De ingang van de teepee kijkt altijd naar het oosten, omdat daar de zon op komt. Zonderondergangen hebben we veel gezien, maar ik wilde nog graag een zonsopgang meemaken. Deze ochtend werd ik spontaan om 5 uur wakker en hoewel het zeker niet eenvoudig is om uit de behaaglijk warme slaapzak te kruipen, lukt het me toch nadat ik mezelf voldoende onder druk gezet heb met het soort van argumenten dat ik dit cadeautje op onze laatste ochtend Grasslands niet mag weigeren of dat ik eeuwig spijt zal hebben als ik me op dit moment door karakterslapte laat leiden, etcetera etcetera. Alexander heeft minder problemen en mompelt iets van dromen en niet kunnen. Buiten zit ik ruim een uur op de bank te kijken naar de veranderende kleuren en geluiden. Het is het derde memorabele moment waarop ik alleen ben. De lucht begint met een groots warm oranje en donkerblauw. Dan wordt het oranje geler en blauw bleker. Als alles op het bleekst is en lucht en land het minst contrasteren verschijnt aan de horizon een schitterend verblindend licht dat onder mijn ogen groeit en stijgt. In dit uur komt het me voor dat de mens in deze wereld van lucht, land en licht onbeholpen en hulpbehoevend is. Er zijn nachtdieren, dagdieren en crepusculars, die zaken doen bij zonsop- en ondergang en dan komen wij daar als ochtend- of avondmens en zetten onze wekker, of soms wel drie en zetten die op dezelfde tijd in zomer en winter, herfst of lente. Daar klopt toch geen bal van! In het vervolg sta ik op als het licht wordt en ga slapen als het donker wordt, en dat het hele jaar door. En zo neem ik me nog wat meer dingen voor. Na het ontbijt pakken we alles op en nemen afscheid van onze gastfamilie hier met de manke oude hond en de twee zwerfkatten, krijgen verse koffie, sap, zelfgebakken koekjes en brood mee. Jakob heeft, zoals hij het zelf zegt, "een brokje in zijn keel". We denken erover om Grasslands een keer in de herfst te bezoeken, en beginnen voorzichtig, geinspireerd door het verhalen van Johanna en Ken, plannen te maken voor volgend jaar zomer, een tocht door de noordelijke meren per kano. En dan beginnen we eindelijk aan het volgende traject, de stapsgewijze terugtocht naar Edmonton. We gaan west, met een tussenstop bij het T.rex Discovery Centre in Eastend ("is located in the middle of nowhere and miles from the nearest city" zo vertelt de website van dit stadje), waar de botten van de grootste tyrannosaurus rex, Scotty, afgestoft en bestudeerd worden. Deze botten zijn hier in de omgeving gevonden, in 1991, en ze denken dat Scotty er zo ongeveer uitzag:
We zien versteende poep van een plantenetende dino. Rebecca toont hieronder die van een vleesetende dino:
Hierna gaan we verder west. Het landschap verandert. De gele, oranje, groene en rode stukken land met allerlei graan en gras en vooral veel hutjes in diverse staten van ontbinding maken plaats voor mansions en estates in een groener heuvellandschap. Aan het einde van de middag komen we aan in Cypress Hills Interprovincial Park, het deel in Sasketchewan. Er zijn hier geen slangen, geen beren en de fire hazard is "low". Het meertje oogt te weinig verfrissend om erin te springen. Het is hier geciviliseerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten