donderdag 21 augustus 2008

Be bear aware!

We zijn er weer. De zilveren klomp heeft ons gered van beren en bliksem.


Het begon in Crimson Lake Provincial Park, dat, als we onze omcirkelingen in Rocky Mountain House niet meerekenen, zo'n 2 uur ten zuidzuidwesten van Edmonton ligt. Het meer dankt haar naam aan de kleur die het krijgt tijdens de zonsondergang. Een mooi watertje en rustiek kampeerplekje. Het contrast met de stad is groot. Wij, die in dit land tot nu toe organiserende grotestadsdieren waren, moeten leren ons gedrag aan te passen aan de nieuwe biotoop. Jakob en Rebecca doen dat, kinderen eigen, in een mum van tijd, gooien de kleren uit, vissen naar waterplanten en bestuderen zwarte wormen. Wij proberen een vuurtje te stoken, maar besluiten na een paar pogingen dat het niets wordt. We moeten een bijl hebben.

Toen we ooit in Nederland de kaart van Edmonton en omgeving bestudeerden, schrokken we, omdat het gebied om de stad er zo druk uitzag, als een geblokt Nederland. Na een louterende duik, zagen we de volgende dag dat na Rocky Mountain House de mens ophoudt en er zoveel boom is dat Alexander er benauwd van wordt. Bij Banff neemt de wereld weer bekende vormen aan en herkennen we de weg. Inmiddels beseffen we dat we onze afspraak om 5 bij de ingang van de camping nooit of te nimmer kunnen halen. Even wennen aan de schaal hier. We rijden door: Lake Louise, een pauze bij het prachtige turquois Bow Lake, door Yoho, rijden door de tijdszone en lopen een uurtje in, maar dat redt ons niet, langs Emerald Lake, richting Golden. We kunnen nog net een SMS sturen naar Jenn, die op ons wacht op de camping, en dan doet ook de mobiel het niet meer. Door Glacier National Park, en, nog een stukje, dan Revelstoke, dan nog 30 km south op de 23 naar Blanket Creek. We rijden de camping op, rijden stapvoets een rondje tot we de Jeep cherokee, de rode haren van Jen en een jong hondje zien. Mission achieved, er wachten ons een paar rustige dagen, denken we.

Het waren niet de muggen die onze rust verstoorden. Zo rond een uur of 5 in de morgen werd ik zo half wakker, hoorde de stemmen van Al en Ian, hoorde Al vertellen dat het zo'n "hundredandfifty pound" was. Wat anders dan een beer heeft om 5 uur in de ochtend dat gewicht? Ik besluit om alles te negeren, en sukkel weer in slaap. Een paar uur later, bij het ontbijt, vertelt Al hoe een zwarte beer op een paar meter van onze tent aan het wroeten was in de grond. Hij heeft hem weggeleid door te rammelen met de sleutelbos. "Het werkt dus toch" denk ik, want ik vind het nogal ongelofelijk dat zo'n grote beer zich door wat gerammel laat wegjagen. Wie weet hoeveel tientallen beren we vorig jaar niet met onze drie berenbellen een blokje om hebben gestuurd? Ian laat ons de berensporen zien. "Grote klauwen", denk ik, "lange nagels", bij het zien van de afdrukken in de boom bij het mierennest waar beer die morgen ontbeten heeft. Nog steeds begrijp ik niet hoe een beer met zulke poten mieren kan eten, of kleine besjes. Maar dat hoef ik ook niet te begrijpen, want beer doet het met de tong, zo verlost Alexander mij van een paar diepe overpeinzingen over de wonderen van de natuur.

We zijn gevlucht. Doorslaggevend was dat de beheerder zei dat hij met kleine kinderen in een tent niet zou blijven. De beer was jong, maar niet bang voor mensen en kwam steeds terug op dezelfde plek. Later bleek dat er ook al een geschiedenis met zijn moeder was. Zij was ook al niet zo'n bangerd en leidde haar babybeertjes juist richting camping. Geen goede keuze, want de kans is groot dat de lokale ranger een dezer dagen de jonge beer dood zal schieten. De enige berenval die Revelstoke rijk is, staat op dit moment opgesteld op Mount Revelstoke, waar een grizzly (een bruine beer) wandelaars de schrik aanjaagt.

Na de tweede louterende duik, deze keer in het zwembad van Revelstoke, besloten we, op aanraden van Sonia, van de plaatselijke VVV, naar Noah's Ark Resort te gaan. Noah zou ons een onontdekte gem bieden, een paradijs, een idylle, een fata morgana, zo prees Sonia ons aan. Wie ben ik? Dat wist ik ineens beter dan ooit, dankzij Sonia, toen ik dit plekje boven de autosnelweg zag, de droge bomen, cabin's in aanbouw, 50 trailers naast elkaar met ronkende aggregaten, een achtbandig voertuigje waarop Noah duivels lachend met zijn gasten door het bos scheurt op een amphibious ride, over een boomstam om de vetrollen te masseren, een souvenirwinkel met popcornmachine, bordjes met "the best place on earth". We wilden niet op Noah's schip, we overwogen om rechtsomkeert te maken, ons in de armen van de beer te werpen, we overwogen om door te rijden naar Vancouver, we overwogen om de boel in de fik te steken, we overwogen om 2 kratten bier te halen en ons te bedrinken, maar uiteindelijk besloten we om het beest nu recht in de ogen te kijken, een paar worsten op het vuur te gooien en de nacht in een van de cabins door te brengen. Het was niet voor niets Al's verjaardag vandaag.

At Noah's Paradise Ark
Originally uploaded by logologics



Een volgende keer beter, we maken een afspraak om Alexander's 40ste verjaardag ook bij Noah te vieren, en na een ochtend in de klimtuin gaan we ons weegs, de ene familie westwaards, de andere oostwaards. En dat van die bliksem, dat komt nog, er zijn nog 3 nachten te gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten