vrijdag 2 oktober 2009

Bronstige bokken

Na de havermout rijden we even langs het visitor center ter orientering en om de huidige condities te peilen, altijd belangrijk in de bergen. Het plan is om vandaag de Bald Hills aan te pakken, een tocht waaraan we ons voorheen nog niet gewaagd hebben omdat we - ik zal het eerlijk bekennen - te bang waren. Een berenvakantie verder, gewapend met bearspray en met tante M erbij, durven we het aan. Bijna zitten we allemaal in de auto als Jakob onze aandacht vestigt op een groen plasje onder de auto. Arghhh! We herinneren ons allemaal levendig de koelvloeistof een maandje geleden. Omdat we al onze gratis towing bij de AMA, de Canadese wegenwacht, opgemaakt hebben en we niet ergens op de berg stuck willen komen te zitten, besluiten we zo snel mogelijk naar de dichtst bijzijnde garage te gaan. Met een uurtje zou de diagnose gesteld moeten zijn. In de tussentijd lopen wij naar de Athabasca,




steken de brug over, verbazen ons weer over de waanzinnige kleur van het water,


en lopen naar Old Fort Point, dat ons een mooi uitzicht over de vallei van de Athabasca geeft. Onderweg trekt de lucht open en tante M de pijpen uit.


Bij terugkomst blijkt dat de monteur voor de vorm een lampje vervangen heeft, want er is niets aan de hand. Met de ogen op de warmtemeter rijden we vervolgens naar Malign Lake, alwaar we beginnen aan Opal Hills Loop. Een jong mule deer slaat ons gade.


De klim gaat van 1770 meter tot 2160 meter via een steil pad door het bos. De eens opengetrokken lucht trekt weer dicht, Het wordt grijzer en grijzer en dan vallen, tot de hysterische vreugde van Jakob, de eerste verdwaalde sneeuwvolkjes. De loop redden we niet, dat wordt Rebecca te gortig, en na de meadow waar we nog een beetje uitzicht hebben, dalen we weer af en onmoeten nog een paar eigenwijze Grey Jays en wederom het jonge mule deer, op precies dezelfde plek als op de heenweg.

Inmiddels heeft het weer gure vormen aangenomen en als we beneden zijn is het ook echt voldoende geweest voor vandaag. Net voor we Jasper weer inrijden, blijkt dat de Wapiti weer bezig zijn. Bok A - we denken de baas - jaagt een andere bok, B, weg. Dat gaat zo. Bok A graast een beetje, langzaam in de richting van Bok B, tot hij Bok B dicht genaderd is. Dan houdt Bok A de kop scheef om zijn gewei in de goede positie te brengen en haakt zijn gewei in dat van Bok B. Dan duwen en trekken ze een beetje heen en weer en neemt Bok B na een paar minuten afstand en loopt een paar meter verderop. Bok A graast weer verder, alsof hij Bok B niet ziet, maar komt toch weer uit bij Bok B, etcetera etcetera. Volkomen ongestoord voeren ze dit spel op, terwijl de mensen om hen heen druk met hun telezoommacrolenzen het ene plaatje na het andere knippen.


Om de dag af te sluiten eten we sushi, sashimi en tempura bij de Japanner. Erbij een speciale sake van de sakekaart, koud gedronken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten