zondag 30 augustus 2009

Tuinfeest & pannenkoekenfilmfestijn

Vanochtend heb ik, na alle drukte van de afgelopen weken, weer eens rustig de tuin kunnen door lopen. Basilicum, bladselderij, pepermunt, bieslook, tijm en rozemarijn floreren en fleuren onze maaltijden op. De ruim 80 mini-tomaatjes ogen veelbelovend; ik wacht met smart op de dag dat het eerste rood verschijnt. Alleen de aarbeien ... Er zijn nu 2 groene balletjes verschenen vol gele pukkeltjes, na ongeveer 3 maanden en ik betwijfel het ten zeerste dat het deze balletjes zal lukken om voor de eerste sneeuw sappig en rood te worden.

Hoe deze middag in de schemerzone te vullen? Te laat voor vakantie en te vroeg voor routine. Vol van de Europese invloeden maar met de Noord-Amerikaanse stad alom vertegenwoordigd. Dan is toch het pannenkoekenfilmfestijn georganiseerd voor en door het groepje liefhebbers van de Nederlandse taal perfect! Het programma (om 15:00 uur Zusje, om 17:00 uur Simon, om 20:00 uur Oorlogswinter), de locatie (een kelder in Edmonton) en de samenstelling van de groep vormden een ijzersterke combinatie om alle grip op de werkelijkheid volledig te verliezen. Alexander beet in z'n eentje de spits af met Zusje. Het oordeel van Alexander: "Altijd interessant om met een diverse groep een perverse film te kijken" (voor een opfrissing van het geheugen - bij mij was het studietijd - zie de trailer). Tijdens Simon kwam ik met de kinderen binnen stommelen. Jakob en Rebecca nestelden zich direct in de hoek, diep in de bank, achter de dropjes, speculaasjes en flessen wijn. Na een kwartiertje, toen de kleren vanaf het scherm op onze pannenkoek met ham, spek, perzik, kaas en poedersuiker belandden, dachten we zwetend en een beetje ongemakkelijk: Hoe krijgen we ze daar weg? Het lukte wonderwel, en paps vervolgde samen met de kinderen thuis het programma met Never cry wolf, beter geschikt voor onder 10, samen met een zak popcorn, terwijl ik van Amsterdam ergens in tweeduizend-en-zoveel, drugs, homohuwelijken en euthanasie in de tijdsmachine naar de Overijsselse bossen vertrok, 1944/1945, en me omgeven vond van moffen en landverraders. Ik stopte de zelfgebakken pepernoten in mijn mond en fietste in de warme zomeravond door straten vol met studenten in hemden in oude pick-up trucks terug naar huis. Deed in het halfdonker het hek open, zette in de weelderige tuin, ons eigen niemandsland, mijn fiets neer, deed mijn helm af, toen Rebecca de deur opengooide, en, omstraalt door licht, riep: "Mama is weer thuis!".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten