Hunter's chorus from Der Freischutz - Carl Maria von Weber
Violin: Jakob
Flute: Alexander

Hmmm ja, ook wij hadden wel iets meer gloei verwacht ... 's Avonds als troost (na deel 1 en deel 2) deel 3 van The Girl gekeken. Ach wat is Zweden toch een mooi land, waar alles goed geregeld is.

Tja, weer een jaartje om, en waar gaan we naartoe? Deze ochtend om te beginnen eerst ontbijten bij Friends & Neighbours, onze favoriete diner, waar we nu, nu we wat verder van Whyte Avenue wonen, niet zomaar meer naartoe kunnen wandelen voor een Eggs Benedict met White Wine Hollandaise Sauce en 4 slappe mokken koffie. Daarna even de handschoenen thuis oppikken, mutsen op het hoofd, snotneuzen in de jas, en verder voor een wandeling naar Hawrelak Park. Stralend weer, maar koud, koud, koud.
Veel staat dit jaar in het teken van 'de laatste keer'. Op 31 oktober was onze laatste verpletterend multkulti Halloween. De immigranten hier nodigen maar al te graag nog versere immigranten uit om de traditie die nog geen traditie is samen ten volste uit te leven. Zelfs ik had een heksenhoed op, en een zwarte cape om de schouders. In de middag waren we via Rebecca bij de immer vrolijke onverstoorbare Pakistaanse familie. Terwijl voor de ouders de Halloween-kookprogramma's draaiden op een van de breedbeeldtelevisies, plakten kinderen met hun candy-appels aan het plafond. Jakob schaakte onderwijl de sterren van hemel bij zijn laatste Halloweenschaaktoernooi. Via hem zakten we aan het einde van de middag af naar de tweede Halloween-bijeenkomst in Oxford English met haardvuur en whisky. Maar toch gloort er ook nog allerhand nieuws onder de sneeuw. Op de laatste Remembrance Day, 11 november, was ik voor het eerst bij een Suzuki celloles. En op Jakobs laatste verjaardagsfeestje waren we voor het eerst bij de Bonnie Doon Bowling Lanes waar hij zijn eerste hexbugs kreeg. Ook had Rebecca deze week haar eerste schaatsles en droeg daarbij haar eerste schaatshelm. En vandaag probeerde ik voor het eerst van mijn leven geld te pinnen van een lege rekening.
Afgelopen maandag is de eerste sneeuw gevallen, en direct zagen we weer het vertrouwde straatbeeld met kinderen diep in hun jassen, en de benen in grote boots. De eerste sneeuw was vochtig, goede plaksneeuw, perfect voor ballen. Na de eerste sneeuwdag lag op ieder grasveld voor iedere school een grote bal. Jakob dacht dat zij een hele grote gerold hadden, maar toen we naar huis fietsten merkte hij op dat die bij de Parkallen school toch groter was. Op de tweede dag viel er geen nieuwe sneeuw en had de nachtvorst het vocht uit de oude sneeuw gezogen. Ballen konden nu alleen nog in de vorm van levensgevaarlijke ijskogels tot stand komen. De derde dag besloot Rebecca dat er geen sneeuw meer lag, en nam haar snowpants niet meer mee naar school. Het weer besloot een dag later dat dit de sneeuw was die nog niet zou blijven liggen. De komende week staat vol met stralende zonnetjes en temperaturen ruimschoots boven nul. We fietsen nog steeds. Halloween is al bijna weer geweest dit jaar, en we wachten nog steeds op de sneeuw die blijft liggen.
Een tijdje geleden heeft oma Z. uit de lokale bibliotheek voor een appel en een ei Afke's tiental op de kop getikt, en vervolgens heb ik het boek tijdens een van de vele reizen vanuit het land van de modderpoten en kleiaardappels meegenomen. 'Afgeschreven' heet het. Er ontbreken geen bladzijden en geen enkel kind heeft het aangedurft om de platen van Cornelis Jetses eruit te scheuren om naast K3 aan de muur te hangen. Lezen de Nederlandse kindertjes dan Afke's tiental niet meer? Is bij gebrek aan kastruimte besloten het boek uit de collectie te gooien? Wat een schande! Wat een eeuwige zonde! Op zoek naar een voorleesboek, begon A. enige tijd geleden aan Afke's tiental. Ons vocabulair groeide iedere dag: vlasbrakers, braakhok, baai, soekerbak, zogstreep, sjako, enzovoorts. Ons begrip van het Nederlandse idioom verdiepte zich tot ongekende dieptes. Eindelijk leerden we de herkomst van 'doofpot' kennen bijvoorbeeld. Onze kennis over de Vaderlandsche geschiedenis werd weer even opgefrist als men met volgeschoten gemoed zingt over de Boeren in Transvaal die nog hard te kampen hebben met de Engelsen, en nog steeds refereren we graag, vooral richting J&R, aan het deel waarin beschreven wordt met hoeveel dankbaarheid een stuk roggenbrood met fijngeprakte aardappel wordt verorberd. Maar ons aller favoriete scene is toch wel als vader Marten zijn zoons Jetse en Klaas over de knie legt aan het einde van een spannende dag op het water vol ondeugd en gevaar: "En Marten? Ja, die vond eigenlijk dat de jongen al genoeg geleden had; maar nu Jetse zelf zo smeekte om geslagen te worden, nam hij hem toch maar even over de knie. 'Zo,' zei hij half lachend, 'dat gaat net zo goed, zo zonder broek!' en nu ging 't: 'Klets, klets!' - en die paar frisse klappen brachten Jetse weer helemaal terug in zijn evenwicht. En nu Klaas nog! - Die spartelde wel erg tegen, maar hij moest er toch ook aan geloven. 'Klets, klets!' Dat klonk toch zo fris en krachtig, na al die doorgestane angst! Heit fleurde er zelf helemaal van op."

Als we naar de waterlijn toelopen ondervinden we hoe snel het water op kan komen hier. Terwijl ik naar een barnacleklomp kijk, waarover zo meer, word ik bijna door het water ingesloten.
De barnacle is een raar beest. Ze zijn klaarblijkelijk familie van de krab en de zeekreeft, maar lijken er niet echt op. Ze zitten met z'n honderden op een kluitje aan een steen vast, zitten hun hele leven in hun huisje en houden van laag water. Aan de bovenkant van een barnaclehuisje zitten twee schuifdeurtjes, die onder water opengaan om een paar barnacle-grijparmpjes, of beentjes, naar buiten te laten graaien naar plankton.

| visitors since 27/7/2008 |