nochmal so viele von den kleine schwarzen runden saftigen süßen Dingern auf der Stelle auf.

In der Dämmerung wird der Grill wieder angeworfen. Heute auf dem Programm: klassische kanadische Küche: hot dogs mit Sauerkraut und gegrillte Marshmellows.

Alles wird gnadenlos aufgespießt und vertilgt.

U2 - Erkundungen in Lac La Biche

Die große Aufgabe, die wir uns für Lac la Biche gestellt hatten, war das Erlernen des Fischens. Opa beherrscht die Technik, aber wie siehts aus mit Erlaubnis, Lizenz, und so? Auf dem Weg nach Lac La Biche stoppen wir beim ersten licence shop, in Plamondon. Für uns als residents kostets beinahe nix, aber für die Besucher aus Europa wird es teuer. Und das für 2-3 Tage, mit in der späten Saison kleiner Fangchance. Ungewiss und unlizensiert besteigen wir unsere Fahrzeuge, auf der Suche nach tagfüllender Planung.

Fischen kann man überall, Wander- und Spaziermöglichkeiten sind jedoch beschränkt, will man nicht mit Canoe oder Helikopter operieren. Bleibt Sir Winston Churchill Provincial Park. Über einen Damm gelangen wir auf die Halbinsel Big Island, die den Hauptteil des Parks ausmacht. Am Nord/West Zipfel stoppen wir die Carbonschleudern und beginnen den Long Point Trail, der uns zum ässersten Zipfel der Insel bringen wird. An beiden Seiten rauscht Lac la Biche


Das Wetter ist nach dem grimmigen Donner vom Vortag klar und nüchtern. Freund osprey kreist über uns im steifen Westwind.

Und der See scheint versilbert.

Auf dem Rückweg staksen wir über einen Boardwalk hinunter zum Wasser, wo wir einen kleinen Strand finden.

Es dauert eine ganze weile bis wir entdecken dass der schwarze Streifen, ca 600m voor uns im Wasser gelegen, lebt; mit Hilfe von Fernstecher und Teleobjektiv untersuchen wir die Erscheinung: es sind schwarze Vögel, vielleicht 1000 Stück, Kormorane (double-crested cormorant, phalacrocorax auritis), bekannt als Fischdiebe und Vielfraße. Die Wellen rollen, einjeder unternimmt seine eigenen Untersuchungen, im Wasser, im Schwemmgut, in der Ferne, paradiesisches zielloses Treiben, am Strand, und in Luft und Wasser, lange Minuten. Endlich wird es uns zu kalt, auf zurück, der Tag ist schon vorrüber! Wir entziehen uns dem magnetischen Panorama mit langsamem Schritt und sehen unterwegs erste Herbstzeichen und paarende Libellen.

Auf dem Parkplats fliegen hundert Libellen um unsere Köpfe, sie sind auf der Jagd. Die Kinder versuchen sie zu haschen. Klapt aber nicht, zu langsam mähen ihre Riesenarme durch die rasendschnelle Luftschlacht.

Im Supermarkt kan Opa dem Lachskilopreis nicht widerstehen, mit einer grossen Tüte voll wildem Lachs, mit Zitronen und Einmalgrillaluminiumfolie bewaffnet, stolpern wir wieder nach draussen, jetzt muss schnell prehististorisch gekocht werden, auf zum Campingplatz!

Mit unserem kleinen Beil gehen wir den dicken Baumscheiben zu Leibe, die die Holzmainzelmännchen angeliefert haben. Ein Klotz steht, oder besser balanciert, auf einem andern, der auf dem abschüssigen Boden beinahe von selbst umfällt, das Beilchen donnert hernieder, getrieben mit aller Kraft und Hingabe, ein Knall, ein Ächzen, und in der Tat, die Materie ist geteilt, alle Beine und Arme sind wie durch ein Wunder heil geblieben. Schnell knattert Lachs auf allen Grills.

Der See liegt still. Gutes Fischwetter. Volgendes wurde beschlossen. Paps (also ich), der doch vor allem das Fischen erlernen muss, so dass wir in unseren nächsten Sommerferien uns auf unseren Canoetrips selbst versorgen können, kauft eine schöne, billige Fischlizenz, Opa liefert die Apparatur und Expertise, und morgen soll ich dann mit all dieser Unterstützung meinen ersten Fisch hoffentlich fangen. Das wird mir eigentlich zu spannend ...

