woensdag 5 augustus 2009

Medicine Wheel (Bighorn Recreational Area)

De flarden wolken lossen op en er waait een warme wind. We lopen naar het stuwmeer, en ik denk aan alle plekken waar we gezwommen hebben. Hier is in het meer een stuk afgezet en we kunnen nu, in dit rustige water zonder stroming of planten en niet te koud, de kilometer volzwemmen, met uitzicht op de blauwe lucht en de rode rots. Er vist een local die niets vangt ("but they know how to eat my bait"), langzaam installeert de lifeguard zich op zijn hoge stoel en Jakob en Rebecca bouwen met een groep kinderen een burcht voor de meer dan twintig kikkerbabies die ze hebben gevangen. De burcht heeft een pool en een droogruimte. Als Jakob met twee vingers een opening in de muur maakt richting water, weten de kikkers - op een enkeling na wiens instincten onderontwikkeld zijn - ineens waar ze naartoe moeten.


's Middags rijden we naar Bighorn Forest via een 10 mijlen lange 10% klim. Alexander maakt zich serieuze zorgen om onze remmen op de terugweg. We zien twee motorrijders hinken; ze zijn net uit de bocht gevlogen, en proberen aankomende motorrijders te waarschuwen voor het veerooster (texas gate) op de weg. Donkere wolken pakken samen. We zijn op weg naar het Medicine Wheel. Parkeren de stomende Jeep en gaan op pad:



Het dondert in de verte en begint te regenen. Boven waait een straffe wind. Het wilde weer hoort bij deze heilige plek, die de meer dan 80 Indianenstammen in Noord-Amerika nog steeds gebruiken.



We maken de ronde linksom de cirkel, en bekijken wat er allemaal hangt. In het midden is de gestolen bisonschedel vervangen voor een nieuwe. Helaas zijn we te onrustig vanwege storm en onweer om de gevraagde meditatieve rust te nemen, zoals het bord ons verteld, en wandelen in ganzenpas terug. Boven was ik, door haast, een stukje van het pad om de cirkel afgeweken. Teruglopend betreurde ik dat. Het leek me dat dat de goden niet gunstig zou stemmen en ik hoopte maar dat ze me dit (kleine, menselijke) misstapje zouden vergeven. De afdaling per auto doen we gedeeltelijk met de motorrem via Jeep-stand 2, normaal om op een ijsveld een kar met modder voort te trekken, heel rustig en we oververhitten niet. Op de camping is de wind nog sterker (niet echt duidelijk op de foto) en neemt pas in de vroege ochtend af. Alexander verankert de tent met de waslijn, maar de haringen zijn al door het asfalt heengeslagen dus hoewel het in de tent angstaanjagend dondert hoeven we niet bang te zijn dat we met tent en al wegvliegen (de volgende dag bleek wel dat Alexander en ik onafhankelijk van elkaar scenario's uitgedacht hadden: Alexander had bedacht dat we eigenlijk een mes in de tent moesten hebben om onzelf los te snijden als we weg zouden vliegen, en ik berekende dat met deze wind we, net voor het stuwmeer, gestopt zouden worden door de overdakte picnicplekken en het speeltoestel (en viel toen in een diepe slaap)). Wel beseffen we tijdens het koken (couscous met ui en worteltjes die bijna van het bord vlogen) dat het niet zo slim was om met deze wind en droogte een vuur aan te maken ...



Geen opmerkingen:

Een reactie posten