Im schummrigen Hüttenlicht stundenlang Lügen gespielt, mit den Kindern. Dann ins Zelt gekrochen.

U2 - Nach Lac La Biche

Heute gehts endlich in den nicht wirklich hohen, aber doch noch unbereisten Norden, Richtung Fort McMurray, wo die Oilsands unheilvoll brodeln, eines der größten Katastrophen-Artefakte mit denen der Mensch sich selbst beglückt hat. Gordon Browns 50 Tage, die noch verbleiben um die Welt zu retten (gerechnet ab 19/10/2009), werden da so wenig beachtet verstreichen wie 50 Tage im Präkambrium. Tja, schade um die Welt, aber gut für die Oilsands und andere Profiteure ohne Skrupel.

Fahren, fahren, fahren, mit Jeepo und Silberfisch im Schlepptau. Wir erwarten endlose unbewohnte Wälder mit dazwischen trostlosen, halb verlassenen, vergreisten, absterbenden Dörfern, und wir werden nicht enttäuscht. Ein buntes Schild (Enjoy our faboulous Breakfast, Families welcome) lockt uns nach ca. 1 1/2 h Fahrt nach Newbrook (Astronomy capitol of NorthLand, Where your eyes meet the sky)


Alles ist hier geschlossen. In der Drugstore sind die leeren Regale abmontiert und die Möbel grob in einer Ecke übereinander gestapelt, eine Scheibe ist eingeschlagen. Vom family restaurant nicht einmal mehr eine Ruine an der großspurig benannten Sputnik Drive, die galaktische Jupiter Avenue ist verschimmelt und verkarstet. Kalt bläst de Wind, grauer noch hängen die Wolken, zäh und verblasen, über uns. Wir hören Stimmen. Menschen? Sie haben Räder an ihr Haus geschraubt und bereiten die Flucht vor. Das letzte Hab und Gut trug man hier zum Waschsalon, aber dem ists auch genug, er hat dies geradebrochen und auf sein Tür geklebt:


Nur Junkie John widersteht dem allgemeinen Untergang, die einzige acception. Also weiter fahren, weiter, 20km weiter nach Boyle, wo die Welt wieder bunter ist, ein wenig wenigstens. Wo schleppen wir meine Eltern nur wieder hin, die Armen, was für eine Sorte Urlaub ist das denn?

Im Boyle Coffeshop ersticken wir die Sorgen in Hamburgers mit Pommes, Apfelsaft und Kaffee, serviert von Fafner dem Drachen, Fasold molocht vermutlich in der Küche. Doch die Aussicht bleibt trübe. Draußen braut sich etwas zusammen, erst grummelts, dann donnerts über die Fläche. Traurig quietschen die Rangiergleise vorm Fenster, wo endlose Güterzüge zusammengekettet werden.


Wo, was und warum sind wir eigentlich an diesem Ort? Sind wir gestrandete Monaden, verlorene Seelen, gestrauchelt am Rand des Universums? Wird am Lac alles besser? Die Insektenvorhersage war immerhin nicht ganz düster, ein Hoffnungsschimmer.

Out of order ist alles, und wir Zivilisationskinder deutlich out of place.

Nach einer weiteren Stunde fahren fahren wir in strömendem Regen auf schlampig schlammiger Straße in den Zeltplatz ein. Die cabin ist OK, eigentlich sogar ganz gemütlich, aber das Wetter? Wir haben zur Sicherheit nicht im voraus bezahlt, denn zurückerstattetet, das versichern uns buntschreiende Pamphlete bei der Rezeption, wird nichts, kein cent. So können wir morgen wieder weg, wenns nicht auszuhalten ist. Wir suchen einen Zeltplatz, denn der vorgebuchte neben der cabin ist abschüssig, steinhart, matschig. Doch der Platz zwischen Toilettenhäuschen und Wasserentsorgungstruck gefällt uns auch nicht, letztendlich bleiben wir neben der Hütte. Wie soll's nun weitergehen? Wir warten den ganzen Abend in der cabin auf eine Ende des Regens. Schwer lastet auf mir als Gesamtverantwortlichem die - - Verantwortung für dieses Schlamassel. In Edmonton könnte man nun trocken vorm knasternden Holzfeuer sitzen! Als die Begießung dann doch noch aufhört baue ich schnell das Zelt auf. Niemand will aus der Wärme, aber es muss sein, es muss.

Dunkel liegt der See hinter den Bäumen, wie schwarze Galle.